Eindhoven,
07
december
2022
|
10:33
Europe/Amsterdam

De hete hangijzers van diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs

Pogingen om het onderwijs inclusiever te maken stuiten regelmatig op weerstand van zowel voor- als tegenstanders van diversiteitsbeleid. Of het nu om het aanpassen van een westerse bias in het curriculum gaat of om het bordje dat op de wc-deur hangt. Dit zijn de vier grootste twistpunten.

Discussies over diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs zijn niet nieuw, al lijken ze in ieder decennium anders te heten. Waar het een aantal jaar geleden vooral ging over prestatiegerichte thema’s als meer vrouwen aan de top en het werven van meer internationale studenten, zijn de thema’s nu inhoudelijker en politieker geworden. En dat betekent ook dat veel zaken gevoeliger liggen en mensen eerder op hun teentjes zijn getrapt. 

Dit artikel maakt deel uit van een serie onderzoeksverhalen die zijn gemaakt in opdracht van Bron en andere onafhankelijke media van universiteiten en hogescholen die zijn aangesloten bij de Kring van Hoofdredacteuren van hogeronderwijsmedia. 

Uit onderzoek van de onafhankelijke media van 21 hogeronderwijsinstellingen blijkt dat antiracisme en genderidentiteit de onderwerpen zijn waarbij de gemoederen het hoogst oplopen.  

Zo werden op de Universiteit van Amsterdam (UvA) een verschillende docenten met de dood bedreigd nadat ze het bestuur opriepen om Jordan Peterson, een omstreden Canadese psycholoog, te weigeren als gastspreker. De docenten schreven in een open brief dat de anti-trans en misogyne denkbeelden van Peterson niet rijmen met basisbeginselen van de universiteit, zoals non-discriminatie en gelijkwaardigheid. Peterson kwam alsnog en trok een volle zaal in Amsterdam.  

En in Groningen ontspoorde bij de UKrant, het onafhankelijke medium van de Rijksuniversiteit Groningen, de reacties op een artikel met de kop ‘Groningen is gewoon heel erg wit’, Daarin vertellen vijf mensen van een etnische minderheid over hun ervaringen in de stad. De UKrant ontving 630 boze reacties, waaronder een aantal woedende met racistische of xenofobe uitspraken. De redactie besloot de reactiesectie te sluiten. 

Hoe navigeren onderwijsinstellingen in dit explosieve landschap? De grootste twistpunten op een rijtje: 

Twistpunt 1: Dekolonisatie en inclusief lesmateriaal 

‘Indoctrinatie’, noemde pedagoog Brian Godor het dekoloniseren van het curriculum in een opiniestuk in Erasmus Magazine, het medium van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Godor zegt dat het leren over de wereld zoals die is, het doel is van onderwijs en onderzoek. Dekolonisatie van het curriculum zou dat doel veranderen naar het ‘scheppen van een nieuwe wereld’. Objectiviteit gaat volgens hem verloren.    

Toch besteden op Tilburg en Wageningen na alle universiteiten en de hogescholen in Rotterdam en Amsterdam aandacht aan inclusiever lesmateriaal of curricula dekoloniseren. Meerdere diversiteitsmedewerkers bevestigen dat Black Lives Matter een impuls heeft gegeven aan het bewustzijn rondom institutioneel racisme en hoe het koloniaal verleden doorwerkt in onze huidige manier van denken. 

Dat bewustzijn is ook bij onderwijsinstellingen binnengekomen. Curricula zijn vaak gestoeld op Europese of westerse perspectieven. Met dekoloniseren proberen opleidingen daar iets aan te veranderen en ruimte te maken voor niet-westerse ideeën en perspectieven.  

Kritiek
Lesmateriaal kritisch door deze lens bekijken ligt gevoelig. In reactie op kritiek laten de diversiteitsmedewerkers van de aan het onderzoek deelnemende onderwijsinstellingen desgevraagd weten dat er nooit sprake is van dwang. Ze benadrukken dat de ontwikkeling van lesmateriaal van onderop komt; het aanpassen is iets wat docenten steeds vaker zelf willen. 

