Eindhoven,
10
januari
2020
|
09:00
Europe/Amsterdam

Lang leve de hybride docent

Lerarenopleidingen moeten aankomende docenten beter voorbereiden op een loopbaan die breder is dan alleen het leraarschap. Die aanbeveling doet Marian Thunnissen, lector Dynamische talentinterventies bij Fontys Hogeschool HRM en Psychologie, in een recent onderzoek.

Waar voorheen mensen uit het bedrijfsleven werden gevraagd om les te gaan geven, voelen inmiddels steeds meer docenten de behoefte om hun opgedane kennis en kunde ook buiten het onderwijs te etaleren.

“Mensen creëren tegenwoordig sneller een werkomgeving die beter past bij waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden”, aldus de lector. “Een 40-jarig dienstverband bij één werkgever is eigenlijk geen gemeengoed meer.”

Thunnissen deed voor de Universiteit Utrecht, haar andere werkgever, onderzoek naar de ‘hybride docent’, ook wel baancombineerder genoemd. Zo combineert in het onderwijs één op de acht leraren een baan als docent met een andere betrekking, in loondienst of als zelfstandige. 

Vervolg bij Fontys
Het onderzoek heeft ondertussen een vervolg gekregen bij Fontys. We bekijken het HRM-beleid binnen een aantal (koepels van) scholen in onze regio”, zegt de lector. “Wat doen ze om hybride docenten beter te faciliteren. Daarbij werken we samen met het Fontys-lectoraat Wendbare onderwijsprofessionals. 

Lector Marian ThunnissenDaarnaast start de organisatie Brainport Development dit jaar een pilotproject, in samenwerking met een aantal bedrijven in de regio in en om Eindhoven zoals ASML. De bedoeling is om hun werknemers te laten proeven aan het hybride docentschap bij scholen in de regio. Thunnissen: “Samen met het Fontys-lectoraat Business Entrepreneurship gaan wij monitoren hoe alle betrokkenen dat ervaren.” 

Aantrekkelijk of belastend? 
Voor haar onderzoek van vorig jaar interviewde zij, samen met Roos van Rijn van bureau High Select, twintig hybride docenten. “We waren vooral nieuwsgierig naar hun motivatie om voor
 een combinatiebaan te kiezen. Wat maakt die zo aantrekkelijk of misschien wel belastend? En zijn ze van plan om deze constructie te continueren? 

De reden om als hybride docent aan de slag te gaan, zit ‘m volgens haar met name in de uitdaging en variatie in het werk. Sommigen gaven aan eerder opleidingen te hebben gevolgd waarmee ze in hun baan als docent niet veel konden. Om daar toch de vruchten van te plukken, zochten ze een tweede baan. 

In de knel
De hybride docenten die Thunnissen voor haar onderzoek sprak, gaven meestal aan het onderwijs te zullen verlaten als z
e in de knel komen te zitten. En daarmee zou ook hun kennis en kunde voor het onderwijs verloren gaan. 

Wat voor veel mensen belastend is, is het afstemmen van twee banen: met roosters, geen begrip van collega’s, twee mailboxen. Als dat te veel energie kost, kiezen de meesten ervoor om als docent te stoppen”, aldus de lector. Al zien sommigen er juist een uitdaging in. 

Wat dat betreft is er volgens haar weinig flexibiliteit in het onderwijs. Voor een deel zit ‘m dat in roosters en jaarprogramma’s, die vastliggen. “Collega’s hebben ook het idee dat de ruimte moet komen uit de andere baan. Hybride docenten worden verondersteld naar een onderwijsoverleg te komen op een dag dat ze niet voor de opleiding werken. 

Tegelijk zijn ze blij met de vakantieperiodes in het onderwijs, omdat die ze veel tijd geven om in hun andere baan te stoppen, zegt Thunnissen. 

Ook scholen zelf
In haar aanbevelingen schrijft de lector dus dat lerarenopleidingen iets moeten doen aan het voorbereiden van studenten op variëteit in hun loopbaan. “Anderzijds denk ik dat er op scholen zelf meer aan moet worden gedaan. Door hybride docenten beter te faciliteren en een plek te geven. Dat zijn we nu aan het onderzoeken.”

Maar hebben ze het al niet druk genoeg in het onderwijs? “We kregen inderdaad de vraag of je dit moet willen. Maar als je daar aan vasthoudt, verandert er niets”, pareert Thunnissen. “Niet alleen kan de hybride docent een bijdrage leveren aan het arbeidsmarktvraagstuk. Als je met elk been in een andere wereld staat, kun je op die manier het onderwijs innoveren.”[Tim Durlinger]