Tilburg,
28
juni
2021
|
16:27
Europe/Amsterdam

Marjolein Schalk: 'Nog steeds dezelfde perfectionist'

Fontys-alumnus Marjolein Schalk is de spin in het web van Wobby. Het Tilburgse magazine voor illustratie, beeldende kunst en literatuur trekt de wereld over en is onder meer terug te vinden in de museumshop van Tate Modern in Londen.

Eigenlijk is Wobby dat vier keer per jaar verschijnt in een oplage van 550 exemplaren meer dan een blad. “We zijn vooral ook platform, springplank en netwerkorganisatie geworden voor tal van kunstenaars”, vertelt Schalk.

Een uitgave van Wobby.Het belang van die meervoudige rol is erkend door de provincie Noord-Brabant en de gemeente Tilburg, die beide optreden als medefinancier. “Ik ben er trots op dat we inmiddels meer doen dan alleen een magazine maken.”

Aansluiting
“Een heel consciëntieuze”, antwoordt Schalk op de vraag wat voor type student ze was aan de lerarenopleiding Tehatex. “Ondanks dat ik piepjong was en geen weloverwogen idee had van wat ik wilde. Maar de kantjes ervan af lopen heb ik nooit gekund. Ik ben een perfectionist en probeerde er zo veel mogelijk uit te halen.”

Tehatex, acroniem van Tekenen, Handvaardigheid en Textiele Werkvormen, was toentertijd gehuisvest in een oud politiebureau aan de Noordhoekring in Tilburg. “Er heerste een kunstacademie-achtig sfeertje van vrijheid, met enthousiaste creatievelingen die voor het eerst echt aansluiting vonden.” [tekst gaat onder foto verder]

Tijdens stages ontdekte Schalk (“mijn leeftijd vind ik niet zo belangrijk”) dat ze voor lesgeven niet in de wieg was gelegd. “Ik vond tekenen leuk, maar miste de natuurlijke flair om een stel ongeregelde pubers aan het werk te zetten.”

Uniek procedé
Ze maakte de lerarenopleiding af maar stond geen dag voor de klas. Na een kopstudie aan de Kunstacademie in Tilburg ging ze aan de slag als freelance-illustrator.

Mede om aandacht voor haar eigen werk te genereren, begon ze Wobby zes jaar geleden, samen met collega-illustratoren Jeroen de Leijer en Steppie Lloyd Trumpstein. Thema van het eerste nummer was Jong en belegen.

Ruimte bieden aan talent
“Naast het tonen van eigen werk, wilden we meteen al ruimte bieden aan nieuw illustratietalent. Daarbij zochten we bovendien een cross-over tussen disciplines, zoals illustratie, strip en literatuur. Juist buiten of tussen die vaak gescheiden domeinen gebeuren interessante dingen.”

De productiewijze bleef al die jaren gelijk: elk exemplaar van het blad rolt uit de risograph-printer in het Wobby-atelier. “Dat is een vrij simpele stencilmachine die ook bij sportverenigingen en scholen staat, voor het sneldrukken van infobulletins met één inktdrum.”

Maar het apparaat is populair bij illustratoren en kunststudenten omdat je er door toevoeging van een tweede inktpatroon in korte tijd spetterend tweekleurendrukwerk mee kunt maken, waarbij je bovendien het hele proces zelf inregelt. [tekst gaat onder foto verder]

Voor Schalk opende het maken van het blad nieuwe wegen. “Als freelancer ben je tamelijk solitair. Je overlegt een keer met een opdrachtgever en that’s it. Omdat ik ineens hele dagen in touw was om de ins en outs van het magazine te regelen, kreeg ik een nieuwe carrière in de schoot geworpen als artdirector en organisator.”

De waslijst aan projecten die voortspruiten uit het blad is door de jaren heen steeds langer geworden. Variërend van ‘Outbreak’ (een expositie in het Tilburgse museum De Pont), de boekenbeurs Wobby Wonderland en een Wobby-tv-show die op YouTube te zien is.

Ondanks de beperkte oplage is de Wobby-fanbase groot en verspreid over de planeet. “Daarbij speelt Instagram een belangrijke rol. Dat visueel ingestelde medium is bij uitstek geschikt om zichtbaar te maken wat we doen.”

- foto Ton ToemenWeer workshops geven
Pre-corona gaf Schalk regelmatig risograph-workshops, onder meer bij ArtCoDe, de grafische opleiding van Fontys Hogeschool voor de Kunsten (FHK). “Ik heb ook weleens een stagiaire gehad van FHK. Zulke nevenactiviteiten zijn het afgelopen jaar een beetje stil komen te liggen. Ik wil dat draadje graag weer oppakken.”

“Probeer buiten de hokjes te gaan en non-conformistisch te zijn”, wil ze hedendaagse (kunst)studenten meegeven. 

“Veel afstudeerders hebben moeite om hun authenticiteit te laten zien. Dat komt misschien ook door het behoudende van sommige opleidingen, waar als grootste goed lijkt te gelden om een boekillustratie-opdracht te krijgen, of iets voor de krant te doen. Zo beland je enigszins in een mal, waarbij je vooral leert te voldoen aan het verwachtingspatroon van een opdrachtgever.”

Eigen stijl
“Ik raad jonge illustratoren aan: zoek je eigen stijl. Als je daarin opvalt, pikken ze je er evengoed uit. Geloof in jezelf en kijk wat uniek is aan jouw beeldtaal. Kopieer niet wat anderen al jarenlang doen. En: zorg dat je zichtbaar bent, bijvoorbeeld op Instagram. Post daar niet alleen vakantie- of festivalfoto’s maar vooral ook je werk.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.