De diversiteitsmedewerkers zien voor zichzelf hoogstens een ondersteunende rol, door bijvoorbeeld een toolkit aan te bieden, waarin docenten kunnen lezen hoe ze kritisch naar hun literatuur kunnen kijken. 

Dimphy HooijmaijersMaar hoe zit het met Fontys? Gebeurt er bij deze instelling iets met dekolonisatie in het lesmateriaal? Zeker, zegt Dimphy Hooijmaijers, een van de twee kartrekkers die de taskforce ‘toegankelijkheid en inclusie’ binnen Fontys begeleiden. “Een van de vraagstukken waar we mee bezig zijn, is inclusief onderwijs.”

Hooijmaijers werkt samen met collega’s aan een raamwerk waarin voor het inclusiever maken van het onderwijs. Het raamwerk is voor docenten, maar ook voor onderwijsontwerpers of managers. Het schrijven start in januari, komend studiejaar moet het worden toegepast.

“Wij steken het alleen wel anders in dan het dekoloniseren van het onderwijs. We trekken inclusief onderwijs breder door uit te gaan van het vlechtwerk van Movisie. Dat gaat in op twaalf verschillende kenmerken die belangrijk zijn voor diversiteit. Dekoloniseren klinkt alsof je iets wegneemt, maar wij willen vooral perspectieven toevoegen.”

 Twistpunt 2: diversiteit is meer dan witte vrouwen aan een baan helpen

Vrouwen waren jarenlang de belangrijkste doelgroep van diversiteitsbeleid op onderwijsinstellingen, maar dat is aan het verschuiven. Inmiddels is het gebruikelijk om niet alleen naar vrouw-zijn te kijken, maar om ook rekening te houden met andere assen van verschil, zoals huidskleur of sociaaleconomische klasse, en hoe die elkaar beïnvloeden.

Zo zal een witte vrouw met hoogopgeleide ouders tegen andere obstakels aanlopen, dan een vrouw van kleur uit een arbeidersgezin. In wetenschappelijke en activistische kringen heet dit intersectioneel denken. Bij alle onderzochte onderwijsinstellingen ligt intersectionaliteit ten grondslag aan het diversiteitsbeleid, blijkt uit dit onderzoek. 

Nieuw beleid
“Wij houden ons hier bij Fontys ook mee bezig op basis van het Movisie vlechtwerk”, zegt Hooijmaijers. “We hebben een gender equality plan. Maar daarnaast is er ook vraag naar een nieuw HR-beleid nu de naam van Fontys Hogescholen verandert in Fontys Hogeschool en het centraler geregeld wordt en niet meer per instituut. Het belang van diversiteit wordt daarin meegenomen.”

Verschillende scholen worstelen ermee, zo blijkt uit het onderzoek, dat hun docentenkorps geen afspiegeling is van hun studentenpopulatie. En dan gaat het verder alleen de man-vrouwverhouding. Hogescholen lijken het hier moeilijker mee te hebben dan universiteiten. Studenten van de hogescholen zijn cultureel diverser dan op de universiteit, verklaren diversiteitsmedewerkers van de hogescholen van Rotterdam en Utrecht.  

Maar hoe doe je dat, een diverser personeelsbestand creëren? Mensen in managementposities, zijn veelal wit, en eerder geneigd om mensen aan te nemen die op zichzelf lijken, aldus de diversiteitsmedewerkers, en hebben impliciete vooroordelen over mensen die anders zijn dan zijzelf.  
 
Trainingen
Alle onderzochte onderwijsinstellingen gaan deze onbewuste vooroordelen inmiddels te lijf met zogeheten unconscious-bias-trainingen om mensen zich hier bewust van te maken. De trainingen zijn vaak niet verplicht. Ook zijn overal handleidingen beschikbaar voor het schrijven van inclusieve vacatureteksten. En diversiteitsmedewerkers pleiten ervoor om te verplichten dat er in vacatures nadrukkelijk wordt vermeld dat de organisatie streeft naar een divers personeelsbestand.  

