Eindhoven,
27
maart
2019
|
13:50
Europe/Amsterdam

'Recht op voeding', kun je dat afdwingen?

Wat is de juridische waarde van verdragen over mensenrechten, zoals het ‘recht op goede voeding’? Zijn het verdragen voor de bühne? Of kunnen de bewoners van de landen die deze verdragen ondertekenden, ook werkelijk voor de rechter afdwingen dat deze mensenrechten worden nagekomen? Fontys-docent Bart Wernaart deed er onderzoek naar.

Wernaart gaf gisteren een presentatie over zijn onderzoek op een internationaal congres over voedselveiligheid in Leiden. Daar werd ook het boek gepresenteerd waaraan hij meewerkte: The functional field of food law, reconciling the market and human rights’.

“Als wetenschappelijk onderzoeker wil ik graag weten wat er echt gebeurt. Als wordt geschreven over mensenrechten, is er vaak sprake van wishfull thinking; de praktijk is minder rooskleurig”, Bart Wernaart voor de klas.vertelt Wernaart.

De docent onderzocht juridische kwesties over dit onderwerp in drie landen: Zuid-Afrika, India en Colombia. Landen die allemaal in internationale verdragen beloofden om ‘progressief’ te werken aan een goede boterham voor alle inwoners, wat betekent dat ze dit naar beste kunnen zullen nastreven.

Voorbeeldlanden
Wernaart koos deze drie landen omdat de rapporteur van de Verenigde Naties ze vaak noemt als ‘voorbeeldlanden’. 

En ja, het klopt wat de rapporteur meldt: de rechters van de constitutionele hoven in deze landen lijken het ‘recht op voeding’ goed te onderschrijven. Maar … daar blijft het dan vaak bij. Na de uitspraak gebeurt er niks.

Wernaart noemt als voorbeeld een Zuid-Afrikaanse vrouw die protesteerde omdat de sloppenwijk waar zij woonde zou worden gesloopt. Waar moest ze dan heen en waar moest ze van leven (recht op voeding wordt vaak breed opgevat)?

De rechtbank gaf haar gelijk, maar de wijk werd toch gesloopt. De vrouw belandde als zwerfster op straat en werd uiteindelijk dood onder een brug gevonden.

Koffiezetten
Zo gaat het vaak, ontdekte de docent: “Ik vergelijk het met koffiezetten: Het koffiezetapparaat is de wet. De filter is het constitutionele systeem dat de mensenrechten toetst. Als dat goed gaat, wordt er koffie gezet. Maar die moet ook nog worden ingeschonken. Dat gebeurt niet. Daar loopt het vast.”

Overigens gaat dit niet alleen op voor landen als India. Ook Nederland blijkt zijn zaakjes niet goed op orde te hebben. "Daar gaat het zelfs al mis bij de koffiefilter. Want ‘recht op goede voeding’ wordt hier nauwelijks effectief gebruikt in de rechtspraak, terwijl er regelmatig mensen zijn die daarop een beroep doen, bijvoorbeeld voor uitpgeproduceerde asielzoekers. De wetgever en rechter wijzen naar elkaar, maar doen weinig. Ook hier kan de uitvoering beter.”

Als de internationale verdragen voor mensenrechten weinig juridische gevolgen hebben, wat is dan het nut ervan? Volgens Wernaart hebben ze zeker een (geo)politieke functie en kunnen ze worden gebruikt als drukmiddel.

Nieuw vakgebied
De docent Recht & Ethiek bij de Fontys-opleiding International Business and Management in Eindhoven is bevlogen over het onderwerp. Hij promoveerde er vijf jaar geleden op bij Bernd van der Meulen, professor binnen de Law and Governance Group van de Universiteit van Wageningen.

“Bernd, die inmiddels een goede vriend is, bedacht het relatieve nieuwe vakgebied dat voedingsmiddelenrecht verbindt aan mensenrechten”, vertelt Wernaart. 

“Voedingsmiddelenrecht heeft de neiging heel technisch te worden. Bijvoorbeeld als het gaat om richtlijnen waarbinnen eten mag worden geïmporteerd in Europa. Maar zouden we dan wel de kippenpootjes die hier worden afgekeurd, in Afrika mogen verkopen?”

Vanwege het afscheid van de professor schreef Wernaart samen met wetenschappers van over de hele wereld eerdergenoemd boek, waarin de Fontys-docent vooral het gedeelte overde juridische houdbaarheid van mensenrechten voor zijn rekening nam. [Petra Merkx]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.