Eindhoven,
24
november
2017
|
10:00
Europe/Amsterdam

De falende onderwijsfabriek

Collega’s hebben vaak een laptop, een tablet én een smartphone. Levert dat veel tijd op, vraag ik dan, al die mooie apparaatjes? Meestal geven ze dan schoorvoetend toe dat ze vooral tijd kosten. Al die mooie apparaatjes.
Ze maken ons communicatiever, maar misschien wel niet productiever.

Wat betekent dat voor het onderwijs in het algemeen? Ik heb het ‘onderzocht’ met behulp van de karikatuur van de onderwijsfabriek. Je hebt een grondstof (de ‘domme’ student) die je bewerkt tot een eindproduct (de ‘slimme’ student). Je belangrijkste productiemiddelen zijn docenten, gebouwen en IT.

Een beetje fabriek heeft de afgelopen 15 jaar enorme stappen gemaakt dankzij technologie. Van 1000 producten per uur met 100 man naar 10.000 producten met 10 man. Bijvoorbeeld. Hoe zit dat met de onderwijsfabriek?
Daarvoor heb ik jaarverslagen bekeken van de afgelopen 15 jaar. Dit viel op:

  • In 2002 was het veel goedkoper om een student op te leiden;
  • In 2002 waren er ongeveer evenveel studenten per medewerker als nu;
  • We hebben (als Fontys) in 15 jaar minimaal 350 miljoen uitgegeven aan IT.

Kortom, als we al een fabriek zijn, dan toch geen succesvolle. Ons product wordt duurder én we produceren nog steeds met evenveel medewerkers. Medewerkers met prachtige IT-hulpmiddelen. iPads, laptops, smartphones, cloudapplicaties! Je zou dus verwachten dat ze het rustiger hebben dan ooit. Dat er tijd is voor verdieping en aandacht. Maar het tegenovergestelde is vaak waar.
Waarom? Compliancy? Onderwijsvernieuwing? Veeleisende Ouders? Veranderende maatschappij?
Of zijn we niet productiever geworden, maar alleen maar communicatiever?

Rens van der Vorst is technofilosoof, hoofd IT Innovatie bij Fontys en auteur van 'Appen is het Nieuwe Roken'.