Juist vakgericht onderwijs is essentieel
Interessant artikel in ScienceGuide op 7 september onder de kop 'Studenten in het hoger onderwijs zijn slecht in kritisch denken. “Er is in toenemende mate gebrek aan aandacht voor generieke vaardigheden in het hoger onderwijs. Daarmee worden geletterdheid, kritisch denkvermogen, waaronder ook probleemoplossend vermogen, analytisch redeneren en communicatieve vaardigheden bedoeld”, las ik.
Uit een onderzoek uitgevoerd in zes landen bleek dat bedrijven vinden dat afgestudeerden daar in onvoldoende mate over beschikken. Verontrustend nieuws, hoewel ik me afvraag of het klopt dat algemene vaardigheden inderdaad steeds belangrijker worden. In weerwil van modieuze kreten als 21st Century Skills zijn dit soort zaken altijd al belangrijk geweest, zowel in opleidingen als in de praktijk.
Indien niet vraag ik me echt af hoe de mensheid ooit in staat was tot het realiseren van projecten als de Piramides van Gizeh. Een stukje probleemoplossend - en analytisch denkvermogen zal daarvoor toch echt wel nodig zijn geweest. Ook niet nieuw is het feit dat veel afgestudeerden werken in een beroep waar hun opleiding niet specifiek op gericht was.
Dat was ook ‘in mijn tijd’ al zo. Voor een specialistische onderzoeksfunctie bij een bank had je een economische opleiding nodig maar op de meer generieke commerciële en managementfuncties kon je ook succesvol als chemicus of jurist solliciteren, zolang je inderdaad maar over de genoemde vaardigheden beschikte.
Dit zou ervoor kunnen pleiten om in opleidingen minder aandacht te geven aan vakinhoud – en meer aan de vaardigheden. Iets waar we zeker in Nederland al lang mee bezig zijn en die trend wordt onder invloed van de goeroe du jour Philip Dochy verder voortgezet. Op veel opleidingen worden vakken afgeschaft en studenten werken alleen nog aan projecten en het vullen van portfolio’s die op ‘holistische’ wijze worden beoordeeld.
Toch is dit de verkeerde weg. Juist vaardigheden als kritisch denkvermogen en analytisch redeneren ontwikkel je door gerichte en intensieve studie van diverse vakken. Economie bijvoorbeeld. Met het bestuderen van zo’n vak en de bijbehorende modellen leer je de relaties tussen verschillende variabelen begrijpen en hoe ze elkaar beïnvloeden.
En dat is tevens goed voor je vermogen om analytisch te redeneren. Hoewel die modellen de realiteit echt niet perfect beschrijven leer je zo de wereld om je heen wel degelijk beter te begrijpen. Dit alles komt ook je communicatieve vaardigheden ten goede. Alleen als je beschikt over een stevige kennisbasis kun je associëren en verbanden leggen, jezelf helder en coherent uitdrukken en een zinvol betoog opzetten, zowel verbaal als op papier.
Uiteraard is het goed dat studenten tijdens hun opleiding ook aan interdisciplinaire projecten werken. Verbanden kunnen zien tussen disciplines, en verder kunnen kijken dan je eigen specialisme is belangrijk, zeker in de praktijk. Maar dit heeft weinig zin als je zelf geen enkele discipline beheerst. Onderwijshervormingen zouden juist eerherstel voor het trainen van de hersenen via vakgericht onderwijs moeten inhouden. Want met het verwaarlozen daarvan verschrompelen dus ook de essentiële generieke vaardigheden.
Ewoud Jansen is docent Finance & Economics bij de opleiding International Business en auteur van diverse boeken en opiniestukken. Lees hier zijn eerdere columns voor Bron.
Het onderwijs waarbij je studenten in echte praktijkomgevingen opdrachten laat maken is bij ons niet uitvoerbaar. Omdat elke student met iets anders bezig is, kan je niet anders dan kijken of het ongeveer juist werkt. Of het op een verstandige manier is opgezet of niet daar heb je geen tijd voor.
Noem het ouderwets, maar ik ben erg voorstander van het afstemmen van de didactiek op 70-80% van je studenten. Hiermee houd je tijd over om de zwakkere student aandacht te geven zodat die het vak kan halen en houd je tijd over om de betere student extra uitdagingen te bieden (vooral: aansporen om zelf die extra uitdaging op te zoeken en daar inhoudelijk feedback op geven).
Bij FHICT werkt het wat mij betreft voor geen meter.
Ik heb overigens wel eens beschrijvingen van beoordelingscriteria van portfolio’s gezien maar die blonken niet direct uit in helderheid en stonden bol van wollig jargon. En het beeld dat vakgericht onderwijs neerkomt op eenzijdig zenden en afdraaien van slides is natuurlijk ook een beetje ouderwets. Ook dat kan uiteraard met allerlei werkvormen. Heb dit alles al ooit uitgebreider beschreven in een ‘position paper’ namens de curriculum committee van onze opleiding, kan ik je mailen als je interesse hebt.
Juist bij het type brownfield-projecten is een stevige basis extra belangrijk: kun je terugvallen op je kennis van je vakgebied, ben je in staat van hieruit een analyse te doen om tot een oplossing te komen en kun je deze implementeren. En vooral: ben je in staat je snel in te leren in een BESTAANDE omgeving. Als dat te lang duurt, wordt je gewoon domweg niet aangenomen, hoe krap de markt ook is.
Een aantal oud-collega's uit het werkveld die ik sprak duidden dat ook prima: "zolang het goed gaat kunnen net afgestudeerden goed uit de voeten, maar gaat het mis en moeten er problemen opgelost worden, lopen ze vaak vast. Ze zijn niet in staat de bestaande oplossing te analyseren en te debuggen".
Overigens: Het frame om "Het los aanbieden van 'vakken' en het afwerken van powerpoints/zenden van (vaak eenzijdige) info" in het kader van kennisoverdracht neer te zetten als ouderwets, is wat mij betreft inmiddels ook wel ouderwets en een erg eenzijdige blik die juist polariseert ipv verbindt.
Je kunt prima kennisoverdracht verpakken in workshops rondom concepten, waarin de student aan de slag gaat met de docent als senior-expert aanwezig (het craftmanship model). Daarnaast: voor sommige onderwerpen is het gewoon ook goed om de informatie op een goede manier te delen. Powerpoint is daar overigens zonder meer zelden de juiste tool voor, omdat die vaak juist de OORZAAK is dat de aandacht verslapt. https://www.youtube.com/watch?v=BmEiZadVNWY deze tedx geeft daar mooie inzichten over.
Ik hoorde laatst iemand uit het bedrijfsleven dit prachtig, sarcastisch verwoorden met: "gelukkig kunnen ze wel heel goed uitleggen wat ze allemaal niet kunnen".