COLUMN, Tom Botma,
04
maart
2024
|
09:46
Europe/Amsterdam

Cijfers en letters

Samen met vrienden hebben we het de Fontysmalaise genoemd. Het gaat om het gebrek aan motivatie, doordat de lat zo laag ligt, omdat er voor beoordelingen geen cijfers meer worden gebruikt. Een G voor goed, of een U voor uitzonderlijk voelt gewoon niet zoals een 7 of een 8. 

De nieuwe trend om cijfers te vervangen met letters bevalt mij niet. Ik wil niet hetzelfde resultaat hebben als iemand die vrijwel niets heeft gedaan, maar op een of andere manier gebeurt dat toch. Daardoor krijg ik het gevoel dat het niet zoveel uitmaakt wat ik doe, als mijn proces maar goed is. Wat dat concreet ook zou mag betekenen. Ik krijg toch wel een G. 

De teleurstelling die je krijgt van een 6 terwijl je een 7 verwachtte, motiveert je. De voldoening die je krijgt van een 8 op een opdracht waar je erg je best voor hebt gedaan, zorgt voor het beste gevoel. Het verschil tussen een 8 en een 9 voelt als kilometers. Het verschil tussen een U en een G is onduidelijk. 

Bovendien werkt dit ook helemaal niet als het gaat om de aansluiting op een vervolgstudie. Laatst vroeg de Universiteit van Amsterdam aan mij of ik mijn cijferlijst door wilde sturen omdat ik informatie wilde over een master. Hoe kan ik dan letters doorsturen?

Voor mij hebben de letters er in ieder geval voor gezorgd dat mijn standaarden zwaar zijn gedaald. Motivatie voor goede cijfers is weg, en met mijn minor heb ik weer het genot van de cijfers ontdekt. Ik hoop echt dat Fontys kan erkennen dat de cijfers terugbrengen de goede optie is. Geef me mijn hoge lat weer terug. Geef me de voldoening van een acht. 

Tom Botma is derde/vierdejaarsstudent Fontys Journalistiek in Tilburg. 

Reageren kan hieronder. Eenmaal gepubliceerde reacties worden niet verwijderd

Reacties 1 - 7 (7)
Bedankt voor uw bericht.
Harry Maathuis
09
March
2024
Ik denk dat de discussie over een meer of minder fijn verdeelde differentiatie in prestatiebeoordelingen te kort schiet wanneer de frequentie van beoordelingsmomenten niet wordt meegenomen. Wanneer elke studiewwek wordt afgesloten met een beoordelingmoment is het volstaan met een 2 tot 4 punts schaal prima te verdedigen. In het voorbeeld van JP Ligthart - 7,2 voor handstand - is de beoordeling volledig logisch wanneer de test uit 100 handstanden bestond en de betreffende student er 72 goed en 28 fout deed.

Uiteindelijk gaat het erom de ontwikkeling van de student op een specifiek vlak zo goed mogelijk in beeld te brengen voor zowel student als docent.
Daarbij is het scherp en objectief omschrijven van de verwachten studievoortgang en de cesuur die voor de onderscheiden niveaus wordt gehanteerd zeker zo belangrijk.

Logischerwijs voelt een onderscheid tussen goed/fout of O/V/G veel scherper en moet m.i. daarom ook scherper worden omschreven dan het verschil tussen 7,1 en 7,2. Wanneer een specifiek vakgebied zich minder leent voor proceduregewijze of praktische trainings- en toetsingsmethoden en beoordelingen van docenten meer subjectieve aspecten omvatten, is de beste manier het aantal toetsmomenten te verhogen zodat door middeling meer objectiviteit ontstaat.


