Eindhoven,
07
juli
2021
|
15:40
Europe/Amsterdam

'Aanslag journalist Peter R. de Vries raakt hele beroepsgroep'

Hoe onveilig het vak van journalist kan voelen, weet docent Journalistiek Simon Knopper heel goed. Hij deed er in 2017 onderzoek naar. "Maar de moordpoging op Peter R. de Vries ... echt vreselijk, dit is een aanslag op de hele beroepsgroep”.

Fontys Hogeschool Journalistiek houdt morgen een online bijeenkomst voor docenten en studenten, om stil te staan bij de aanslag.

“Dat doen we bij elke gebeurtenis waarbij journalisten direct slachtoffer zijn van geweld. Zoals na de aanslag op Charlie Hebdo in Frankrijk in 2015 en ook na de recente avondklokrellen waarbij verslaggevers werden aangevallen”, vertelt Knopper.

Geweld en bedreiging
Bedreiging en geweld is een reëel risico voor journalisten. Zes op de tien journalisten krijgen ermee te maken, bleek in 2017 uit het onderzoek dat Knopper Simon Knopperhield, samen met onder meer de Nationale Ombudsman van destijds, Alex Brenninkmeijer.

Het is sindsdien alleen maar toegenomen. “Uit het meeste recente onderzoek blijkt dat het opgaat voor zelfs 8 op de 10 journalisten”, zegt de docent/onderzoeker van Fontys.

Onderwereld
In het geval van Peter R. de Vries komt het geweld naar alle waarschijnlijkheid uit de onderwereld. “Hij is zelf de eerste om te zeggen dat als je misdaadverslaggever wordt, je bedreigd wordt. En als je dat niet wilt, je voor de Libelle moet gaan werken.”

De Vries buigt naar verluidt niet voor dreigingen uit de onderwereld. Maar de angst voor negatieve gevolgen zorgt bij sommigen zeker voor zelfcensuur. “Journalisten gaven in ons onderzoek aan soms wel drie keer na te denken voor ze iets opschrijven."

De Vries was in mei 2017 te gast in een Fontys Denk Groter, waarvan hier het fragment waarin hij ook deze woorden spreekt. [Tekst gaat onder de video verder]

download

Mainstream media
Een andere vorm van dreigingen en geweld waarmee journalisten te maken krijgen, komt voort uit de polarisatie in de maatschappij. Groeperingen die de ‘mainstream media’ niet vertrouwen, ‘fake news’ roepen en politieke partijen die olie op het vuur gooien door media in diskrediet te brengen.

In 2017 riepen de makers van het rapport de overheid dan ook op om beter op te komen voor de beroepsgroep. Volgens Knopper is er sindsdien zeker wat verbeterd, “mede doordat Alex Brenninkmeijer het steeds op de agenda blijft zetten”.

“Aangiftes van journalisten belanden bij de politie niet meer onderop de stapel. Gisteren werd ook vanuit de politiek helder gereageerd op de aanslag op Peter R. de Vries, dat het een aanslag is op de beroepsgroep en dat alle journalisten vrij hun werk moeten kunnen doen. Het onderwerp heeft meer prioriteit gekregen.”

Oefenen met acteurs
Op de Hogeschool Journalistiek in Tilburg komt in september weer de Nederlandse Vereniging voor Journalisten langs voor een cursus Persveilig. “Studenten krijgen informatie en oefenen met acteurs hoe ze moeten omgaan met geweld.”

Denkt hij dat journalisten-in-spé zullen afhaken door de dreigingen? “Nee, de sfeer is hier juist strijdbaar: we laten ons de mond niet snoeren. Bovendien zijn er ook werkplekken in de journalistiek waar dit helemaal niet speelt.” [Petra Merkx]

Het hele Denk Groter Debat met Peter R. de Vries vind je op het Youtube-kanaal van Fontys.

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Theo Dersjant
09
July
2021
Nuancering
Natuurlijk ben ook ik me kapotgeschrokken van de aanslag op Peter R. de Vries. Liep ik een dag verdoofd rond. Twee maanden geleden had ik kort contact met hem over een stukkie dat ik schreef over bijnamen van moordzaken. En nu dit!
Peter R. de Vries is een veelzijdig man. Ik stel hem wel eens als voorbeeld aan studenten. Als wereldkampioen netwerken. Een journalist die zijn handen niet van mensen aftrekt als het verhaal is geschreven, maar zich weken-, maanden- en jarenlang blijft bekommeren om het welzijn van zijn bronnen. Zeker, dat levert hem ook de ‘gunfactor’ op (en daarmee heel wat primeurs). Maar het is ook het gevolg van het feit dat betrokkenheid en verontwaardiging zijn drijfveren zijn. Het tekent een moedig mens.
Mijn oude mentor, Piet Heil, placht al te zeggen: ‘Journalistiek leidt tot van alles’. Dat is bij Peter R. de Vries zeker het geval. Hij bezit, om het zo te zeggen, nogal wat petten. Dan weer is hij journalist, dan weer woordvoerder van een familie, dan weer spelersmakelaar, dan weer vertrouwenspersoon voor een kroongetuige, dan weer fondsenwerver en dan weer belangenbehartiger voor paspoortlozen. Als betrokkenheid en verontwaardiging je vertrekpunt zijn, doet de vraag of iets journalistiek is, er eigenlijk niet meer toe.
Nogal wat reacties na de aanslag repten over ‘een aanslag op de vrije pers’, op de journalistiek. De aanslag zou het voorlopig trieste hoogtepunt zijn in een spiraal van toenemend geweld tegen journalisten. De NVJ sprong meteen op dat narratief. De internationale pers sprak ook van een aanslag op een 'crime-reporter'.
Welk motief de dader van deze vreselijke aanslag had, weten we niet. Maar in het meest voor de hand liggende scenario, speelde de ‘onderwereld’ een rol. Wellicht de bende van Ridouan Taghi. Als dat laatste het geval is, werd Peter R. de Vries waarschijnlijk niet het mikpunt omdat hij journalist is. Bij mijn weten maakte De Vries journalistiek geen verhalen over deze bende. Eerder ligt het voor de hand te veronderstellen dat het mikpunt van de aanslag de vertrouwenspersoon van de kroongetuige was.
In dat geval heeft de journalistiek er eigenlijk helemaal niets mee te maken. Zeker, Peter R. de Vries is ook journalist. Maar maakt dat ‘de vrije pers’ tot mikpunt? Als gezegd: misschien, maar vooralsnog weten we dat helemaal niet. Stel dat Peter R. de Vries ook lid zou zijn geweest van een korfbalclub. Zou dit dan een 'aanslag in het hart van de korfbalsport' zijn geweest?
Laten we vooral hopen en bidden dat het goed komt met Peter R. de Vries. Maar laten we er ook voor waken te haastig etiketten te plakken, te framen dat dit een aanslag is op de journalistiek. Natuurlijk moet er ruimte zijn voor emoties, verontwaardiging, angst, boosheid en noem maar op. Maar laat ons de feiten vooral niet uit het oog verliezen. Ik voel me vrij die nuancerende opmerking te maken, omdat ik zo vermoed dat Peter R. de Vries ‘m zelf zou hebben kunnen maken.