Eindhoven,
15
februari
2019
|
10:09
Europe/Amsterdam

Beter overzicht en makkelijker switchen bij economiestudies

Wie bij Fontys een economische opleiding wil gaan doen, komt terecht in een labyrint van opleidingen. Wat moet je kiezen? En heb je spijt van je keuze, dan is switchen heel lastig. ‘De student verdient beter’, concludeerde onderzoeksbureau Twynstra en Gudde vorig jaar.

Leestijd, 3,5 minuut
Sinds dat advies werd uitgebracht zijn de directeuren van de 9 economische instituten van Fontys (in Eindhoven, Venlo en Tilburg) in opdracht van het College van Bestuur bezig met een grote ‘herpositionering economisch domein’. HED, zoals zij het zelf noemen.

Niet alleen studenten hebben last van de wirwar aan opleidingen, ook het werkveld klaagt over het onheldere aanbod bij Fontys. Het kan voorkomen dat een bedrijf op een dag twee verschillende stagebegeleiders ontvangt, van verschillende economie-opleidingen. “Het werkveld ziet vaak het verschil niet en wil graag één aanspreekpunt”, aldus de Eindhovense directeur Ronald Philipsen.

Afname instroom
Ook de cijfers waren aanleiding om het roer om te gooien. De instroom bij de economische opleidingen nam bij Fontys de afgelopen vijf jaar (tot 2017) met 18 procent af, terwijl de landelijke daling 5,5 procent was. Doordat switchen tussen de opleidingen bijna niet mogelijk is, is de uitval hoog. Van de studenten die in de propedeuse uitvallen verlaat maar liefst 75 procent Fontys.

“Iedereen ziet wel in dat er kansen liggen bij een betere samenwerking”, zegt Joris Fiers, tot voor kort directeur Fontys Economische Hogeschool Tilburg en nu directeur van de Juridische Hogeschool.

Wildgroei
“We zijn er al heel lang over aan het praten. Er was een wildgroei aan opleidingen. We werden steeds maar groter”, zegt Harm Greve, voorzitter van de medezeggenschapsraad van een van de betrokken instituten, Hogeschool Communicatie in Eindhoven. “Maar procedures veranderen is lastig. Het lukte niet om dit proces bottom-up te organiseren, waardoor deze instituutoverstijgende aanpak blijkbaar nodig was.”
 

“Het werkveld ziet vaak het verschil niet en wil graag één aanspreekpunt”
Ronald Philipsen

De 27 instituten (of hogescholen) bij Fontys werken heel autonoom en dat was ook een van de redenen dat het bij de economische opleidingen uit de bocht vloog. In Tilburg konden bijvoorbeeld twee instituten los van elkaar een nieuwe opleiding Commerciële Economie of een variant ervan beginnen, zonder overleg.

Makkelijker overstappen
Er zijn inmiddels verschillende besluiten genomen om het voor de student beter te maken. Overstappen naar een andere studie wordt bijvoorbeeld makkelijker. Dat kan vanaf komend studiejaar binnen vier weken na aanvang van de studie, in principe zonder belemmering, binnen alle opleidingen van het economisch domein. 

Er wordt ook gewerkt aan het makkelijker switchen na een semester. Studieloopbaanbegeleiders gaan spijtoptanten intensiever helpen. “Zij moeten zorgen voor een warme overdracht naar een andere opleiding”, zegt programmanager HED Robert Gielisse.

Duidelijker aanbieden
En: Fontys gaat de opleidingen veel duidelijker presenteren. Als je straks op de website zoekt naar bijvoorbeeld een communicatie-opleiding, dan krijg je niet een rijtje met 9 verschillende opleidingen, maar je komt op een ‘landingspagina’.

“Daarop staat duidelijk wat de verschillen zijn tussen deze opleidingen, wat helpt bij het maken van keuzes”, zegt Gielisse. Ook de locaties gaan zich duidelijker profileren, afhankelijk van de regio waarin ze zich bevinden.

 

“Iedereen ziet wel in dat er kansen liggen bij een betere samenwerking”
Joris Fiers

Er wordt ook wat aan de wildgroei gedaan. Zo is afgesproken dat instituten niet langer zomaar een nieuwe opleiding beginnen zonder overleg met andere directeuren. Er komen ‘CROHO-eigenaren’ die verantwoordelijk worden voor de ontwikkelingen binnen een CROHO-opleiding (elk type opleiding heeft zijn eigen registratienummer in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs). Daardoor kunnen ook accreditaties gezamenlijk worden uitgevoerd.

