Dat zoeken we op!
Hergebruik open leermaterialen is meer dan alleen efficiënt
Wie in het onderwijs werkt, dient doorlopend zijn kennis op peil te houden en moet dus weten waar welke bronnen te vinden zijn en hoe die zo goed mogelijk in te zetten. Dit vraagt om een infrastructuur waarin open leermaterialen kunnen worden gedeeld en eenvoudig vindbaar zijn. Maar het vraagt binnen en van onderwijsinstellingen ook om meer visie en beleid op dit thema.
Fontys-lector Robert Schuwer en Ben Janssen (OpenEd Consult) publiceerden onlangs hun onderzoeksresultaten over het delen en hergebruiken van open leermaterialen in Nederland. Dat kan veel beter, was hun conclusie. In dit opinieartikel pleit Schuwer voor meer aandacht voor het delen van leermaterialen in professionaliseringstrajecten van docenten en in curricula van lerarenopleidingen.
Om meer inzicht te krijgen in de status van adoptie van delen en hergebruiken van open leermaterialen door docenten in het publiek gefinancierde hoger onderwijs in Nederland heeft mijn lectoraat een onderzoek daarnaar uitgevoerd. Uit dit onderzoek bleek onder meer dat docenten enerzijds kansen van delen en hergebruiken van open leermaterialen om de kwaliteit van hun onderwijs te verhogen herkennen en hebben ervaren. Maar dat zij anderzijds ook hindernissen formuleren die adoptie van delen en hergebruiken van open leermaterialen in hun onderwijs in de weg staan. Gebrek aan tijd, moeite om geschikte bronnen te vinden en ontbreken van beleid zijn veelgenoemde hindernissen.
Bronnen
Leermateriaal vormt een verbinding tussen de docenten en studenten. Het is een onderdeel van de communicatie tussen docent en student. In veel situaties zal een docent voor een cursus het leermateriaal zoeken, beoordelen op kwaliteit en voorschrijven aan studenten. In het verleden betekende dit veelal selecteren van een tekstboek, soms aangevuld met eigen ontwikkelde materialen. In de huidige tijd zijn talloze bronnen ook via internet beschikbaar.
Veel van die bronnen zijn vrij toegankelijk. Een aantal ervan is gepubliceerd onder een open licentie die naast de vrije toegang ook aanpassing, combineren met andere bronnen en verdere verspreiding toestaat.
Deze veelheid aan bronnen maakt mogelijk dat, naast potentiële efficiencywinst - door hergebruik hoeft het wiel niet opnieuw te worden uitgevonden - meer flexibiliteit in het onderwijs (zoals gepersonaliseerd leren) en variëteit in didactische werkvormen kan worden gerealiseerd. Veel docenten in het onderzoek geven deze kansen van open leermateriaal als een reden om bezig te zijn met delen en hergebruiken van open leermaterialen.
De genoemde kansen kunnen zowel gerealiseerd worden binnen een aanbodgericht, een vraaggericht als een 'leergericht' onderwijsproces. De term leergericht (learning centered) heb ik geleend uit een tabel van Martin Groenewegen van der Weijden. Het is een poging tweedeling tussen vraag- en aanbodgericht te doorbreken door de nadruk te leggen op leren. Mijn opiniestuk is daarom met nadruk geen pleidooi voor enige van deze vormen.
In veel beleidsstukken rond adoptie van open leermaterialen gaat de aandacht vooral naar delen van eigen gecreëerde leermaterialen. Ik vind echter dat aandacht voor hergebruik van open leermaterialen tenminste even belangrijk is in de vorming van onze toekomstige professionals.
Leercultuur
Onze maatschappij vraagt om professionals die in staat zijn continu hun kennis op peil te houden. Zij moeten weet hebben van en in staat zijn om relevante (studie)bronnen te vinden, te beoordelen op passend bij hun leervraag en vervolgens te verwerken. Naar mijn mening is dit een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van wat Nienke Meijer in haar rede bij de opening van dit studiejaar een 'leercultuur' noemt.
Dit gegeven stelt ons onderwijs voor de opdracht de hiervoor benodigde kennis en vaardigheden te verwerven. Wanneer daarbij het onderwijs zo goed als mogelijk is afgestemd op de individuele student, is de gedachte dat het leerproces het meest effectief is.
Docenten zijn in deze context op twee manieren betrokken. Enerzijds zijn zij degenen die het onderwijs vormgeven zodat de hiervoor genoemde opdracht kan worden ingevuld. Anderzijds zijn zij ook professionals voor wie het continu bijhouden van kennis noodzakelijk is.
Didactische werkvormen die met open leermaterialen, eventueel gecombineerd met andere open beschikbare tools, als blogs, wiki en forums mogelijk worden, hebben kenmerken als: student gecentreerd, zelf-regulerend leren, peer-to-peer leren, sociaal leren en 'real-life' leerervaringen. Dat kan uiteindelijk leiden tot werkvormen waarin (open) leermaterialen, in co-creatie tussen docent en student, worden ontwikkeld uit op het web beschikbare open leermaterialen. In zo’n situatie werken zowel studenten (de toekomstige professionals) als docenten (de huidige professionals) aan het verwerven en verbeteren van de competentie om relevante studiebronnen te vinden, te beoordelen en verder te verwerken.
Om deze context te bereiken zullen docenten een proces moeten doorlopen, beginnend met bewustwording van de mogelijkheden van delen en hergebruiken van leermaterialen, via eenvoudig hergebruik met minimale aanpassingen, open delen van eigen materiaal, remixen van meerdere open bronnen in nieuw leermateriaal tot co-creatie van open leermateriaal met studenten[1].
Dit geheel vraagt om een infrastructuur waarin open leermaterialen kunnen worden gedeeld en eenvoudig vindbaar worden gemaakt, zowel lokaal (binnen een opleiding), institutioneel (binnen Fontys) als globaal (open voor de wereld). Maar het vraagt ook om aandacht hiervoor in professionaliseringstrajecten van docenten en in curricula van lerarenopleidingen.
Dr. Robert Schuwer is lector Open Educational Resources en verbonden aan Fontys Hogeschool ICT.
Links:
- het rapport met de resultaten van het onderzoek
- Een paper met meer achtergronden over het onderzoek