De spijker die onderwijs nu is
De laatste maanden verscheen het ene na het andere rapport over corona, onderwijs én technologie. Het was allemaal weinig positief. Er vielen harde woorden. Ramp, drama, zelfs tragedie.
Technologie maakte het weliswaar mogelijk dat delen van het onderwijs doorgang vonden tijdens de pandemie, maar technologie vergrootte ook de ongelijkheid. In landen met slechte internetconnectiviteit kregen kinderen maandenlang geen onderwijs. Maar ook in ontwikkelde landen ging het mis. Waar de ene ouder klaagde over kinderen die de hele dag in bed lagen met hun laptop, vroegen andere ouders zich af waar ze in godsnaam het geld voor een laptop vandaan moesten halen.
Het tweede probleem was dat wederom een stuk publieke infrastructuur verschoof naar de markt. Geen enkel land bleek een publieke oplossing te hebben voor online onderwijs. De commerciële partijen waren hard nodig en dat leidde tot allerlei vragen over data, publieke waarden en afhankelijkheid.
Sommige scholen wezen een ‘product owner’ MS-Teams aan, maar dat was slechts toneel. De échte product owner zat ergens in Amerika en wist niets van onderwijs, maar alles van kantoorautomatisering. MS-Teams is saai, zakelijk en kleurloos by design.
De rapporten adviseren daarom om te investeren in een publieke infrastructuur voor online onderwijs. Eentje die leuk is, inspirerend en past bij het onderwijs. Dat is moeilijk en duur en ambitieus, maar keihard nodig.
Immers, met alleen een hamer wordt elk probleem een spijker. Met alleen MS-teams wordt elke onderwijsactiviteit een vergadering. En het enige wat je dan écht leert, is wanneer je gele handje op te steken.
Rens van der Vorst is technofilosoof, werkt bij Fontys Hogescholen ICT en Engineering en is auteur van 'Waarom je altijd wilt winnen van je navigatieysteem'. Lees hier de eerdere columns die hij voor Bron schreef.