Eindhoven,
31
augustus
2021
|
09:21
Europe/Amsterdam

Nog veel onduidelijk over nieuwe cao voor hbo

De onderhandelingen over een nieuwe cao voor het hbo zijn afgelopen maand weer begonnen. De vraag is nog wel of er voor 1 oktober, de dag dat de huidige cao afloopt, een nieuwe overeenkomst zal zijn bereikt. "Het is koffiedik kijken."

In 2020 had er al een nieuwe cao voor het hoger beroepsonderwijs moeten liggen, maar gooide corona roet in het eten. Daardoor werd besloten tot een 'stilzwijgende verlenging' tot 1 oktober van dit jaar. Dat betekent dat er over een maand een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst zou moeten liggen. Maar de onderhandelingen zijn niet gemakkelijk, zo stelt onderwijsbond AOb. 

"We weten nog niet welke kant het opgaat", aldus AOb-woordvoerder Rob Voorwinden. "Wordt het een 'poen-cao', waarbij er alleen iets wordt afgesproken over de loonparagraaf, of wordt er over meer zaken een akkoord gesloten? Dan moet je denken aan de pensioenpremies en de werkdruk."

Volgens zowel de AOb als de FNV zit er echter een probleem aan de werkgeverskant. "Dat komt door Den Haag. De werkgevers hebben het gevoel dat ze te weinig ruimte hebben om te kunnen onderhandelen. Omdat ze niet weten welke kant het in Den Haag uit zal gaan. Maar het is natuurlijk wel de bedoeling dat er iets gebeurt."

Werkdruk
Ook de FNV klaagt over het gebrek aan mandaat dat de bonden ervaren aan de kant van de werkgevers. En dat er iets moet gebeuren, vindt ook deze bond. Met name als het gaat om de werkdruk. De oorzaken volgens de FNV: te weinig personeel, een taaknormering die niet klopt en de steeds veranderende inrichting van de organisatie. 

Dat baseert de bond op een eigen onderzoek onder 450 hbo-medewerkers uit juli van dit jaar. Volgens dat onderzoek gaf de helft van alle werknemers in het hbo al voor de corona-uitbraak aan dat de werkdruk te hoog is. Driekwart van alle ondervraagden gaf aan dat die werkdruk alleen maar groter is geworden tijdens de pandemie. 

Zo zou onderwijzend personeel in de afgelopen anderhalf jaar gemiddeld acht uur per week onbetaald overwerk hebben verricht. Voor ondersteunend personeel is dat gemiddeld vier uur. Dat is 25 procent meer dan voor de coronacrisis. Een kwart van de ondervraagden had voor de crisis vaak lichamelijke of geestelijke klachten. Die zijn bij meer dan de helft van die groep alleen maar toegenomen, aldus de FNV. [Jan Ligthart

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.