Eindhoven,
28
januari
2021
|
10:31
Europe/Amsterdam

De circulaire consument komt niet vanzelf

Hoe maak je consumenten ‘circulair’? Zodat zij minder vlees eten, minder spullen kopen en vaker de auto laten staan? Daarover geeft economisch psycholoog Jeske Nederstigt een workshop tijdens de Week van de Circulaire Economie.

Die begint maandag en wordt bij Fontys georganiseerd door het Expertisecentrum voor Circulaire Transitie, waaraan Jeske Nederstigt als onderzoeker is verbonden.

Gerecyclede matrassen
Het Expertisecentrum, het daaraan verbonden lectoraat en de Fontys-minor over dit onderwerp hebben allemaal hetzelfde doel: het versnellen van de transitie naar een circulaire economie, waarin grondstoffen volledig worden hergebruikt.

Nederstigt gaat vooral over de gedragskant daarvan. Want al heb je de techniek bedacht en is het verdienmodel op orde, de consument moet ook mee. Ze geeft als voorbeeld de gerecyclede matrassen van het merk Auping.

“Mooi dat Auping dat doet, maar nu moet je de consument ook nog verleiden zo’n matras te kopen. Want in eerste instantie heeft die misschien het gevoel dat hij op een tweedehands product ligt waarvoor hij wel veel betaalt.”

Dilemma’s
Bij het meekrijgen van de consument is er volgens de Fontys-onderzoeker een aantal dilemma’s. Ten eerste is de keuze voor duurzaam op de korte termijnWinkel met vintage kleding, vaak een hele investering, zoals het aanschaffen van zonnepanelen. De opbrengst is pas voor de lange termijn.

Bovendien, hoe weet je zeker dat je met jouw investering bijdraagt aan klimaatverbetering? Is het niet een druppel op een gloeiende plaat? En als derde dilemma noemt ze het individuele tegenover het collectieve belang. Waarom zou jij in je eentje ‘duurzaam’ moeten doen, terwijl je buurman vrolijk overal de dieselauto voor pakt?

Uitleggen
En daar kan volgens Nederstigt de psychologie een rol spelen. “Je ziet dat de overheid dat al probeert te doen door in duurzaamheidscampagnes te zeggen: ‘iedereen draagt zijn steentje bij’.”

Maar ook subsidieverstrekking helpt, die maakt het aantrekkelijk om bijvoorbeeld een elektrische auto te kopen. Ook simpelweg producten leuker maken – “die vegaburger extra lekker maken” - en het financiële rendement meer zichtbaar, dragen bij aan gedragsverandering.

“Denk aan een app waarop je ziet wat je zonnepanelen opbrengen en hoeveel CO2-uitstoot je daarmee hebt voorkomen. Of wat je bijdraagt aan reductie van CO2 door minder vlees te eten.”

“Burgerinitiatieven als samen een moestuin onderhouden en er zodoende voor zorgen dat er minder groenten uit verre landen worden geïmporteerd, leiden tot een collectief gevoel van gezamenlijk de schouders eronder.”

Beetje pijn
Het neemt volgens haar niet weg dat de route naar een volledig circulaire economie ook een beetje pijn zal doen. “Veel mensen beseffen niet dat als ze duurzaam willen zijn, ze minder spullen moeten bestellen. Dat is een lastige keuze, want soms wil je toch wat nieuws en het is ook wel makkelijk om dat online te doen.”

Maar het helpt niet bij het bestrijden van klimaatproblemen. “Niet alleen omdat al die spullen moeten worden vervoerd, vaak vanuit China, maar ook vanwege het gebruik van grondstoffen. Vaak plastic, dat hier weer op de vuilnisbelt belandt. Of kleding, terwijl de kledingindustrie enorm vervuilend is.”

Jongeren
Gelukkig zijn volgens de onderzoeker veel mensen zich daarvan al van bewust, ook jongeren. “Het helpt dan dat ze op vintage-apps hun kleding aan elkaar verkopen. Maar er is nog een hele weg te gaan.”

“Tijdens de Week van de Circulaire Economie houden we overigens ook hackatons voor studenten, waarbij zij samen vanuit verschillende disciplines oplossingen voor onder meer de vervuilende kledingindustrie gaan bedenken.” [Petra Merkx]

Wie de workshop van Nederstigt of andere onderdelen van het programma wil volgen, kan zich hier aanmelden.

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.