Dat is ook bij Fontys het geval. Hooijmaijers zegt dat er bij Fontys Hogeschool van de Kunsten een pilot loopt die zich richt op een meer inclusieve selectie bij sollicitaties. Met als hoofdvraag: hoe kun je ervoor zorgen dat je iedereen bereikt met je selectiebeleid, in plaats van alleen de mensen die je nu vaak bereikt?

Het gaat om een mindset, stelt Hooijmaijers. “Kijk naar welke toegevoegde waarde je zoekt voor een bepaalde functie. Dan krijg je een ander soort blik op je sollicitatie dan nu vaak het geval is. Want meestal wordt er bij een sollicitatie gewoon een oude vacaturetekst bij gepakt. Die wordt vervolgens aangepast en opnieuw online gezet.”

“Wat daarbij vaak gezegd wordt, is dat er gezocht wordt naar de beste kandidaat. Ik denk dat je naast kwaliteit, toegevoegde waarde als uitgangspunt moet nemen. En bovendien geloof ik niet dat de kwaliteit minder wordt als je op een andere manier zoekt.”

Volgens Jules van Binsbergen, hoogleraar Financiële economie op de Universiteit van Pennsylvania, zijn overigens diversiteitsverklaringen een manier om te testen of sollicitanten aan de ‘juiste’ politieke kant staan. Hij waarschuwt dat hierdoor ook in Nederland academische vrijheid onder druk komt te staan, zoals volgens hem in de Verenigde Staten al het geval is. 

Twistpunt 3: Er is meer dan hij en zij

Vrijwel alle administratiesystemen op onderwijsinstellingen zijn ingericht op de tweedeling mannen en vrouwen. Dat past niet meer bij het huidige denken over sekse en gender. De zichtbaarheid en emancipatie van de transgendergemeenschap zit in een stroomversnelling. Ook zijn er steeds meer mensen die zich als non-binair identificeren.  

Marco Strijks, Liaison Officer Diversity & Inclusion op de Saxion Hogeschool, benadrukt dat de vraag om verandering niet uit het diversity office, maar van studenten komt. “Ik krijg veel klachten over hoe gender en aanhef in ict-systemen staan. Daarin is geen ruimte voor non-binaire personen, of er worden verkeerde voornaamwoorden gebruikt. Dat aanpassen stuit op allerlei bureaucratische hindernissen. Het is mijn taak om daarbij te helpen.”  

Strijks is niet de enige die vragen over het aanpassen van sekseregistratie krijgt. Het aanpassen van registratiesystemen speelt op bijna alle onderwijsinstellingen. Op de EUR is het recent wel gelukt. Daar kunnen studenten voortaan hun voornaamwoorden aanpassen in onderwijssoftware Canvas.  

Voornaam
Fontys is er druk mee bezig om registratiesystemen aan te passen. Hooijmaijers: “Het is iets wat speelt en het is ook iets wat we proberen steeds beter te doen. Wat bij ons al heel lang goed gaat, is dat wij mensen aan proberen te spreken bij een voornaam. Dus niet met een voornaamwoord zoals hij, zij of die. Als het om bijvoorbeeld de diploma's gaat, willen we het gemakkelijker maken om de student zelf de aanhef te laten bepalen.”

Heeft ze het puur en alleen over systemen, dan is het streven om die veel student- en medewerkersvriendelijker te maken. “We zijn daar al druk mee bezig. We willen dat iedereen straks kan worden aangesproken op de manier waarop dat gewenst wordt. Je moet niet meer alleen kunnen kiezen uit man, vrouw of overig. Er moeten meer opties zijn, zoals de ‘g’ van ‘geen antwoord willen geven’. De ‘x’. Of ‘anders, namelijk’. Dan trek je het zo breed mogelijk.”

