Eindhoven,
28
juni
2017
|
12:22
Europe/Amsterdam

Van de bijstand naar een eigen bedrijf

Fontys Centrum voor Ondernemerschap ondersteunt stichting die werkloze 50-plussers bijschoolt in ondernemerschap

Op de dag dat De Telegraaf kopt ‘Slimme 45-plussers afgeschreven’, werkt in een oud Philipsgebouw op Strijp S in Eindhoven een groep werkloze 50-plussers aan zijn ondernemerskwaliteiten en probeert daarmee het tegendeel te bewijzen. Met behulp van het Fontys Centrum voor Ondernemerschap (CvO), die de deelnemers koppelt aan studentondernemers.

“Vandaag bespreken we de voor- en nadelen van een coöperatief”, vertelt Willem van der Haven (links op de foto). Hij is samen met Jan Sax van der Weijden initiatiefnemer van Stichting Sinds 1965. De twee mannen hebben het doel om werkloze 50-plussers naar het ondernemerschap te leiden. Met hulp van de gemeente Eindhoven – die potentiële deelnemers aanlevert - en het Fontys Centrum voor Ondernemerschap.

‘Een hoogopgeleide 45-plusser die zijn baan kwijtraakt heeft een kans van ongeveer 50 procent om binnen een jaar weer aan het werk te komen’, schrijft de Telegraaf. Hoewel niet allen hoogopgeleid, kunnen de deelnemers aan het project van Sinds 1965 daarover meepraten. Ze werkten als administratief medewerker, inkoper, pedagogisch hulpverlener en vormgever, maar komen niet meer aan de bak. “Je kunt dan maar beter het heft in eigen handen nemen en minder afhankelijk worden van werkgevers”, vindt Sax van der Weijden (rechts op de foto).

Moed in de schoenen
De zeventien deelnemers zitten vandaag in twee groepjes te overleggen. Het is de derde bijeenkomst van een traject dat een jaar duurt en waarbij ze elkaar twee dagen per week treffen. De eerste twee keren hebben ze vooral aan de soft skills gewerkt. En dat is volgens Van de Haven nodig, want langdurige werkloosheid ondermijnt het zelfvertrouwen. “Als je na 350 sollicitatiebrieven nog niet bent uitgenodigd, zakt de moed in je schoenen. Er is bovendien boosheid. Het gaat om mensen met veel ervaring, die nu ineens niet meer wordt gewaardeerd.”

Naast de soft skills krijgen de deelnemers les in vaardigheden om een ondernemer te kunnen worden. Het project gaat daarbij uit van twee basisprincipes: in de groepen gaan de deelnemers sámen aan de slag. Ze moeten hun eigen kwaliteiten ontdekken en die inzetten voor het op te richten coöperatief. “De een is goed in boekhouden, de ander in verkopen”, legt Van de Haven uit. Het tweede is dat de ondernemers worden gekoppeld aan studentondernemers. “Studenten kunnen leren van de ervaring van oude rotten in het vak en onze cursisten leren van studenten hoe ze het ondernemerschap kunnen aanpakken.”

Geen idee waar te beginnen
De deelnemers, hoewel nog pas begonnen, zijn enthousiast over het project. “Als je werkloos wordt gaat er zoveel in je hoofd om. Ik had op den duur wel het idee om een eigen bedrijf te starten, maar ik had geen idee waar ik moest beginnen”, vertelt een deelnemer die uit de bouw komt en na 31 jaar op straat kwam te staan. Nu wil hij de agribusiness in. “Haha, ja dat zou je niet verwachten, maar volgens mij is daar wel geld in te verdienen en rijk hoef ik niet te worden hoor.” Enthousiast is hij ook over het contact dat hij door dit project heeft gekregen met een student Werktuigbouwkunde. “Voor mijn plan heb ik speciale machines nodig en hij had daar wel goede ideeën over.”

De koppeling met studentondernemers, dat is een belangrijk meerwaarde voor het Fontys Centrum voor Ondernemerschap (CvO), zegt Victor van der Linden, manager van het CvO. “De cursisten werken een aantal keren samen met de studenten in een pressure cooker. Zo kunnen ze leren van elkaar. We brengen ook onze expertise in het onderwijsprogramma van de cursus in en onze docenten en studenten geven een aantal workshops”, vertelt de manager.

Succesvolle ondernemers?
Behalve werkloze 45-plussers, zijn er ook veel zzp’ers die nauwelijks kunnen rondkomen. Hoe kansrijk is het plan van Stichting Sinds 1965 om succesvolle ondernemers af te leveren? Van der Haven: “Deelnemers worden vooraf geselecteerd. We zoeken de mensen die een extra stapje willen zetten. En wij leiden in principe niet op tot zzp’er. Dat is de reden dat we bezig zijn met het oprichten van een coöperatie. De deelnemers gaan sámen aan de slag en kunnen hun talent inzetten waar dat nodig is. Of dat met heel de groep lukt of met subgroepjes zullen we nog wel zien, maar dat is het plan.” [Petra Merkx]