Coach!
Na een onbevredigend commercieel cabaretklusje liftte ik met M. mee. M. is muzikant, wielrenner en docent en we raakten in gesprek over lesgeven en plots viel het begrip coach. “Ik ben een populaire docent, niet omdat ik dat wil maar omdat mijn studenten mij ervaren als een coach, niet als een alwetende leraar die abstracte begrippen de ruimte inslingert”.
Hij vertelde ook over de weerstand die hij kreeg van veel collega’s die helemaal geen zin hebben in dat gecoach. “Ze blijven als vermeende alwetende leraar in hun comfort-zone.”
Of, zoals ik het mijn gymleraar van weleer ooit hoorde zeggen nadat ik weigerde een nogal onmanlijke turnoefening te doen: “Kijk, als je in je stront zit is het wel warm maar het begint toch wel te stinken op enig moment”, waarop ik heel erg moest lachen waarna ik veertig sprintjes moest trekken waardoor ik begreep wat hij bedoelde. Ik weet niet of dat goeie coaching is maar het werkte wel.
Met terugwerkende kracht had ik graag coaches gehad in plaats van docenten. Wat moest ik nou met dat rijtje Duitse naamvallen; waarom alle verschillen tussen reptielen en amfibieën uit mijn hoofd leren? Die beesten weten het zelf niet eens!
Ik kan heel veel voorbeelden geven van nutteloze kennis omdat ik die kennis nooit in de praktijk mocht ervaren en omdat er wel van mij verwacht werd er een cijfer voor te krijgen als ik het na even nutteloze uren studie uit mijn hoofd had geleerd. Het stomste is nog dat ik nog altijd weet welke cijfers ik ervoor kreeg, maar de kennis die erbij hoorde al lang ben vergeten. Behalve dan die uitspraak van de gymleraar, die ik nota bene zelf regelmatig en met succes gebruik.
Luc de Graaf speelt in het theater, schrijft verhalen en maakt korte filmpjes.