Eindhoven,
19
december
2018
|
10:14
Europe/Amsterdam

Hoe meisjes worden beoordeeld

Het eerste college dat ik ooit verzorgde was in 5 VWO. Voor het vak maatschappijleer moest steeds een duo van scholieren een volledig lesuur over een maatschappelijk thema doceren. De presentatie die ik gaf samen met mijn schoolvriendinnetje was getiteld ‘Just a Girl’, naar het gelijknamige liedje van No Doubt, en ging over feminisme.
Althans, ik dacht dat het over feminisme ging. De docent gaf na afloop als kritiek dat het niet over feminisme maar over vrouwenemancipatie ging. Tot op de dag van vandaag heb ik moeite met het exacte onderscheid tussen feminisme en vrouwenemancipatie, maar dat zal geheel aan mij liggen.

In het kader van gelijke rechten en kansen voor mannen en vrouwen, trok een nieuwsbericht vorige week mijn aandacht. Dat is nog mild uitgedrukt, ik viel eigenlijk figuurlijk van mijn stoel van verbazing. De NOS meldde, op basis van gegevens van het CBS, dat 16 procent van de meisjes in de derde klas van de middelbare school op een hoger schoolniveau zat dan het advies dat ze op de basisschool hadden gekregen. 16 Procent. Zestien procent!

Dat wil zeggen dat als je een gemiddelde schoolklas vol meisjes zou hebben, laten we zeggen 30 meisjes, dat dan 5 meisjes een lager schooladvies krijgen dan wat ze eigenlijk aankunnen. Speaking about downgrading! Dit gaat elke foutmarge te boven. Ter vergelijking: bij jongens is dit percentage veel lager, namelijk 10% (overigens ook nog een behoorlijke foutmarge). En ook omgekeerd zet deze trend zich voort. 14 procent van de jongens hadden eigenlijk een te hoog schooladvies gekregen, ten opzichte van 9 procent van de meisjes.

Er zijn twee verklaringen voor dit patroon, en ze zullen allebei wel een beetje waar zijn. Enerzijds kan je zeggen dat wellicht het schooladvies wel accuraat was, maar dat in de eerste jaren van de middelbare school meisjes neuropsychologisch een snellere spurt maken, en ook gemakkelijker kunnen omgaan met huiswerk en zelfstudie dan jongens. Anderzijds is er wellicht een genderbias in de beoordeling van meisjes versus jongens, die ervoor zorgt dat het advies of de beoordeling zelf niet accuraat is.

Een mogelijke genderbias in de beoordelingen van niveau in het educatieve systeem baart mij zorgen. Als die plaatsvindt op de basisschool, dan is het eigenlijk ook best aannemelijk dat die plaatsvindt in het hbo. Wanneer we het hebben over de meer subjectieve beoordelingen, zoals van een portfolio, een presentatie of een eindscriptie, dan zou het zomaar kunnen dat ook daar een genderbias optreedt. (Wil degene die daar onderzoek naar heeft gedaan nu opstaan?)

Het lastige van een bias of vooroordeel is dat het een denkfout is waar je je niet bewust van bent. Het ontstaat automatisch. De kans is vrij groot dat die ook optreedt wanneer geëmancipeerde of feministische Eveline (what’s in a name?) een beoordeling moet maken. Al hoop ik tot op het bot dat dat niet zo is.

Eveline van Zeeland neemt graag Fontys-gedrag onder de loep. Daarnaast is zij Associate Lector Smart Marketing & Strategie bij FHMM en auteur van Basisboek Neuromarketing.

Reacties (0)
Het bericht is verzonden, deze zal worden geplaatst na goedkeuring.