Eindhoven,
17
maart
2020
|
09:47
Europe/Amsterdam

‘Regiobelang Centres of Expertise moet voorop staan’

Fontys Hogescholen moeten zich vooral blijven bezighouden met toegepast onderzoek in de regio en zich niet te zeer laten leiden door landelijke thema’s. Tot die slotsom komen de programmaleiders van drie Fontys Centres of Expertise, naar aanleiding van het advies van de Commissie-Reiner.

Die commissie evalueerde onder leiding van Claudia Reiner, bestuurslid bij Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA, hoe de 54 Centres of Expertise in Nederland ervoor staan. Ze adviseerde een betere aansluiting op maatschappelijke thema’s en de landelijke innovatie-agenda.

Een Centre of Expertise (CoE) is een samenwerkingsverband tussen kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid. Het richt zich Rutger van de Sandeop het vinden van oplossingen voor praktische, maatschappelijke vraagstukken.

Fontys is betrokken bij zeven CoE’s. Die stimuleren praktijkgericht onderzoek naar thema’s die relevant zijn voor Zuid-Nederland. Daarvoor werken studenten en docent-onderzoekers samen met externe partijen, zoals bedrijven.

Zwaartepunten
Hoewel de Vereniging Hogescholen (VH) zich op hoofdlijnen schaarde achter het advies van de Commissie-Reiner, stelt beleidsmedewerker Leen Fokker in onderwijsplatform Science Guide dat er aandacht moet blijven voor de zwaartepunten van de eigen instelling.

Ook de Fontys-programmaleiders vrezen dat anders de autonomie van hogescholen in het geding komt. “Hoe autonoom zijn hogescholen dan nog om hun eigen speerpunten te formuleren?”, zegt lector Bètadidactiek Rutger van de Sande, betrokken bij het CoE Onderwijsingenieurs. “Het is daarom wenselijk dat het Centre of Expertise de koers vaart die aansluit bij die van de hogeschool.”

Volgens Fons Claessen, programmamanager van het nieuwe Fontys Expertisecentrum Circulaire Transitie, kan dat ook moeilijk Fons Claessenanders. “Omdat je vanuit de praktijk werkt, werk je vooral samen met regionale bedrijven”, zegt hij.

“Je moet wel kijken naar de nationale agenda en hoe je daaraan een bijdrage kunt leveren. Een goed beeld van wat er landelijk speelt is belangrijk, zodat je van elkaar leert en elkaar kunt aanvullen”, aldus Claessen. “Het gaat erom dat je een rode draad vindt waarmee je kennis kunt genereren die ook voor andere bedrijven interessant is. Daarmee kun je bijdragen aan de nationale kennisvragen.”

Automatisering
Dat principe wordt door het Fontys Centre of Expertise High Tech Systems and Materials veelvuldig in de praktijk gebracht, weet programmaleider Kees Adriaanse. “Items die spelen in onze regio zijn vaak ook belangrijk voor andere delen van Nederland”, zegt hij. “De automatisering van de agro-foodsector gaat ook de Foodvalley in Midden-Nederland aan, met onder andere de universiteit van Wageningen.”

De focus blijft wel regionaal. Adriaanse stelt dat zijn CoE vooral luistert naar ‘de regionale onderzoeksagenda die Brainport Development, overheden en bedrijven gezamenlijk opstellen’. “In deze regio zijn met name robotica, 3D-printing, de automatisering in de agro-foodsector, fotonica en data science belangrijk.”

Hoewel het advies van de Kees AdriaanseCommissie-Reiner een spanningsveld blootlegt tussen het regionale en landelijke belang, benadrukt Van de Sande dat de discussie niet zwart-wit is. “Een onderzoek is niet altijd óf regionaal óf landelijk. Het loopt heel erg in elkaar over.”

“Mijn expertisecentrum richt zich op het basis- en voortgezet onderwijs. Een school in Tilburg verschilt grosso modo niet veel van een school in Arnhem. Een onderscheid maken is daarom wat mij betreft niet terecht.”

Prima instrument
Wat de Vereniging Hogescholen betreft is een CoE niet heilig en dat vindt ook Claessen. “Er zijn heel veel kennisdomeinen waarin je een-op-een kennis kunt overdragen en onderzoek bij bedrijven kunt doen”, legt hij uit.

“Dat kan bijvoorbeeld ook in een field lab. Niet alles hoeft in een Centre of Expertise gegoten te worden; je moet oppassen dat de expertisecentra niet de enige vorm voor praktijkgericht onderzoek worden. Maar ik vind ze een prima instrument mits ze ingezet worden waarvoor ze dienen.”

Het gaat Claessen vooral om de mogelijkheid om kennis te clusteren. Een CoE, zo stelt hij, is daarvoor wél een doeltreffend middel. “Het gaat erom dat er zo min mogelijk versnippering is rond een maatschappelijk relevant thema. Met een 3-printer bij HTSM.expertisecentrum heb je meer impact. Dan kun je meer partijen bedienen en kunnen we meer ‘massa’ maken. Zo kun je aan kennisopbouw doen.”

Kwestie
Lector Van de Sande wil de kwestie ondertussen niet groter maken dan ze is. “Er is een adviesrapport en dat zegt: ‘richt je op maatschappelijke vraagstukken’. Al onze centres zijn vanuit maatschappelijke betrokkenheid ingericht.”

Hij pleit ervoor (meer) landelijke netwerken te ontwikkelen om de kennis beter deelbaar te maken. “Zo kun je andere regio’s laten kennisnemen van wat in onze regio aan ideeën en inzichten is ontwikkeld. Niemand kan tegen meer landelijke samenwerking zijn. Behalve als dat zo centraal wordt gestuurd, dat ik nooit meer in de Brainport-regio kom.” [Erwin Blatter]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.