Eindhoven,
16
mei
2018
|
12:06
Europe/Amsterdam

De T van Technology ofwel het innovatieve brein

TEC in het brein

Fontys gaat voor de TEC-skills. Daarbij staat T voor Technology, E voor Entrepreneurship en C voor Creativity. Allemaal leuk en aardig, maar is ons brein er wel voor gemaakt om innovatief, ondernemend en creatief te zijn? Is het studentenbrein wel TEC-proof? En kan een brein getraind worden om meer innoverend, ondernemend en creatief te worden? Daarover gaat dit drieluik van Eveline van Zeeland. Vandaag deel 1: de T van technology of beter: het innovatieve brein.

De ene mens is innovatiever dan de andere. Mensen die goed ‘out of the box’ kunnen denken hebben een verhoogde hersenactiviteit in ruststand in het onderste deel van de prefrontale cortex dan mensen die dat niet zo goed kunnen. Een ander patroon in hersenactiviteit betekent ook ander gedrag. De innovatieve denkers onder ons hebben een ander karakter en scoren bij de Big Five-persoonlijkheidstest vooral hoog op de dimensie ‘openheid’. Dat wil zeggen dat de ene persoon van nature meer openstaat voor verschillende invalshoeken dan de andere.

Daarnaast is er een verschil tussen jongeren en ouderen: jongeren kunnen gemakkelijker ‘out of the box’ denken dan ouderen. Dat is niet het gevolg van hun leeftijd maar van de mate van hersenontwikkeling. Hoe ouder het brein, hoe meer bepaalde banen in de hersenen ingeslepen zijn, hoe moeilijker het is om eens een ander pad te bewandelen.

Bombardement
Een brein is van zichzelf niet zo snel innovatief. Sterker nog, het brein houdt van routine. Eigenlijk is je brein vooral gericht op energiebesparing. Iets doen op de manier waarop je dat altijd al deed kost weinig moeite en dus minder energie. Dingen heel anders aanpakken, ofwel ‘out of the box’ denken, kosten juist wel effort en energie. Het zit dus niet in je natuur om dat vanzelfsprekend te doen. Wel kunnen we een brein innovatiever maken.
Neurowetenschapper Gregory Berns adviseert: “Bombard the brain with things it has never encountered before”. Aan mijn studenten leg ik uit dat dit betekent dat ze naar de opera moeten gaan wanneer ze nog nooit naar de opera geweest zijn, dat ze een vliegticket naar Verweggistan moeten boeken, dat ze eten moeten proeven dat ze nog nooit geproefd hebben en dat ze een boek moeten lezen van Arnon Grunberg wanneer ze dat nog nooit gedaan hebben.
©Nevit DilmenJe kan van je brein niet verwachten dat het met nieuwe ideeën komt, wanneer het zelf nooit iets nieuws te verwerken krijgt. ‘Out of the box’ denken is niet iets wat je kan leren, het is iets waar je je brein in moet trainen. En dat trainen doe je door je hersencellen te dwingen stimuli te verwerken die ze nog nooit zijn tegengekomen, waardoor diezelfde hersencellen onderling verbindingen moeten leggen die ze nog nooit gelegd hebben. Iedere hersencel heeft duizend tot honderdduizend connecties met andere hersencellen. Innovatief denken betekent dat je het brein dwingt connecties te maken die er nog niet zijn.

‘Out of the box’ denken lukt niet vanachter het studieboek, daarvoor moet je erop uit! Door technieken als virtual reality hoef je er niet meer fysiek op uit om je hersencellen te trainen; het gaat erom dat studenten geestelijk erop uit gaan en nieuwe dingen gaan ontdekken. Nieuwigheid stimuleert innovativiteit, en het is onze job als kennisinstituut om constante nieuwigheid aan te bieden én studenten te stimuleren die nieuwigheid uit zichzelf op te zoeken.
Neurobioloog Dick Swaab stelt: “Scholen zouden creativiteit moeten cultiveren door leerlingen te leren zich kwetsbaar op te stellen, zodat ze nieuwe dingen durven uitproberen, en door ze ook met plezier te laten werken aan zaken waar ze interesse voor hebben. Ook zouden ze moeten leren kritische vragen te stellen”.
In een hbo-context betekent dit een vergroting van de vrije ruimte in het curriculum, en een verkleining van de focus op het eindresultaat. Ofwel: meer ruimte voor keuze naar eigen interesse en meer beoordeling op basis van het proces dan op basis van het eindresultaat.
Zoals de meeste studenten op een universiteit voor een aantal studiepunten filosofie te verstouwen krijgen om het algemeen wetenschapsdenken te bevorderen, zo zouden hbo-studenten een aantal studiepunten 'iets-anders-dan-je-gewend-bent' moeten krijgen om de nieuwsgierigheid te bevorderen. Vrije ruimte is wat mij betreft dan ook geen verbreding of verdieping (daarvoor zijn de minors heel geschikt), maar vooral iets totaal anders doen en leren dan dat je ooit gedaan hebt.

