Eindhoven,
12
oktober
2020
|
15:49
Europe/Amsterdam

Studentsucces nu belangrijk: ‘Niet erg als het meer tijd kost’

Onderwijsminister wil belofte verbetering onderwijskwaliteit nakomen

De studiefinanciering gaat na de verkiezingen op de schop, beseft onderwijsminister Ingrid van Engelshoven. Maar van de leenstelselmiljoenen moet iedereen afblijven.

Nederland is door corona in een crisis van ongekende omvang beland, met een economie die overhoop ligt en onderwijs dat zichzelf opnieuw moet uitvinden.

Heeft deze crisis haar blik op het hoger onderwijs veranderd? “Het is moeilijk te zeggen of je anders naar de dingen gaat kijken”, zegt Van Engelshoven. “De werkelijkheid is nu gewoon heel anders.”

Het heeft vooral haar overtuigingen gesterkt, zegt ze. “Het onderwijs moet studenten succesvol naar een diploma leiden, maar het is heus niet zo erg als ze er iets meer tijd voor nemen. Daarom spreken we nu van studentsucces in plaats van studiesucces. In deze tijd zie je de noodzaak daarvan wel toenemen.”

Getorpedeerd studentenleven
Of neem het welzijn van studenten. Daar was ze allang mee bezig, zegt ze. “Maar er spelen nu heel andere vraagstukken dan vóór maart.” Eerst ging het om stress en studiepunten, nu gaat het om een getorpedeerd studentenleven en de onzekere toekomst.

Vergeet niet waar we vandaan komen, zegt ze. “Voor de coronacrisis was de werkloosheid historisch laag: 2,9 procent. Wie studeerde kwam op een arbeidsmarkt met ongelooflijk goede baankansen. Dat is in een aantal sectoren dramatisch veranderd. Het perspectief ziet er anders uit en dat kleurt je leven als je jong bent. Ik kan me voorstellen dat het veel onzekerheid geeft.”

Minister Van Engelshoven tijdens een werkbezoek aan Fontys Hogeschool Journalistiek.Problemen met leenstelsel
Haar eigen partij D66 heeft een voorstel gedaan om weer een soort basisbeurs in te voeren, mede om studenten meer zekerheid te geven. Maar zij wil er nog niets van weten.

“Die discussie over het leenstelsel is er een voor de verkiezingscampagnes en de formatietafel van het nieuwe kabinet. Ik moet wel zeggen dat je langzamerhand bizarre voorstellen ziet langskomen. Alle 18-jarigen 10.000 euro geven, zoals GroenLinks voorstelt: dat is toch gek? Je zult maar werkloze ouders met hoge schulden hebben en dan moeten uitleggen dat je die 10.000 euro voor je eigen toekomst nodig hebt.”

Het volgende kabinet moet bepalen hoe het verdergaat. “Maar één ding wil ik wel zeggen: wat je ook doet met het leenstelsel: beter onderwijs was destijds een belofte aan de studenten. Blijf dus van het geld voor de kwaliteitsafspraken af. We wilden investeren in het hoger onderwijs en die urgentie is beslist niet minder.”

Sprong naar hbo
Maar ziet ze dan nog steeds geen problemen met het leenstelsel? Jawel, maar dan vooral in de overstap van mbo naar hbo, zegt ze. Steeds minder mbo’ers wagen de sprong naar het hoger onderwijs. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs is over het algemeen goed, stelt de minister in een brief aan de Kamer, alleen voor deze groep werpt het leenstelsel een drempel op. “Dan kun je daar iets aan doen.”

En ze bedoelt niet: geef alle mbo’ers een basisbeurs als ze naar het hoger onderwijs gaan. Maar een beetje extra aanmoediging kan geen kwaad. Daarom wil ze – alleen voor mbo’ers! – het risico verkleinen.

Sinds jaar en dag kunnen jongeren het studeren even een paar maanden uitproberen zonder al te veel risico. Als ze voor 1 februari stoppen, hoeven ze hun aanvullende beurs en ov-kaart niet terug te betalen. Wat haar betreft krijgen mbo’ers voortaan het hele eerste hbo-jaar de tijd. “Zo kunnen we heel gericht iets repareren.”

Campagne
Dit kabinet heeft volgens de minister al afscheid genomen van het ‘rendementsdenken’: “We hebben echt een knop omgezet. Het is niet meer de bedoeling om studenten zo snel mogelijk door het systeem te jassen. We willen minder ‘afrekenen’ en meer naar de kwaliteit van het onderwijs kijken.”

De minister met Fontys-bestuursvoorzitter Joep Houterman.Ze wil ook graag dat het volgende kabinet meer geld aan het hoger onderwijs besteedt, zegt ze als D66-politicus. “We laten nu onderzoeken hoeveel geld het hoger onderwijs precies nodig heeft om zijn werk goed te doen. Ik wil alles op alles zetten om de basis te leggen voor een stabielere financiering van universiteiten en hogescholen.”

Minder afhankelijk van studentenaantallen, bedoelt ze. Met een stabiele financiering kunnen de onderwijsinstellingen iets doen aan de werkdruk bij docenten (“die is echt te groot”) en kunnen kleine opleidingen (“die vinden we belangrijk”) vaste grond onder de voeten krijgen. Ook onderwijsinstellingen in krimpregio’s, waar steeds minder studenten zullen zijn, hoeven dan niet meer te vrezen voor hun voortbestaan.