Water door de rivier
Het zijn allemaal keuzes waarvoor achter de schermen, in de Onderwijs en Examen Reglementen (OER) en bijvoorbeeld in de onderwijsprogramma’s, grote wijzigingen moesten en moeten worden aangebracht. “Er moest heel wat water door de rivier”, aldus Fiers.

Een belangrijke wijziging om overstappen makkelijker te maken is dat vanaf studiejaar 2020 de zogenoemde BNS-norm voor alle economie-opleidingen 52 wordt. BNS staat voor Bindend Negatief Studieadvies: studenten moeten het eerste jaar 52 studiepunten halen om verder te mogen met hun studie.

“Die beslissing was voor onze medewerkers heel ingrijpend”, vertelt Fiers. “We hadden net uitvoerig gediscussieerd over de invoering van een norm van 60, een jaar eerder. Dat is verweven in heel je onderwijsprogramma.”

 

Stel dat een minister zo’n maatregel oplegt, dan doe je het ook.”
Bram ten Kate

“Het vergt veel werk om alles weer om te bouwen, dat is de reden dat we dit pas in 2020 starten”, beaamt Bram ten Kate, directeur in Venlo. “Maar het maakt ons sterker als domein. Uiteindelijk hebben we besloten dat we moesten stoppen met praten over de details en het gewoon moesten doen. Stel dat een minister zo’n maatregel oplegt, dan doe je het ook.”

Fusie in Eindhoven
In Eindhoven leidt de herpositionering ook tot het samengaan van de vier economie-instituten: Marketing Management (FHMM), Financieel Management (FHFM), Communicatie (FHC) en Management, Economie en Recht (MER).

“Dat maakt het veel makkelijker om samen te werken. Bijvoorbeeld op het gebied van uitwisseling van docenten of het samen organiseren van evenementen.” Bovendien was er een natuurlijk moment omdat net twee directeuren vertrokken, vertelt Ronald Philipsen, die samen met Anja Klomps een tweekoppige directie gaat vormen bij het nieuwe instituut.

In Tilburg blijven de instituten gescheiden, vooral vanwege de grote verschillen daar. Journalistiek is er bijvoorbeeld een vreemde eend in de bijt. En ACI (Academy for Creative Industries) is een nog relatief jonge loot aan de stam, die nu bezig is om zelf alles goed op poten te krijgen, na een turbulente opstartperiode.

Maar de samenwerking is al wel volop op gang gekomen”, zegt Fiers. “Vroeger staken wij hier nooit het grasveld over van ons gebouw naar ACI. Nu wel.”

Eenheidsworst
Leidt al die samenwerking niet tot eenheidsworst? Daar zijn de directeuren niet bang voor. Philipsen: “Deze beweging is vooral bedoeld om ons portfolio logischer weg te zetten en het voor onze studenten makkelijker te maken.”

 

“Het is een megaoperatie.”
Harm Greve

Behoud van de kleinschaligheid en eigenheid van opleidingen staat daarbij voorop, zegt de directeur. “Onderwijsteams blijven belangrijk en bepalen de inhoud van het onderwijs binnen hun opleiding.”

De directeuren starten dit voorjaar wel met een portfolioboard, een overleg om op strategisch niveau naar het aanbod van opleidingen te gaan kijken. “We gaan kijken waar nog overlap is en waar het nog logischer kan.”

Instemming
De medezeggenschapsraden van de instellingen (IMR’s) hebben steeds ingestemd met de genomen besluiten, hoewel er in het begin wel wat meer weerstand was.

“Op papier is zo’n plan mooi, maar er zijn natuurlijk grote cultuurverschillen tussen instituten”, zegt IMR-voorzitter Harm Greve. “Er is ook veel onzekerheid, met name bij de ondersteunende diensten. Wat gaan de veranderingen voor hen betekenen? Dat is nog niet helemaal duidelijk.”

Er was volgens Greve in het begin te weinig gecommuniceerd en er werd geen draagvlak gecreëerd. “Wij hebben daar wat van gezegd en toen is het verbeterd.” Hij houdt zijn hart wel vast voor de snelheid waarmee de veranderingen gaan. “Het is een megaoperatie.” [Petra Merkx]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.