Tilburg,
31
januari
2020
|
13:46
Europe/Amsterdam

‘Over kindermishandeling praten is nog steeds taboe’

Minstens één kind per klas heeft op een of andere manier te maken met kindermishandeling. Het is een serieus probleem, maar erover praten is nog steeds taboe. Dat merkten de studenten Pedagogiek die samen met Taskforce Kindermishandeling afgelopen half jaar preventieprojecten opzetten.

Een half jaar geleden begonnen de dertig studenten voor hun minor Jeugdhulp Specialist met hun onderzoek. Daarbij werkte de opleiding voor het eerst samen met Taskforce Kindermishandeling, een netwerk van professionals en organisaties in de regio Hart van Berne TrommelenBrabant. Gisteren werd de minor in Tilburg afgesloten met een mini-symposium, waarin de projecten werden gepresenteerd.

Te weinig in curriculum
“We weten dat per schoolklas één kind te maken heeft met kindermishandeling. In de regio Hart van Brabant, waar negen gemeenten onder vallen, werden in 2019 3.800 meldingen gedaan van kindermishandeling”, vertelt Berna Trommelen van de Taskforce Kindermishandeling, die in 2017 werd opgericht om het probleem aan pakken.

De taskforce zocht de samenwerking met de Fontys-opleiding Pedagogiek om het issue ook ‘aan de voorkant’ en bij ‘jonge mensen’ onder de aandacht te brengen. “We merkten dat in de opleidingen nog weinig aandacht is voor kindermishandeling. Ik zie nu dat door dit project een zaadje is geplant”, zegt Trommelen.

Veel geleerd
Student Dymphy V.l.n.r.: Gwendolyn, Dympy, Lisan, Sanne en Robin.beaamt dat er in de opleiding niet veel aandacht is voor kindermishandeling, althans niet zo concreet als ze afgelopen jaar heeft ervaren. Ze heeft er veel van geleerd: “Ik vond het ook heel leerzaam om met het werkveld samen te werken.”

Samen met de studenten Gwendolyn, Lisan, Sanne en Robin, heeft zij het onderwerp kindermishandeling onderzocht bij een hockeyclub in Tilburg. Vanuit de trends ‘positief coachen’ is de gedachte dat het zinvoller is om te werken aan ‘veilig opgroeien’: kinderen en gezinnen weerbaarder te maken, zodat kindermishandeling vanzelf minder wordt. En sportclubs kunnen daarin een rol spelen.

Vertrouwenspersoon onbekend
Maar in de praktijk blijkt daar nog een hele weg te gaan. De studenten onderzochten of de workshop KindHigh5!, die helpt het issue bespreekbaar te maken, Posters voor de website.goed is in te zetten bij sportclubs. Zij ondervonden dat dit nog best moeilijk is. De trainers zijn zelf vaak nog erg jong, soms pas dertien jaar.

“Als we het hadden over kindermishandeling, werd het vaak heel stil”, vertelden de studenten bij hun presentatie. Ook kwamen zij erachter dat er weliswaar een vertrouwenspersoon is bij de sportclub, maar dat bijna niemand dat weet.

“Sportclubs beseffen nog te weinig dat ze een signalerende rol kunnen hebben. Ze zijn vaak bang dat ze daarmee zelf het probleem adopteren. Dat is onterecht, het gaat om doorverwijzen. Daarbij speelt in de sport ook nog dat kinderen ook bij de sportverenigingen zelf slachtoffer kunnen zijn van een foute trainer of een pestend teamlid. Ook daar moet aandacht voor zijn”, aldus Berna Trommelen, die erg blij is dat er nu ook bewustzijn is over dit onderwerp.

Vechtscheidingen
Het taboe om te praten over kindermishandeling ondervond ook een ander groepje studenten. Zij onderzochten wat het doet met kinderen als hun ouders gaan scheiden, en dan met name als er sprake is van een vechtscheiding.

Van de scheidingen verloopt 30 procent conflictueus en bij ongeveer 7 procent is sprake van een vechtscheiding, waar kinderen veel last van hebben. Lotte VerpalenSoms jaren later nog. Maar erover praten, blijkt niet makkelijk.

De studenten interviewden kinderen van gescheiden ouderen en maakten een verhalenweb: Alsjeuitelkaargaat.nl. “Lezen over hoe het anderen verging, helpt echt”, aldus Samira, die samen met Lotte, Vienna, Sanne en Yara een projectgroep vormde. “En omdat we de kinderen laten vertellen wat ze hebben gemist, denken wij dat het extra aankomt”, zegt Lotte.

Waarde voor het werkveld
Docent Lotte Verpalen begeleidde vanuit de opleiding de studenten. Ze is tevreden over de output, vertelt ze. “We hebben de urgentie van het onderwerp bij de studenten op de agenda gezet. En we hebben laten zien dat we als opleiding van waarde kunnen zijn voor het werkveld.” [Petra Merkx]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.