Eindhoven,
03
februari
2022
|
16:11
Europe/Amsterdam

‘Hbo mag best trots zijn op praktijkgericht onderzoek’

Met haar ‘praktijkgericht onderzoek’ wil Fontys een bijdrage leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de energietransitie en vergrijzing. Lukt dat ook? Dat onderzoekt Margo Brouns met haar nieuwe lectoraat.

U doet met uw lectoraat Versterking Impact Praktijkgericht Onderzoek min of meer ‘onderzoek naar het onderzoek’. Waarom is dat nodig?
“Fontys werkt samen met bedrijven en instellingen uit de regio aan mooie opdrachten. We willen daarmee invloed hebben en iets teweegbrengen. Bij onze externe partners, in het onderwijs en bij studenten en docenten. Dat willen we met dit lectoraat bevorderen.

Het voelt voor mij alsof we op een kantelpunt zitten. We hebben inmiddels 44 lectoraten en tien expertisecentra bij Fontys. Nu kunnen we een volgende professionaliseringsslag maken, door meer focus en massa, en door meer strategisch nadenken over de impact die we willen hebben en wat daarvoor nodig is. We kunnen de verschillende domeinen vergelijken en goede praktijken delen.”

Wat is er volgens u nodig?
“Uit een analyse die wij maakten, blijkt bijvoorbeeld dat zowel bedrijven als studenten het onderzoek soms zien als een stage. Ze gaan al snel over in de traditionele meester-leerling-houding. Maar onderzoek is iets anders. We moeten daar betere voorlichting over geven.

 Aan bedrijven vragen we een grotere actieve bijdrage in het onderzoek. En studenten moeten eigenaarschap nemen over hun eigen onderzoek. Ook blijkt dat docenten hun onderzoeksvaardigheden kunnen verbeteren. De juiste dynamiek tussen de drie partijen zorgt voor onderzoek met impact op alle fronten.

 We merken overigens dat opdrachten in het sociale domein op dit punt succesvoller zijn dan bij mkb-bedrijven in de techniek. Dat heeft onder meer te maken met de geheimhoudingsplicht vanwege concurrentie. Hoe kun je er nu voor zorgen dat kennis toch kan worden gedeeld?"

 De nieuwe regering heeft extra geld toegezegd voor onderzoek. Is dat de oplossing?
“Ik ben daar heel blij mee, maar er is meer nodig. Onderzoek in het hbo moet meer op waarde worden geschat. Het is niet het kleine zusje van universitair onderzoek, dat moeten we duidelijk maken. 

Ik heb zelf zeventien jaar gewerkt bij een universiteit en weet daardoor dat het onderzoek op het hbo vele malen complexer is. Je werkt met mensen uit het werkveld en hun klanten. Dat maakt het ingewikkelder maar zorgt er ook voor dat de resultaten meteen in de praktijk bruikbaar zijn. Daar mogen we trots op zijn en het laten zien. [tekst gaat na foto verder]

Als Fontys moeten we wel duidelijke strategische keuzes maken en focus aanbrengen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat lectoraten langdurige contacten kunnen opbouwen met het werkveld. Zoals in Groningen, rond het kennisthema Healhty aging. Dat bestaat al jaren. Iedereen weet dat ze voor dat onderwerp in Groningen moeten zijn.

Met de slogan Fontys for society is praktijkgericht onderzoek een van de hoofdthema’s van de hogeschool. Maar daarvoor moet nog wel wat gebeuren. Het aandeel onderzoek is nog klein. Slechts 3 procent van het budget gaat naar onderzoek en daarvan weet je niet eens zeker of instituten het geld daaraan besteden. 

We hebben nu één fte lectoraat op ongeveer 1500 studenten. Als we dat over zes jaar willen verdubbelen moeten er vijftig bij komen. Dat is hard werken. Ook aan het werk van de lectoraten zelf worden overigens steeds hogere eisen gesteld, zoals digitale veiligheid van gegevensopslag.”

Er zijn ook docenten en studenten die zweren bij traditioneel onderwijs: docent voor klas en student in de schoolbanken, die willen helemaal geen ‘onderzoeker’ zijn …
“Dat komt nog steeds veel voor. En als je een kennisinstelling bent, hoeft dat ook niet te verdwijnen. Ik werk hier in een omgeving (Brouns heeft haar werkplek bij Fontys Mens en Gezondheid) waar studenten moeten leren prikken te zetten. Logisch dat daar eerst theoretische kennisoverdracht aan voorgaat.

Maar als hbo-professional zullen studenten straks in hun werk een onderzoekende houding moeten hebben. Zij moeten daarom leren zelf oplossingen te zoeken. Als ze ermee bezig zijn, merken ze dat het inspirerend en spannend is en dat geldt ook voor docenten.

We bieden onder meer hybride leeromgevingen aan waarin studenten ‘levensechte’ ervaringen kunnen opdoen. Daar kan nog veel meer gebruik van worden gemaakt. Ons voorstel is dat elke student minstens één periode in zijn studie in zo’n omgeving werkt.” [Petra Merkx]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.