Eindhoven,
24
januari
2019
|
17:01
Europe/Amsterdam

Bredere inzetbaarheid zou scholieren naar pabo trekken

Scholieren zouden meer interesse hebben om een pabo-opleiding te gaan doen, als ze daarmee breder inzetbaar zouden zijn. Dat ze ook kunnen lesgeven in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld. Dat blijkt uit onderzoek dat de Tweede Kamer vandaag bespreekt. Uit het onderzoek blijkt ook dat het huidige imago, salaris en carrièreperspectief van de onderwijzer negatief werken op de keuze voor de pabo.

Studieplatform Qompas voerde het onderzoek uit op verzoek van het onderwijsministerie in verband met het lerarentekort. Qompas onderzocht onder welke voorwaarden scholieren en mbo-4 studenten een grotere interesse in het volgen van de pabo laten zien. 

Trots
De redenen voor scholieren en mbo’ers om wél te kiezen voor het vak van leraar op een basisschool zijn dat ze dan iets kunnen betekenen voor anderen.

Ze zouden ook trots zijn als ze tegen hun familie kunnen vertellen dat ze onderwijzer zijn. Ook baanzekerheid speelt een belangrijke rol.
 

Qompas ontdekte daarbij dat meer jongeren zouden kiezen voor de pabo als ze er meer mee zouden kunnen. Dat ze er ook jeugdhulpverlener mee kunnen worden, nog een vak kunnen geven in de onderbouw van het voortgezet onderwijs of gymles geven.

Imagoprobleem
De redenen waarom veel ondervraagden het vak toch niet zo aantrekkelijk vinden, zijn het imago, het salaris en de doorgroeimogelijkheden. Met name havisten en mbo’ers vallen over het salaris. Vwo’ers vinden dat een onderwijsbaan te weinig carrièreperspectief en intellectuele uitdaging biedt.

Opvallend is dat 40 procent van de scholieren en mbo’ers ook hun eigen ervaringen noemen om niet voor het leraarschap te kiezen. Vooralsnog hoeven de pabo’s ook niet te rekenen op een evenwichtige mix tussen meisjes en jongens. Van de ondervraagden hebben de meisjes twee keer zoveel interesse in een pabo-opleiding als jongens. [Petra Merkx]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.