Eric Swiggers
08
March
2024
In feite is het een verschil in differentiatie: een 4-punts schaal of een 10-punts schaal als beoordeling. Ik denk dat gemotiveerde studenten meer gebaat/voorstander zijn van cijfers, minder gemotiveerde studenten vsn de 4-punt schaal (letters). In ieder geval een herkenbaar verhaal van Tom, en ben het ook wel met hem eens.
Teun Borst
08
March
2024
Waarom wil je zo graag een (hoog) cijfer? Je schrijft een column voor Bron die door duizenden medewerkers en studenten van Fontys gelezen wordt. Je snijdt een actueel thema aan en brengt met je tekst een discussie op gang. Hoe meer mensen herkenning voelen en reageren, hoe meer dat zal motiveren om door te gaan met het schrijven van columns. Is dat niet de motivatie waarvoor je ooit aan je opleiding Journalistiek begon?
JP Ligthart
08
March
2024
Ik kan me voorstellen dat het voor een aantal studenten zo werkt; dat cijfers een positieve motivatie geven. Echter is mijn ervaring dat er ook heel veel studenten zijn die het als een last zien. Bij wie tentamens, en cijfers, juist tot meer druk/stress leiden. In een opleiding, waar studenten het vak nog moeten leren wil je juist zelfvertrouwen trainen, en ze iedere keer laten zien wat ze al geleerd hebben en wat er nog te leren is. Dus niet de focus op wat ze nog niet kunnen. Tentamen/cijferstress werkt daarbij in mijn ervaring voor de meeste studenten averechts. Het is kortom de verkeerde motivatie.

En wat betekent een cijfer? In veel gevallen zijn beoordelingen niet exact: wat maakt iets een 6 of een 8 of (nog erger) een 6,2? Een recent voorbeeld is dat mijn zoon op de middelbare school bij de gymles een 7,2 kreeg voor het doen van de handstand. Wat betekent een 7.2 in zo'n geval? Wat maakt dit geen 7,3 of 7,1? En is deze granulariteit uberhaupt relevant?

Ik wil mijn studenten motiveren door vooral te wijzen op wat ze geleerd hebben en hoe ze zichzelf verder kunnen ontwikkelen. De prestatie zelf moet trots geven, niet het vaak arbitraire cijfer wat er door een docent aan gekoppeld wordt. Ik snap dat hetzelfde cijfer halen als een student die voor je gevoel niks gedaan heeft irritant kan zijn, maar de vraag is dan wel: als die student niets gedaan heeft, hoe komt hij/zij dan aan een G? Volgens mij is de manier van graden in dat geval niet het probleem.
Henk Verhoeven
04
March
2024
Fijn dat nu ook studenten zich mengen in de discussie rondom onderwijsvernieuwingen die her en der binnen Fontys uitgerold worden en de veelal negatieve uitwerkingen daarvan. Geeft Tom aan dat er in zijn opleiding in ieder geval nog een U verdiend kan worden; in de praktijk die ik tegenkom is de beoordelingsschaal vaak al teruggebracht tot O, V of G. En er gaan zelfs al stemmen op het nog verder te reduceren tot Voldaan of Niet-Voldaan.

