Eindhoven,
13
september
2019
|
12:22
Europe/Amsterdam

Minder internationalisering? Fontys voelt zich niet aangesproken

Waar het aantrekken van internationale studenten de afgelopen jaren vooral bevorderd werd, doemt nu een voorzichtige, maar opmerkelijke kentering op uit een recent wetsvoorstel van onderwijsminister Van Engelshoven. Welk effect heeft dat op de internationalisering bij Fontys?

Meer balans in internationalisering hoger onderwijs, staat als titel boven het persbericht over het zogeheten Wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid. Hiermee wil het kabinet de regels voor het aanbieden van niet-Nederlandstalig onderwijs herzien, het minimale instellingscollegegeld voor niet-EER-studenten verhogen en de mogelijkheid voor een capaciteitsbeperking (numerus fixus) voor anderstalige trajecten van opleidingen invoeren.

Niet onterecht
Niet per se onterecht, vindt Michel van Eekhout, Michel van Eekhoutdocent en teamleider English stream aan Fontys Hogeschool ICT, een van de instituten met relatief veel internationale studenten. “Er zijn vast opleidingen of onderwijsinstellingen in Nederland waar de balans zoek is of raakt”, reageert hij.

“Maar ik denk dat het ministerie niet de internationaal georiënteerde regio’s van Zuid-Nederland (Brainport Eindhoven, Midpoint Tilburg en Greenport Venlo, red.) op het netvlies had toen het wetsvoorstel behandeld werd.”

“In deze regio’s, waarin Fontys verankerd is, vraagt het werkveld om zóveel nieuwe aanwas, daar kunnen we simpelweg niet met alleen maar Nederlandse studenten aan voldoen. Zeker op het gebied van ICT. Dat vakgebied kent bovendien een globale wereld en programmeren is ook puur Engelstalig.”

Van Eekhout verwacht daarom weinig problemen voor ‘zijn’ instituut als het wetsvoorstel gerealiseerd wordt. “We voelen ons niet echt aangesproken door de aangekondigde veranderingen.”

Financieel overeind
Van Eekhout vindt het wetsvoorstel wel zinvol: “Het lijkt me overigens wel goed om ervoor te waken dat sommige onderwijsinstellingen zich vooral richten op het binnenhalen van internationale studenten, puur om een instituut financieel overeind te houden.”

Ook om verdringing op de arbeidsmarkt ten opzichte van Nederlandse studenten te voorkomen, vindt hij: “Dus ik zou ervoor willen pleiten dat daar bij een mogelijke numerus fixus voor een opleiding goed op wordt gelet.”

Relevantie
Een ander Bram ten Kateinstituut waar buitenlandse studenten zelfs de boventoon voeren, is Fontys International Business School in Venlo. Ook directeur Bram ten Kate wordt zeker niet nerveus van de maatregelen in het wetsvoorstel.

“Prima dat we discussie blijven voeren over de relevantie van Engelstalig onderwijs. Bij ons staat dat buiten kijf, want al onze opleidingen zijn gericht op vakgebieden die altijd internationaal zijn. En dan zijn kennis van de Engelse taal en internationale culturen juist essentieel.”

Er verandert niets
Over de mogelijke verhoging van het minimale instellingscollegegeld voor niet-EER-studenten maakt Ten Kate zich ook niet druk: “De meeste studenten in Venlo komen uit Duitsland, dat is dus EER en daarvoor verandert niets.”

“Overigens hebben we binnen Fontys de afspraak dat collegegeld voor niet-EER studenten altijd kostendekkend moet zijn, zodat er nooit Nederlands belastinggeld mee gemoeid is. En ik verwacht niet dat het hogere minimum bedrag daar bovenuit zal komen.”

Gestage groei
Fontys biedt bij elf instituten en zo’n dertig opleidingen Engelstalig onderwijs aan. Het aantal internationale studenten is de afgelopen vijf jaar gestaag gegroeid: van 4.270 in studiejaar 2015/2016 naar 5.007 in het lopende studiejaar. Daarvan kwamen vier jaar geleden 551 studenten uit een niet-EER land, tegenover 787 dit jaar.

Het totale aantal studenten is in die studiejaren respectievelijk 44.448 en 43.730. Dus ook relatief is er een behoorlijke groei van het aantal internationale studenten. [Anke Langelaan]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.