'Ik geloof in kleinschaligheid'

De verkiezing van de Fontys Docent van het Jaar is weer in volle gang. Op 8 januari wordt bekend wie met de eer mag strijken. Er zijn zes genomineerden, die Bron deze laatste weken voor de kerstvakantie één voor één voorstelt. Wat typeert hen? Ferd van Odenhoven: ''Ik ben niet gauw tevreden.''

Hebben ze hem mooi te pakken, die studenten. Ferd van Odenhovens pensioen is in zicht, de docent informatica aan de Hogeschool Techniek en Logistiek in Venlo werkt komend jaar nog maar 20 procent. Dragen ze hem voor als Docent van het jaar 2018. "Ik weet niet waarom, maar ik weet wel in welke hoek ik het moet zoeken", spreekt hij dreigend. ''Ik verwacht wel een verklaring.''

Misschien is de verklaring dat hij een goede docent is? ''Ach, nou, dat weet ik niet hoor. Of ik nou zo ontzettend goed les kan geven. Er zijn zoveel goede docenten, vast veel betere dan ik. Ik doe het ook pas veertig jaar. Ik heb zelfs mijn BKO, basiskennis onderwijsvaardigheden, nooit gehaald.''

Maar toch: het ging in die veertig jaar 'best goed'. "Je merkt dat natuurlijk wel aan studenten. Als ze reageren met vragen stellen, heb je hun belangstelling." En hoe doet hij dat? ''Ik heb altijd een vast plan, een goed schema. Houvast is belangrijk voor ze. Gelukkig is er ook altijd een praktisch deel van de lessen, dan wordt het niet saai. En ik vraag wat van ze, ik ben niet gauw tevreden.''

Zou Odenhoven zich een klassieke of een moderne docent noemen? ''Ik zou zeggen: klassiek in de opbouw van mijn lessen, maar modern in betrokkenheid." Want: "Ik praat ook wel met mijn studenten over andere dingen dan de studie en het werk. Die belangstelling waarderen ze.'' Een voordeel daarbij is de kleinschaligheid van de opleiding, zegt hij. ''We werken in een team van tien docenten. Dat is voor mij een ideaal getal. Ik heb ook wel in grotere teams gewerkt, maar daar ligt vaak de verantwoordelijkheid minder duidelijk.''

De belangrijkste graadmeter voor het succes van zijn werk is hoe de studenten straks functioneren op stage en in hun latere beroep. "Dan is het duidelijk wat ze geleerd hebben. Ik zeg altijd: de kwaliteit van de fabriek blijkt uit de kwaliteit van de auto.''  [Debbie Langelaan]

Lees ook de verhalen van de andere genomineerden die we tot nu toe interviewden: 
Renske Mol: "Ik wil persoonsgericht onderwijs geven"
Bart Wernaart: "Humor is het belangrijkst"