Om erachter te komen wat nou de juiste opties zijn die in zo’n systeem kunnen worden weergeven, schakelde Hooijmaijers de hulp in van de mensen achter de Fonys Pride Community. Zij zijn immers ook degenen die aan de bel trekken als er op dit gebied iets niet klopt.

Beleefd
Er is een kloof tussen hoe medewerkers en studenten over dit onderwerp denken, ziet Sommerey van de Universiteit Maastricht. “Voor de meeste studenten is het normaal, een beleefdheid, om je voornaamwoorden te verkondigen als je iemand ontmoet. Voor veel docenten is het een stap te ver. Ze begrijpen niet waarom het nodig is, of ze weten niet hoe ze erover moeten beginnen.”  
 
Er zijn docenten die studenten liever niet voor het blok zetten in een college. Ze willen juist ook ruimte geven aan studenten die er nog niet helemaal uit zijn en niemand dwingen om zich publiekelijk uit te spreken over hun genderidentiteit.

Twistpunt 4: Iedereen naar dezelfde wc

Alle onderzochte universiteiten en hogescholen hebben inmiddels tenminste één all-gender- of genderneutraal toilet. De toiletten zijn bedoeld voor iedereen, ook voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren.  

Fontysbreed zijn er meerdere plekken waar genderneutrale toiletten te vinden zijn. Vaak geïnitieerd door de Pride Community of de daaronder vallende Gender Sexuality Alliances (GSA’s). “Op de Fontyslocatie aan de Dominee Theodor Fliednerstraat was het de gebouwbeheerder die het onder de aandacht bracht, terwijl bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten juist de studenten en medewerkers zich hard maakten voor een genderneutraal toilet.”

Ombouwen
Nu worden de keuzes voor genderneutrale toiletten nog per Fontyslocatie gemaakt, maar Hooijmaijers kan zich voorstellen dat er later een Fontysbreed advies komt over dit onderwerp. Wat ze alleen niet ziet gebeuren, is dat alle damestoiletten omgebouwd zullen worden tot genderneutrale toiletten. Bij de Saxion Hogeschool was dat in eerste instantie wel het geval.

“Je hebt mensen die graag genderneutrale wc’s willen, maar er zijn ook mensen die dat juist niet willen. Denk aan dames met een hoofddoek. Zij vinden het onaangenaam als er zomaar een man binnenloopt terwijl ze net met hun hoofddoek bezig zijn.”

Op alle universiteiten en hogescholen, dus ook bij Fontys, zijn daarom ook nog steeds aparte mannen- en vrouwentoiletten.  [Manon Dillen, Karen Luiken, Jan Ligthart]

Boilerplate

Het onderzoek naar diversiteit en inclusiviteit is uitgevoerd in opdracht van de onafhankelijke media van de universiteiten en hogescholen die zijn aangesloten bij de Kring van Hoofdredacteuren van hogeronderwijsmedia.

Voor dit onderzoek zijn 36 beleidsdocumenten van 21 onderwijsinstellingen (13 universiteiten en 8 hogescholen) geanalyseerd. Dit betreft visies, strategieën, nota’s, actieplannen en position papers waarin onderwijsinstellingen hun plannen kenbaar maken. Voor dit onderzoek spraken we met diversiteitsmedewerkers van dertien universiteiten en zeven hogescholen over hun werk.

Dit zijn de instellingen die in kaart zijn gebracht:
Fontys hogescholen, Rijksuniversiteit Groningen, Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Utrecht, Universiteit Twente, Avans hogescholen, Technische Universiteit Eindhoven, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Radboud Universiteit Nijmegen, Hogeschool Utrecht, Technische Universiteit Delft, Hogeschool Arnhem Nijmegen, Maastricht University, Hogeschool van Amsterdam, Hanzehogeschool Groningen, Tilburg University, Saxion hogeschool, Universiteit van Amsterdam, Wageningen Universiteit, Universiteit Leiden.

Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.