Draagvlak
Waarom moet dat op het laatste moment? Ze had het best eerder willen doen, maar zoiets groots lukt gewoon niet in vier jaar, stelt ze. Ze kan alleen maar hopen dat de volgende regering deze lijn doorzet.

De kunst is volgens Van Engelshoven om te zorgen dat je draagvlak hebt. Ook in tijden van een crisis.

Neem nu die mondkapjes die studenten en medewerkers wel of niet moeten dragen in het hoger onderwijs. “Ik heb daar met de onderwijsinstellingen, studenten en vakbonden over gesproken. De vakbonden voelden wel iets voor een landelijke mondkapjesplicht, maar studenten en onderwijsinstellingen niet. Toen hebben we gezegd: we laten het aan de instellingen over.”

Het leverde haar in de Tweede Kamer veel kritiek op. “En het is natuurlijk niet ideaal als een hogeschool en universiteit in dezelfde stad een ander beleid voeren. We zien inmiddels ook de publieke opinie kantelen. Daarom heb ik tegen de Tweede Kamer gezegd: ik neem het mee naar het kabinet. Dus ja, er is een goede kans dat er in het hoger onderwijs tóch een landelijk advies tot het dragen van mondkapjes komt. Maar voor die tijd zullen de meeste instellingen al wel om zijn, vermoed ik.”

Van Engelshoven tijdens een Kamerdebat.Dure woningen
Maar mondkapjes zijn eigenlijk een klein onderwerp. Ze zullen de grote onzekerheid van studenten niet wegnemen, weet Van Engelshoven. Studenten hebben te maken met dure woningen, hoge studieschulden en weinig zekerheid op de arbeidsmarkt, wat de crisis allemaal verergert.

Geen wonder dat ze dan weleens naar de minister kijken. “Studenten die nu vertraging oplopen bij het afstuderen, compenseren we daarvoor. Als de crisis langer duurt – en daar ziet het wel naar uit – dan gaan we daar opnieuw naar kijken.”

Het kabinet heeft ook bijna 400 miljoen uitgetrokken voor het bestrijden van onderwijsachterstanden (in het basis- en voortgezet onderwijs en het mbo). En de overheid moet in haar ogen inderdaad de woningmarkt aanpakken.

Anders scholen
Verwachten mensen te veel? “Nee, maar je moet ook eerlijk zijn: de politiek kan niet alle problemen oplossen. Studeren, in het mbo of het hoger onderwijs, is nog steeds de beste investering die je kunt doen. Als de arbeidsmarkt onzeker is geworden, praat daar dan over op je opleiding.”

Met het oog daarop is het voor sommige studenten misschien verstandig om zich net iets anders te scholen, zegt ze: “Denk daarover na. Als je nu bijvoorbeeld een opleiding in de evenementensector volgt, is er dan een reële kans op een baan als je afstudeert? Zijn er misschien aanverwante sectoren waar je je vaardigheden wel kwijt kunt?”

Enorm risico
En zal de crisis de kansenongelijkheid vergroten? “Ja, daar moeten we heel eerlijk in zijn: dat risico is enorm. We weten dat mensen met een niet-westerse achtergrond het moeilijker hebben op een krappe arbeidsmarkt. Denk ook aan vrouwen en laaggeschoolden in flexbanen: die hebben het ook lastiger.”

Om die ongelijkheid in het hoger onderwijs binnen de perken te houden, heeft ze met de onderwijsinstellingen afgesproken dat ze goed op hun eerstejaars letten, met speciale aandacht voor kwetsbare studenten. “Voor hen kan het belangrijk zijn dat ze toch naar de hogeschool of universiteit komen om er rustig te studeren met een goede internetverbinding. Die ruimte hebben we altijd gegeven, omdat we zagen dat het belangrijk was.”

Tentamens op een alternatieve locatie: Het Klokgebouw in Eindhoven.Want ze heeft weleens gezien hoe online onderwijs gaat. “Dan zie je soms broertjes en zusjes door het beeld rennen. Veel katten heb ik ook gezien, trouwens. Het is niet altijd ideaal om thuis te studeren.”

Meer fysiek onderwijs
Geen wonder dat studenten onlangs op het Museumplein demonstreerden voor meer fysiek onderwijs. Zij zou instellingen toch aansporen om meer locaties te vinden? Er staan genoeg theaters en evenementenhallen leeg.

“De mogelijkheden zijn vast nog niet uitgeput”, geeft ze toe. “Maar de instellingen werken er ook hard aan. Het levert allemaal vragen op. Hoe ga je om met de ruimte in het openbaar vervoer? Hoe pas je het rooster erop aan? Ik kreeg van iemand een foto toegestuurd van een tent waarin studenten tentamens kunnen maken, zodat het niet online hoeft. In Nijmegen gebruiken ze bijvoorbeeld de schouwburg, in Vlissingen een grote sporthal … Ik roep ertoe op, maar het moet wel lokaal gebeuren.”

En aan de andere kant: sommige studenten met een functiebeperking floreren in deze tijd, omdat ze veel meer thuis onderwijs kunnen volgen. “Neem mensen die last hebben van omgevingsruis. Zij kunnen nu rustig thuisblijven dankzij het online onderwijs.”

Dat is dan toch leerzaam, zegt ze. “De crisis leert ons dat je heel goed moet kijken wie er nu eigenlijk kwetsbaar zijn en iets meer hulp nodig hebben. Er zijn nu eenmaal grote verschillen.” [Bas Belleman, Hoger Onderwijs Persbureau]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.