Wie het laatst lacht
Mijn dochter (17) studeert voor doktersassistente op het MBO. Ze zit in het tweede jaar. Drie keer per week staat ze om half zeven op en komt ze rond half 6 thuis. De andere twee dagen loopt ze stage. Dan gaat de wekker om kwart over zes.
Het leven op het MBO heeft niets weg van een studentenleven. In haar klas zitten mensen van veertig, zij-instromers en studenten, die overal vandaan komen. Ze consumeren onderwijs en verdwijnen weer. Er wordt niets georganiseerd op school. Geen feestjes, geen barbecues.
Mijn zoon (15) zit op het VWO in de vierde klas. Maandagmorgen is hij vrij. Andere dagen begint hij meestal om half tien en is hij rond twee uur weer thuis. Lessen vallen regelmatig uit. Zijn vrienden, die tweetalig onderwijs doen, komen net terug van een weekje Sevilla. Zelf gaat hij volgend jaar naar Rome.
Na het VWO neemt hij eerst een tussenjaar. Daarna wil hij op kamers, maar wel in een leuke stad. Hij overweegt het hbo, voor de feestjes en omdat hij hoorde dat studenten daar slechts 2 of 3 dagen naar school gaan. Maar wel een opleiding met een mooie buitenlandstage.
Mijn zoon past geheel toevallig beter in het schoolsysteem en wordt daarvoor rijkelijk beloond. Maar wat hij vergeet, vertelde ik, is dat er een nijpend tekort aan doktersassistenten is, waardoor zijn zus later veel meer zal verdienen en gewaardeerd zal worden dan hij. ‘Wie het laatst lacht, lacht het best,’ zei ik.
Hij moest er hartelijk om lachen.
Rens van der Vorst is technofilosoof, werkt bij Fontys Hogescholen ICT en Engineering en is auteur van 'Waarom je altijd wilt winnen van je navigatieysteem'. Lees hier de eerdere columns die hij voor Bron schreef.
Het was een pleidooi voor het MBO, maar dan mega-subtiel en genuanceerd verpakt!