Eindhoven,
17
juni
2022
|
09:52
Europe/Amsterdam

Onderwijs: wat voor baan wordt het?

Welke banen kunnen studenten die nu bij Fontys studeren, in de toekomst verwachten? En welk salaris zullen ze daarbij verdienen? Moeten ze zich zorgen maken over nieuwe technologieën? Bron gaat over verschillende branches in gesprek met lectoren en docenten. Vandaag: onderwijs.

Onderwijs is een vakgebied dat al heel lang bestaat en waarschijnlijk ook nooit zal verdwijnen. Maar het verandert wel, en dat merkt ook Gerdine Velthoven, al zeven jaar werkzaam bij Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Ze is begonnen als docent Algemene Professionele Vorming (APV) en werkt nu voornamelijk voor de lerarenopleiding Aardrijkskunde en Master Leren en Innoveren (MLI). We stellen haar vijf vragen.

Welke verschuivingen doen zich voor binnen het onderwijs?
“Alles is veranderd, vooral bij het lesgeven. Toen ik net bij Fontys begon, werkten we voor het vak APV per  periode met verschillende thema’s die werden afgesloten met tentamens. Nu laten studenten met een portfolio pas aan het einde van het jaar zien wat ze hebben geleerd. Tentamens zijn er nog wel, maar niet overal.”

Gerdine VelthovenWelke banen binnen het onderwijs zullen verdwijnen?
“Ik weet niet of er echt banen zullen verdwijnen. Ik denk eerder dat ze geïntegreerd worden. Een decaan kan straks ook vakdocent en mentor zijn. Je krijgt meerdere banen ineen.

Verder denk ik ook dat de docent van de toekomst veel meer zijn eigen onderwijs zal ontwikkelen. Kijk naar innovatieve scholen uit de regio: daar werken ze al veel minder met methodes. Boeken voor bepaalde jaarlagen zijn er nog wel, maar verdwijnen langzaam naar de achtergrond. Ik denk dat er veel meer vakoverstijgende projecten zullen komen.”

En welke banen kunnen we verwachten?
“In het onderwijs zullen veel meer coachingsrollen ontstaan. Het aantal docenten dat voor de klas staat om een verhaal te vertellen, gaat ongetwijfeld afnemen. Ik verwacht dat mensen in verschillende samenstellingen gaan samenwerken, zoals experts uit het onderwijs in combinatie met professionals uit de pedagogische hoek. Dat zie je op middelbare scholen al gebeuren en ook bij de Master Leren en Innoveren werken we samen met experts uit andere vakgebieden.”

Wat gaan studenten verdienen?
Laten we vooropstellen dat de meeste mensen die leraar willen worden dit vaak niet doen met het idee om rijk te worden. Het is mijn ervaring dat het lastig is om in het onderwijs snel door te groeien. Een leidinggevende functie bekleden is een stap waardoor je meer kunt gaan verdienen, maar dat is niet iets dat veel docenten per se ambiëren. 

Ik denk dat de gemiddelde leraar wordt onderbetaald. Zeker als je het hebt over de werkdruk en verantwoordelijkheid die een docent heeft. Het kan absoluut beter. En dat wordt in de toekomst waarschijnlijk alleen nog maar erger als docenten vaker hun  eigen onderwijs gaan ontwikkelen.”

Moeten we ons zorgen over de opkomst van nieuwe technologieën?
“Ik maak me daar absoluut geen zorgen over, maar misschien ben ik naïef. Ik geloof er heel erg in dat mensen graag contact hebben met andere mensen en dat geldt zeker als het gaat om kinderen die iets moeten  leren. Voor mij zou het een doemscenario zijn als robots dit in de toekomst zouden gaan doen.

Hybride lesgeven is een ander verhaal. Dat doen we sinds de coronatijd en zullen we in de toekomst ook zeker blijven doen. Maar ik geloof niet dat het klassikaal lesgeven helemaal zal verdwijnen. Vooral van vmbo-leerlingen is bekend dat ze heel graag voor iemand werken.  Voor iemand die ze hoog hebben zitten. Ze willen een persoonlijke klik voelen met hun docent. Een  robot of andere technologische ontwikkeling zal dat gevoel niet snel over kunnen nemen.” [Karen Luiken]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.