Pijn
Een andere manier om innovatief denken te stimuleren is door de aanvliegroute te veranderen: benader zaken niet vanuit een focus op verandering, maar vanuit een focus op pijn. Pijn is iets wat het brein wil bestrijden; het heeft niet graag last van iets.
We moeten onze studenten dus niet het veld in sturen met de vraag om iets creatiefs te bedenken. Beter is om een probleem uit te lichten, en vooral te benadrukken wie last hebben van dat probleem. Vervolgens de vraag aan studenten om dat probleem op te lossen. Het devies volgens Einstein: “Als ik een uur had om een probleem op te lossen, zou ik 55 minuten denken aan het probleem en 5 minuten aan de oplossing”.
Je zal zien dat het studentenbrein veel innovatiever is wanneer het start vanuit een pijn dan wanneer het start vanuit creativiteit.

Comfortzone
Innovativiteit ontstaat vooral in multidisciplinaire teams. Maar dat kost wel tijd. Een monocultuur bevordert de snelheid. Het kost immers minder moeite om te praten met mensen van dezelfde 'soort' dan met mensen van een andere 'soort'. Maar hoe diverser het team, hoe groter de kans dat je je brein dwingt om uit zijn comfortzone te treden.
Omdat het brein zo’n energiebesparende machine is, filtert het heel veel stimuli weg. Elke prikkel die niet verwerkt hoeft te worden kost immers ook geen energie. Heel fijn, maar daardoor mis je per definitie informatie die van relevantie kan zijn. Anderen kunnen die blinde vlekken opvullen. Voor innovatieve ideeën heb je dus anderen nodig. Niet persé als medebedenker van het innovatieve idee, maar vooral als gesprekspartner. Waarom ontstaan de beste ideeën in de kroeg? Vanwege de prettige combinatie van goed gezelschap en het bierviltje om een schets op te maken.
Er zijn technieken waarmee je deze atmosfeer kan nabootsen, zoals de ‘world cafe method’, waarbij gespreksleiders getraind worden zich als gastheren in een denkbeeldig café te gedragen. Deze technieken worden veel gebruikt in co-creatie processen. Co-creatie blijkt in hbo-land vaak moeilijk te organiseren. Het begint ermee dat de organisatoren van co-creatie, de docenten, elkaar kennen. Een soort ‘meet and greet’ tussen docenten van verschillende disciplines kan wonderen doen.
In de praktijk blijkt het vraagstuk iedere keer weer op welke wijze een multidisciplinaire aanpak van een project in het curriculum in te passen is. De oplossing zit mijns inziens ook hier in het breed inzetten van een vrije ruimte. Wanneer iedere Fontys-student van welke opleiding dan ook x studiepunten aan vrije ruimte mag vullen, geven we iedere student de ruimte om nieuwe gebieden te verkennen, alleen of met anderen.

Volgende week deel 2: het ondernemende brein.

Eveline van Zeeland is Associate Lector Smart Marketing & Strategie bij FHMM. Zij studeerde Algemene Economie en Psychologie en heeft zich de afgelopen jaren gespecialiseerd in neuromarketing.

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Ella Hueting
02
June
2018
Mooi drieluik heb je geschreven. Blijft interessant hoe ons brein zich ontwikkelt. Veel onderzoek hierover staat nog in de kinderschoenen. In het onderwijs vind Ik wel het dilemma:je kunt wel multidisciplinair willen werken, maar je moet eerst van een onderwerp echt iets afweten voordat je er ook multidisciplinair in kunt werken. Met studenten iets Technisch maken, bij voorbeeld, zon der dat je iets van wiskunde af weet blijft moeilijk. Ben benieuwd hoe jij daar tegen aan kijkt.