Eindhoven,
11
maart
2021
|
17:20
Europe/Amsterdam

Politiek wil ‘revival’ van leraar, Fontys-deeltijders relativeren

Van SGP tot PVV: leraren in primair en voortgezet onderwijs krijgen in bijna alle verkiezingsprogramma’s een ‘opkontje’. Hoe zien Fontys-deeltijders die positieve aandacht voor hun (toekomstige) beroep?

Om het negatieve imago van het vak ‒ veel stress en weinig geld ‒ te doorbreken, wil politiek Den Haag het salaris verhogen en leerkrachten verlossen van onnodige bureaucratie. Over het hele Binnenhof klinkt die roep om nieuw elan: het vak van leraar moet weer aanzien krijgen.

Passie
Heleen Vlietland, die vorig jaar afstudeerde aan de lerarenopleiding Bedrijfseconomie bij Fontys Lerarenopleiding Tilburg, relativeert: “Volgens mij hebben docenten helemaal geen imagoprobleem. Behalve wat ze zichzelf aanpraten.” Van de kant van ouders en leerlingen voelt Vlietland, docente basis-kader op een vmbo, volop waardering. “Maar in het onderwijs heerst soms een klaagcultuur.”

Heleen VlietlandVlietland gelooft evenmin in externe prikkels als meer beloning. “Het gras bij de buren is altijd groener, maar het is niet gezegd dat in het bedrijfsleven of bij de lokale overheid per definitie zo veel meer wordt betaald.” Als voormalig beleidsambtenaar Economische Zaken bij een gemeente weet ze waarover ze praat.

Alle ruimte
Ook de mate van autonomie en bureaucratische regeldruk is voor haar niet zo’n issue. “Op mijn school krijg ik alle ruimte. Ik bepaal zelf hoe ik mijn lesprogramma invul. Het enige waaraan ik gehouden ben, is dat mijn leerlingen in klas 4 klaar zijn voor hun examen.”

Net als de zorg is het onderwijs een sector waarbij het draait om intrinsieke motivatie. “Volgens mij moet de overheid daarop focussen. Probeer zichtbaar te maken hoe leuk het vak is. Laat bevlogen docenten vertellen over hun werk. Zo focus je op de inhoud in plaats van externe prikkels en maak je mensen echt warm voor het vak.”

Aanvullende taken
“Als ik die over stress klagende leraren hoorde, haalde ik vroeger weleens mijn schouders op”, zegt Lian Konsten, eerstejaarsstudemt deeltijd-Pabo in Venlo. “Ik kom uit de evenementenbranche. Dat is hard werken en daar staan ook niet altijd topsalarissen tegenover.”

Lian KonstenNa enkele stages kijkt ze genuanceerder. “Lesgeven is één. Maar het bezwarende zit hem met name in alle aanvullende taken.” Als voorbeeld noemt ze de verschillende leerlingvolgsystemen. “In het bedrijfsleven zijn de administratieve systemen geautomatiseerd; in het onderwijs meestal niet. Dat betekent veel tijdrovend handmatig werk, bijvoorbeeld voor het ingeven van toetsantwoorden. Dat moet toch gewoon met één druk op de knop kunnen.”

Gelijktrekken
Dat veel partijen (waaronder VVD en ChristenUnie) de salarissen in het primair en middelbaar onderwijs gelijk willen trekken, klinkt Konsten als muziek in de oren. “Dat is eerlijker. Het basisonderwijs is in zekere zin complexer. De onderlinge niveauverschillen tussen kinderen zijn groter, inclusief de bijkomende rugzakjes, en de ouders claimen meer.”

“Daar staat tegenover: meer geld maakt het werk niet lichter. Het haalt wat onvrede weg, maar is geen oplossing voor het ware probleem: het gebrek aan handen in de klas. Een onderwijzer die in zijn eentje 33 leerlingen voor zijn neus krijgt, heeft gewoon extra ondersteuning nodig.” Maar wellicht is extra geld toch een afdoende middel om meer mensen richting onderwijs te trekken.

Rijk
Robert Franse derdejaars deeltijdstudent van de lerarenopleiding Science and Technology en senior technician bij Fujifilm in Tilburgis niet zo bezig met het aanzien van de leraar. “Als je uit de techniek komt, zoals ik, ben je het wel gewend dat er niet altijd animo is voor je vak.”

Robert FranseOok over hogere salariëring klinkt hij nuchter: “Ik kies niet voor het docentschap om er rijk van te worden.” Hij erkent dat stress in het onderwijs een veelvoorkomende factor is, maar betwijfelt of geld het juiste middel is om die last te compenseren. “Het klassenmanagement kost veel energie. Maar bij het eigen maken van de fijne kneepjes moet de motivatie toch vooral van binnenuit komen.”

Weinig creatieve inbreng
Op het punt van autonomie ervaart hij dat het volgestouwde curriculum niet altijd ruimte biedt voor eigen creatieve inbreng met bijvoorbeeld leuke techniekproefjes. “Ik probeer het wel, maar het is echt schipperen met je uren.” Aan bureaucratische verplichtingen als het vastleggen van leerlinginfo ontkom je volgens Robert niet altijd: veel data zijn relevant en nodig.

Het beeld in de media over onderwijs is vaak eendimensionaal. “Er is veel aandacht voor protestacties. Die ontevredenheid gaat een eigen leven leiden. Maar je treft meer dan genoeg docenten die de schouders eronder zetten. Ik heb in elk geval geen spijt van mijn keuze voor die sector.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.