Als vrijwilliger warmdraaien voor het echte werk

Het aantal uren dat een student gemiddeld besteedt aan nevenactiviteiten zoals vrijwilligerswerk en bestuursfuncties, is sinds 2005 drastisch gedaald. Bron sprak met Fontys-studenten die juist wel actief zijn naast hun studie. Zij putten er veel ervaring en voldoening uit, maar het is wel zwaar.

Uit onderzoek van Magnet.me en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) blijkt dat het aantal uren dat studenten aan nevenactiviteiten besteden in ruim vijftien jaar met liefst 81 procent is gedaald. De generatie die in 2005 begin met studeren besteedde daar gemiddeld 600 uur aan. Bij studenten die in 2019 en 2020 afstudeerden, was dat nog maar 115 uur. 

En dat terwijl werkgevers juist steeds meer waarde hechten aan studenten die iets extra's op hun cv hebben, en niet alleen maar een diploma kunnen overleggen. 

Nina (21) is Fontys-student Toegepaste Psychologie en doet vrijwilligerswerk bij de depressievereniging. Hier is zij het aanspreekpunt van mensen die in een depressie zitten en hulp zoeken. “Door middel van gesprekstechnieken en mijn eigen ervaringen kan ik deze mensen helpen.”

Ze was eigenlijk opzoek naar een bijbaan, maar stuitte op dit vrijwilligersbaantje. “Het leek me supermooi en interessant werk om te doen. Het geeft veel voldoening. Maar het is wel zwaar door de heftige gespreksstof. Het is heel leerzaam om dit al meegemaakt te hebben voordat ik het echte werk inga. In de psychologie moet je er ook mee om kunnen gaan dat iemand aan het huilen is.”

Dakloze jongeren
Ook Neal (22) studeert Toegepaste Psychologie. Hij is actief als vrijwilliger voor dakloze jongeren. Hij kwam hier per toeval terecht toen hij hoorde dat een oud-collega een vrijwilligersorganisatie opzette. En daar wilde hij wel deel van uitmaken.

Hij verzorgt nu samen met verschillende vrijwilligers en stagiaires activiteiten voor deze dakloze jongeren, waardoor ze bezig blijven met leuke dingen. “Morgen gaan wij bijvoorbeeld kanoën. Wij willen ervoor zorgen dat hun omgang met anderen weer gezond wordt. Hierbij hoort het aanwakkeren van persoonlijke groei, helpen met het vinden van een baan en het terugkomen in de maatschappij.”

Bestuur Omnia Beta
Naast vrijwilligerswerk is bestuur ook een vertakking van nevenactiviteiten. Jannika (21), student Docent Wiskunde, is bestuurslid van studievereniging Omnia Beta. Zij heeft ondervonden hoe stressvol deze activiteiten kunnen zijn. “Ik was samen met één andere student het bestuur voor 200 leden.”

“Als je een bestuur hebt van minder dan drie leden, kan je ook niet als een studievereniging ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Dus naast de vele taken die wij hadden, moesten we ook nog snel op zoek naar een derde bestuurslid.”

“Dat is niet makkelijk”, vertelt ze. “Eerstejaars studenten weten helemaal niks af van Omnia Beta. Ze zijn nauwelijks op school zijn geweest door corona, wat het contact met hen moeilijk maakt. Maar toch gingen en gaan we door, want het is belangrijk dat dit blijft bestaan voor onze 200 leden. Anders heb je na corona niks meer voor de toekomstige studenten.”

Makkelijker aan een baan
Volgens het genoemde onderzoek is er ook een correlatie tussen het aantal uren besteed aan nevenactiviteiten en hoe vaak iemand wordt benaderd door een werkgever. Jannika is ook bij Omnia Beta begonnen omdat het goed staat op haar cv. “Secretaris, programma’s maken en notuleren staan er goed op. Het laat ook zien dat je initiatief toont in projecten die jij belangrijk vindt.”

Voor Nina is dit niet de reden dat zij vrijwilligerswerk is gaan doen, maar dat dit goed op haar cv staat, zat wel in haar achterhoofd toen ze solliciteerde. “Het past goed in het straatje van mijn toekomstige werkveld. Ik heb dit jaar ook beroepsverkenning op Fontys, waar je een bepaald aantal uren in het werkveld moet halen om op stage te komen. Hier kan ik mijn vrijwilligersuren ook voor gebruiken.”

Ervaringen
“Ondanks dat er geen leeftijdsgenoten zijn – de eerstvolgende jongste vrijwilliger is 35 - raad ik anderen wel aan om vrijwilligerswerk te doen”, zegt Nina. “Het hoeft niet eens in je eigen werkveld te zijn, maar het voelt goed om dit te doen, ondanks dat je er niet betaald voor krijgt.”

Neal kijkt er hetzelfde naar. “Ik zou het 100 procent aanraden. Deze ervaring pakt niemand je meer af. Het is veel 'menselijker' om te leren in de praktijk, dan in theorie. Door dit werk heb ik niet per se het idee dat ik een voorsprong heb, maar ik ben hierdoor comfortabel geworden in mijn toekomstige werkveld.”

Jannika zou het niet aanraden, aangezien zij een heftig jaar achter de rug heeft door het werk. “Als je het samen kan doen, kan het heel gezellig zijn. Het is super leerzaam, maar ik had me vergist in hoeveel tijd het zou kosten en hoeveel stress het me op zou leveren.” [Kasper Wienk]