Maar even terug naar de O/V/G indeling. Het V (voldoende) gebied omvat dan alles tussen laten we zeggen een 5,5 en een 7,5. Daarboven mag dan een G gegeven worden, maar dat bestrijkt dan weer alles tussen een 8,0 en een 10. Begrijpelijk dat studenten gefrustreerd raken: “..Ik wil niet hetzelfde resultaat hebben als iemand die vrijwel niets heeft gedaan..” zoals Tom Botma het treffend verwoordt, hoor ik helaas maar al te vaak terug van mijn studenten. We vinden het kennelijk not-done onderscheid te maken en deze bedenkelijke trend plaats ik in dezelfde categorie als universiteiten die de mogelijkheid om Cum Laude af te studeren de nek omgedraaid hebben. Meritocratie – het idee dat er onderscheid gemaakt kan, mag en moet worden en de besten ook de belangrijkste posities moeten bekleden – is een centraal onderdeel van cultuur die ons zoveel welvaart en voorspoed heeft gebracht (..dit los van het feit of deze waarde ook altijd consequent is doorgevoerd..). Het inclusie denken komt op voor de zwakkere broeders – en daar is veel voor te zeggen – maar we hebben onvoldoende oog voor de nefaste uitwerking van dit gedachtegoed op de bovenlaag, de gemotiveerde en getalenteerde studenten. Hoewel vaak in één adem genoemd gaan Inclusiviteit en Diversiteit daarom niet samen; we duwen iedereen in de grijze, grauwe middelmaat. Niks diversiteit dus. Tom verwoordt heel scherp waar dat toe leidt; demotivatie, de lat verlagen en focus op “het proces”. Natuurlijk is reflectie goed, maar het is van een ondersteunende activiteit verworden tot - lijkt het wel - de kern van ons onderwijs; en dat is een ontwikkeling waar we hele serieuze vraagtekens bij moeten zetten.
Marc Mussaeus
04
March
2024
Dat klinkt inderdaad niet erg motiverend. Kan iemand hier verduidelijken waar de keuze voor het afschaffen van de cijfers op gebaseerd was?
Bart Verhagen
04
March
2024
Ik begrijp dat het beoordelingssysteem met de letters zijn voor- en nadelen heeft. Als alumni van FICT deelde ik vroeger de mening dat het soms onduidelijk kan zijn wat er van je verwacht wordt. Ik waande me gedurende het gehele semester in onzekerheid of ik voldoende bewijslast kon verzamelen voor het aantonen van de leerdoelen. Tegelijkertijd, als ik dezelfde beoordeling kreeg als iemand die daar beduidend minder voor deed, dan gebruikte ik dit als punt voor zelfreflectie. Wat deed die persoon anders om dezelfde beoordeling te krijgen? Bijvoorbeeld, soms bleek dat ze beter waren in het concreet verwoorden van wat ze gedaan en geleerd hadden. Terwijl ik eigenlijk zonder plan werkte en er aan het einde van het semester een heel verhaal over schreef. Toen ik mijn studie aan de Universiteit van Tilburg begon, was de omschakeling van het lettersysteem naar het cijfersystem wennen. Maar mijn kritische houding is niet veranderd. Bijvoorbeeld, haalt iemand een 9 terwijl ik een magere 5,5 heb gekregen? Dan stap ik op die persoon af en vraag hoe die voor het examen geleerd heeft. Daardoor zag ik mijn cijfers in hoog tempo veranderen naar 7, 8 en 9. Hopelijk inspireer ik je met mijn ervaring in dit beoordelingssysteem.
Catelijne Netten
12
March
2024
Interessante discussie, die al jaren vaak gevoerd wordt. Wat ik mij afvraag Tom, waarom heb jij die extrinsieke motivatie zo sterk nodig? Waarom wil je een cijferstempel krijgen? Leren is ergens beter in worden, en om een diploma te krijgen moet je bepaalde dingen kunnen aantonen. Er zijn altijd mensen die zaken beter of slechter in de vingers hebben dan jij. Waarom wil je je zo graag vergelijken met anderen? In het werkzame, professionele leven krijg je ook geen cijfers. Dan moet je ook op jezelf en je eigen intrinsieke motivatie om ergens beter in te worden, vertrouwen. Bij het geven van een cijfer, stopt het leren, zeggen ze wel eens (bij een letter ook trouwens). Dan heb je je stickertje gekregen... Zelf ben ik veel meer voorstander van een voortgangsschaal. Van onbepaald, naar orienterend, naar beginnend, naar geoefend naar gevorderd. Het gaat er tenslotte om dat jij, de lerende, ergens goed (genoeg) in wil worden, en dat is een proces. Ik wens je succes, en ik gun je zelfvertrouwen om je eigen pad te kiezen, en niet afhankelijk te zijn van cijfers (en ook niet oordelen over andere studenten, die volgens jou 'niets gedaan hebben', terwijl dat wel heel kort door de bocht is, naar mijn mening)