Eindhoven,
13
juli
2017
|
23:41
Europe/Amsterdam

Sportstudenten Fontys laten Japanners bewegen

Technische hulpmiddelen als hardloop-apps en de stappenteller helpen om mensen in beweging te krijgen. Maar werken ze echt? Een delegatie van studenten en docent-onderzoekers van Fontys Sporthogeschool en 2 Nederlandse universiteiten werkte vorige week samen met de universiteit van Tsukuba in Japan aan slimme oplossingen.

In vijf multidisciplinaire teams bedachten ze ideeën voor technische hulpmiddelen om mensen actiever te maken die óók passen in het dagelijks leven van de gebruiker. Lector Move to Be Steven Vos (hij is ook hoogleraar aan de TU/e) noemt als voorbeeld de hardloopapp, die veel mensen gebruiken. “We zijn niet allemaal topsporters. Als het regent of we hebben weinig tijd, schiet het hardlooprondje erbij in. Het zou dan handig zijn als in zo’n app niet alleen een buienradar is geïntegreerd, maar ook onze agenda. De app kan dan advies geven over geschikte momenten om te sporten en dat helpt om het vol te houden op de lange termijn.”

Olympische Spelen 2020
In aanloop naar de Olympische Spelen in 2020 in Japan, wil het land de inwoners ‘actiever’ maken. Er zijn veel sportliefhebbers, maar veel daarvan zijn – net als in Nederland – vooral passieve genieters: zittend op de bank, kijkend naar sport op tv. Tijdens de summer workshop Innovation on Vitality for the Mass werkten twee van de vijf groepen concepten uit om deze supporters in beweging te krijgen.Ze bedachten onder meer een app die activiteit van supporters in deelnemende landen registreert. Hoe meer ze bewegen, hoe hoger ze op de ranglijst komen. “Zo bouw je een competitie-element in. Landen kunnen concurreren”, legt Vos uit. De andere groepen gingen aan de slag met onder meer ‘bewegingsplezier’ voor kinderen door middel van augmented reality en vitaliteit op de werkvloer.

Vertaalslag naar mens
Vanuit Fontys Sporthogeschool waren daar, behalve de lector Steven Vos, ook docent Mark Janssen en studenten Roel Fitters en Sem Eijwoudt bij aanwezig. De delegatie bestond verder uit studenten en docenten van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) en de Universiteit Utrecht. Het contact voor deze samenwerking is gelegd door de TU/e tijdens een handelsmissie van het ministerie van Economische Zaken in 2015.
Japanners zijn volgens Vos goed in het bedenken van technische apparaten, maar minder goed in het maken van de vertaalslag naar de mens. “Daarvoor willen ze graag samenwerken met Nederlandse studenten.” Ook de provincie Noord-Brabant is voorstander van de samenwerking en heeft onder meer de workshop financieel ondersteund.

Multidisciplinaire teams
Belangrijk onderdeel van de week was het werken in multidisciplinaire teams. In elk team zaten studenten en docenten van verschillende disciplines, zoals ICT, engineering, sport en beweging en industrial design. Hoe die samenwerking ging, welke discipline in de praktijk het meeste invloed heeft en welke gevolgen dat heeft, daar deed docent Mark Janssen tijdens deze week onderzoek naar.“Met die gegevens kunnen we methodieken ontwikkelen die we in een onderwijsomgeving en in de beroepspraktijk kunnen gebruiken”, vertelt hij. Een voorlopige uitslag heeft hij nog niet. “Ik heb wel enorm veel data verzameld.” Janssen werkt aan zijn promotie aan de TU/e.

Culturele verschillen
De lector en docent zijn tevreden over de week in Japan. “Ondanks de culturele verschillen werkten de studenten goed samen, zeker toen ze van elkaar doorkregen waar ieders kracht lag”, zegt Janssen. Vos: “Er zijn bovendien goede ideeën uitgekomen, waarvan we nu gaan kijken welke uitgevoerd kunnen gaan worden.” Ook in de toekomst gaat de samenwerking door, onder meer door studentuitwisselingen.

De deelnemende studenten hebben tijdens de Summer Workshop dagelijks foto’s geplaatst op het gastaccount van Instagram van Bron. Bekijk de foto’s hier.