Eindhoven,
15
december
2021
|
12:21
Europe/Amsterdam

'Datacentrum zoals bij Zeewolde is onmisbaar’

De gemeenteraad in Zeewolde besluit volgende week over het grootste dataproject van het land. Vier Fontys-lectoren schrijven in onderstaand opiniestuk bang te zijn dat het grote belang van zo'n datacentrum ondersneeuwt door ‘onnodige onrust, gedoe en emoties’.

Het geplande datacentrum zal Zeewolde voorgoed een ander aangezicht geven: het miljoenenproject van Meta omvat maar liefst 166 hectare. Maar is de negentienkoppige gemeenteraad wel geëquipeerd te besluiten over zo’n complex en ingrijpend project?

Een interessante vraag daar het debat over datacentra in diverse gemeenten tot veel onnodige onrust, gedoe en emoties leidt.
Voor betere besluitvorming over datacentra is een nuchterder debat hard nodig en vooral veel meer transparantie en duidelijkheid over de rollen van diverse overheidslagen.

Momenteel gaat het vooral over veronderstelde lokale onkunde en over de vermeende regie en rol van het Rijk achter de schermen. Dit voedt het wantrouwen en het gevoel dat burgers genegeerd worden. Zeker bij ‘not-in-my-backyard-projecten’ als een datacentrum is dit funest.

Poezenfilmpjes
Datacenters zijn noodzakelijke schakels voor een toekomstbestendige economie die van steeds groter belang worden. Zeker naarmate digitale transformatie in vrijwel alle sectoren een van de voornaamste ontwikkelingen is. We kunnen platgezegd niet met z’n allen online uit onze bol gaan tijdens Black Friday, schattige poezenfilmpjes delen via onze socials en intensief gebruik maken van online werkplekken zonder dat hier een stabiele infrastructuur voor is. En daar is – letterlijk – ruimte voor nodig.

Maar liever niet in onze achtertuin. En liever ook niet gepaard met een enorme druk op de energiemarkt. Dit soort belangrijke besluiten vragen transparantie en helderheid over rollen en moeten niet afhankelijk zijn van wroeten van onderzoeksjournalisten mede op basis van Wob-verzoeken.

Negatieve berichtgeving
In het debat lopen veel zaken door elkaar heen. Om er een paar te noemen: geruzie over de bruikbaarheid van restwarmte of werkgelegenheid rondom datacenters, vragen over de verloedering van het landschap en de onevenredig grote hoeveelheid benodigde stroom. Dit leidt tot vooral negatieve berichtgeving.

Dat is zonde, want het gaat voorbij aan de potentie om creatieve en innovatieve manieren te bedenken waardoor datacenters een geïntegreerd en gewaardeerd element worden in de infrastructuur van onze steden en het versterken van de duurzame innovatie van ons mkb. Een aantal zaken zou daarbij kunnen helpen.

Allereerst is het belangrijk om betere wetenschappelijke duiding te krijgen over een aantal pijnpunten, ontdaan van politieke lading. Op dit moment zijn bijvoorbeeld de wetenschappelijke inzichten rondom restwarmte erg gefragmenteerd en vaak opgedaan in de context van een bestaand – verhit – debat. Zo zien we een groot verschil in het eindrapport van Berenschot over de potentie van restwarmte in de discussie rondom de gemeente Hollands Kroon en de –veel optimistischere- positie van de Dutch Datacenter Association.

Belangen
Daarnaast zou het helpen wanneer de politieke beslissingskaders helder en meer eenduidig zijn. Lokale actoren spelen bij de besluitvorming rondom datacenters de rol van zowel wetgever, beleidsmaker als verkoper. En het is vaak onduidelijk hoe binnen die rollen rekening gehouden wordt met verschillende belangen.

Hierdoor ontstaat meer dan eens de indruk van een amateuristische en rommelige besluitvorming die weinig transparant is. Er is vooralsnog weinig regie vanuit de Rijksoverheid hierin. Daarnaast ontbreken veelal processen waar ook burgers bij betrokken worden om te komen tot een creatieve inbedding in het landschap.

In onze ogen wordt de discussie door alle versnipperde informatie, onduidelijke rollen en communicatie en ontbrekende overheidsregie onnodig complex gemaakt en voedt dit het wantrouwen. Het gevolg is dat men belangrijke maatschappelijke waarden niet goed herkent, en er een gevoel ontstaat dat burgerbelangen het afleggen tegen die van een multinational. Dit slaat de drang om samen naar oplossingen te zoeken volledig dood.

En dat is een gemiste kans, want het is nog maar zeer de vraag of die belangen op de lange termijn zover uit elkaar liggen. Iedereen is tenslotte gebaat bij een goede digitale infrastructuur, en een duurzame, innovatieve integratie in het ontwerp van de slimme stad van de toekomst.

Daniëlle Arets is lector Journalistiek en Verantwoorde Innovatie, Cees-Jan Pen is lector de Ondernemende Regio, Gerard Schouten is lector AI & Big Data en Bart Wernaart is lector Moral Design Strategy, allen bij Fontys Hogescholen. Dit opinie-artikel verscheen op 11 december ook in De Stentor. 

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
F. Maas
17
December
2021
"Iedereen is tenslotte gebaat bij een goede digitale infrastructuur." Zijn daar per se zulke c.q. zoveel datacenters voor nodig? Kan het ook niet zonder "cloud"? Wat verstaat men onder "goed"?

"en een duurzame, innovatieve integratie in het ontwerp van de slimme stad van de toekomst." Slimme stad = stad met dingen die aan i-net gekoppeld zijn? Overdreven gebruik van op bijna idiote welvaartsgroei gebaseerde mogelijkheden? Big brother is watching your garbage disposal?


Geert Jan
08
January
2022
Beste F., de discussie over de mate waarin we onze wereld aan internet koppelen mag zeker gevoerd worden, maar staat los van wat hierboven beschreven wordt. Kan het ook niet zonder 'cloud'? Nee, want internet, of beter gezegd: 'alles wat op internet te vinden is' (de inhoud), IS de cloud. Zonder datacenters had jij je reactie hier niet kunnen geven. Sterker nog, dit artikel niet eens kunnen lezen. Dan had je het dus in de Stentor moeten lezen en een brief kunnen sturen naar de krant. Op zich niks mis mee, zie mijn eerste zin, maar dat het een verschil maakt, moge duidelijk zijn.