“Als kind rook ik al overal diesel”

Eef Meijerink studeerde net voor corona af. Hoewel hij Werktuigbouwkunde deed en zich nu meer op Automotive-vlak begeeft, past zijn eerste baan naadloos in een groter plaatje. "Je zit met je neus bovenop allerlei innovaties."

Wat doe je op een werkdag?
“In onze testomgeving staan dertig dieselmotoren idealiter 24/7 te draaien. Daarbij worden allerlei data uitgemeten, zoals olieverbruik en levensduur. ’s Ochtends controleer ik de testdata van de voorbije nacht, en kijk of me daarbij iets bijzonders opvalt.

Daarover overleg ik met de test cell engineers, die alle testprotocollen nauwgezet bewaken. Ons team houdt zich met name bezig met validatie- dus of een motor presteert zoals verwacht.

Ook krijg ik informatie uit veldtesten: gebruikers die de weg op gaan met onze test-vrachtwagens en eventueel tegen een motorisch probleem aanlopen. Dat bootsten we dan na in een van onze testcellen. Verder werk ik alle testdata uit in rapportages, onder meer bedoeld voor toeleveranciers van motoronderdelen.”

Hoe ging de overgang studie/werk?
“Vlot. Door twee stages in dit werkveld, bijvoorbeeld bij Daimler, wist ik wat er van me verwacht werd. De lockdown-restricties waren nog het meeste wennen. Ik begon tijdens de eerste, in april.

Een belangrijk deel van mijn werk is de afstemming met andere testteams. Dat moet nu deels op afstand, en met collega’s waarmee je niet eerder persoonlijk hebt kennisgemaakt.Een beetje raar, maar inmiddels draait ook dat prima. Ik zit nu de helft van mijn tijd op de testlocatie en de helft thuis. Thuis doe ik alle data-invoer en -analyse.”

Wat heb je in je opleiding gemist?
“Voor deze baan had de opleiding Automotive achteraf beter gepast dan Werktuigbouwkunde. Dat is soms even schakelen. Onze motoren zitten boordevol specialistische elektronica, en een probleem daarmee tackle je niet altijd met algemeen-werktuigbouwkundige oplossingen.

Maar inmiddels heb ik mijn kennis aardig opgeschroefd, bijvoorbeeld via interne training. Natuurlijk blijven er genoeg dingen over om te leren, maar de basis is gelegd.”

Wat maakt dit werk voor jou interessant?
“Je zit met je neus bovenop allerlei innovaties. Bijvoorbeeld het perfectioneren van een elektrische vrachtwagenmotor of de toepassing van waterstof in een verbrandingsmotor.

Maar ook een ‘ouderwetse’ vinding als een diesel-verbrandingsmotor stelt je soms nog voor verrassingen. Dan doet zich een probleem voor en breek je je hoofd over de oorzaak. Het is soms echt puzzelen met die testuitslagen, dat is leuk.”

Tevreden?
“Ja, mooi om hier eerst de nodige ervaringsjaren op te doen en veel te leren. Als functioneel engineer heb je best een ‘brede’ blik op de werking van zo’n motor. Omdat je niet puur naar één deelaspect kijkt, leer je de complete technologie goed kennen.

Verder is het voor mij een logisch pad dat ik nu dit werk doe. Op de boerderij van mijn ouders groeide ik op tussen de tractoren en grote machines. Bovendien heeft mijn oom een transportbedrijf.

In mijn studententijd haalde ik al mijn vrachtwagenrijbewijs. Daarvan wil ik op den duur bij DAF ook gebruikmaken. Bijvoorbeeld als testrijder. Mooi om dan het complete voertuig te testen, in plaats van alleen de motor.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]