'Humor is het belangrijkst'

De verkiezing van de Fontys Docent van het Jaar is weer in volle gang. Op 8 januari wordt bekend wie met de eer mag strijken. Er zijn zes genomineerden, die Bron deze laatste weken voor de kerstvakantie één voor één voorstelt. Aan welke eisen vinden zij zelf dat een goede docent moet voldoen? Bart Wernaart: ''Met je tijd meegaan maar ook diepgang brengen. En het belangrijkste: humor.'' 

Aan studenten die twijfelen over hoe ze een tentamenvraag moeten beantwoorden geeft hij steevast het volgende mee: 'Doe alsof je het uitmaakt met je vriendje/vriendinnetje. Wees to the point, want het moet wel duidelijk zijn. En maak het niet te kort, maar zeker ook niet te lang.'' 

Zie daar een tool uit de didactische gereedschapskist van Bart Wernaart, docent in twee vakken, recht en ethiek, op de Hogeschool Marketing en Management in Eindhoven. Hij dankt zijn nominatie aan de studentenfractie van de medezeggenschapsraad van zijn instituut, en is blij dat een vakjury de winnaar aanwijst: "Het moet geen populariteitspoll worden."

De vakjury beslist wie van de zes zich Docent van het Jaar 2018 mag noemen. In die jury zitten studenten uit de Centrale Medezeggenschapsraad, Docent van het Jaar 2017 Jaques de Laat en Marketing & Communicatie, de afdeling die de verkiezing organiseert. De winaar wordt afgevaardigd naar de landelijke verkiezing door het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). 

Moderne middelen
Wanneer vindt Wernaart iemand een goede docent? "Als hij met zijn tijd meegaat en moderne middelen inzet. Maar een docent moet ook diepgang bieden, zijn colleges moeten geen herhaling zijn van het boek dat de studenten al lezen. Hij moet daar bovenuit stijgen, echt interactief college geven. Dan mag hij van studenten verwachten dat ze ook echt een boek van a tot z lezen, erover nadenken en een eigen analyse gaan maken.'' 

Wernaarts ideaalbeeld valt (onvermijdelijk?) deels samen met hoe hij zelf doceert: ''Ik heb heel veel kennis, ik ben gepromoveerd. Ik probeer die kennis te verpakken op een manier die dicht bij de studenten staat. Ik schrijf veel: boeken, columns, ik blog, ik heb een eigen website en YouTubekanaal.'' Onnodig te zeggen dat zijn colleges géén herhalingen zijn van het huiswerk, en dat hij ze zo interactief mogelijk maakt.  

Moet hij nu nog iets doen om de titel binnen te slepen? ''Ik geloof dat ik nog wel iets op papier moet zetten voor de jury. Maar verder wacht ik het af. Het is leuk en een grote eer, maar morgen geef ik weer gewoon college.''

[Debbie Langelaan]