Eindhoven,
27
mei
2020
|
12:20
Europe/Amsterdam

Colette Cuijpers wil burgers beschermen in digitale wereld

Colette Cuijpers van Fontys maakt donderdag kans op de titel ‘Lector van het Jaar’. Ze hoopt dat ze wint, zodat ze nog breder kan uitdragen wat het belang van haar vakgebied Recht en Digitale technologie is. Nu de wereld door de coronacrisis in sneltreinvaart digitaliseert, is het actueler dan ooit.

Samenvatting

In een serie artikelen laat Bron docenten en andere Fontys-experts vanuit hun discipline vertellen wat de coronacrisis blootlegt.

“Je ziet dat bij grote problemen de hoop steeds vaker is gevestigd op technologische oplossingen”, zegt de lector van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys. “Maar die hebben ook schaduwkanten en daarbij moeten we de juiste balans vinden. Weegt de oplossing op tegen bijvoorbeeld een verlies aan privacy en helpt het wel echt?”

In de huidige coronacrisis worden ook weer volop digitale hulpmiddelen bedacht en dat is weer een ‘aanwaaier’ voor de discussie over de privacy en autonomie van de burger. Net als na 9/11, de aanslag op de Twin Towers in de VS, ziet Cuijpers dat er groepen mensen zijn die vinden dat ‘veiligheid belangrijker is dan privacy’.

Noodzakelijkheid
De lector pleit ervoor om altijd – ook tijdens crises – bij elke digitale toepassing je af te vragen of het ‘proportioneel’ en ‘subsidiair’ is. Dat laatste is een Colette Cuijpers - foto: Bas Gijselhart.juridische term en betekent zoveel als: ‘Is er een minder ingrijpend alternatief?’

“Bij bijvoorbeeld het online afnemen van tentamens met ‘proctoring’, kun je zeggen dat controle op tentaminering noodzakelijk is om de waarde van een diploma te kunnen behouden. Bovendien kunnen ‘on campus-tentamens’ nu niet worden gemaakt.”

Aan de andere kant, redeneert ze, vindt bij papers of afstudeerwerkstukken ook geen controle plaats op wie ze hebben gemaakt. “Dat zet je natuurlijk aan het denken.”

“Is het wel proportioneel en subsidiair, dan moet je je vervolgens afvragen: kan het wat minder ingrijpend, kun je niet werken met momentopnamen of het blurren van beelden? En zijn de voorwaarden en regels helder? Weet de student waar zijn gegevens worden opgeslagen en wie er meekijken?”

Democratisch systeem
De corona-app is volgens haar dan ook terecht afgeschoten, want niet ‘proportioneel’ en ‘subsidiair’. “Een veel te grote inbreuk op de privacy en het was maar de vraag of het een goede oplossing was voor het probleem, want deze techniek is niet toereikend om het coronavirus uit te roeien.”

Minister Hugo de Jonge wil nu providers verplichten locatiegegevens van hun klanten door te geven. Het zou het RIVM helpen bij het in kaart brengen van de verspreiding van het coronavirus. Wat vindt ze daarvan? “Gelukkig hebben we dan in Nederland een democratisch systeem waarin dat niet zomaar kan. Zo’n wetswijziging moet eerst door de Tweede en Eerste Kamer en als achteraf een burger gaat klagen, oordeelt ook de rechter nog”, legt ze uit.

Als voorbeeld noemt ze het Systeem Risico Indicatie (SyRi), een computersysteem van de overheid dat gegevens van burgers aan elkaar koppelde met de bedoeling fraude op te sporen. ‘Een te grote inbreuk op de privacy’, vond de rechter begin februari.

“Het is eng als systemen autonoom conclusies gaan trekken”, zegt de lector. Zo kan de burger verstrikt raken in digitale bureaucratie. “De burger zou altijd zelf moeten kunnen ingrijpen in systemen, en worden gewaarschuwd als hij bijvoorbeeld iets verkeerd invult waardoor hij mogelijk onbedoeld fraude pleegt.”

Gevaar tech-bedrijven
In het systeem van wet- en regelgeving van een democratisch land als Nederland heeft ze op zich wel vertrouwen. Gevaarlijker zijn grote bedrijven als Google en Facebook en algoritmes waarop mensen geen controle hebben. “Die hebben een enorme invloed op de maatschappij, maar worden niet democratisch aangestuurd.”

Zeker ook omdat de technologie zo ingewikkeld is geworden dat de gewone man er niet veel meer van snapt. Daarvoor is wet- en regelgeving nodig, bijvoorbeeld die applicaties verplicht om altijd de meest privacy-veilige stand als standaard aan te bieden.

“Dat is een constant samenspel tussen tech-bedrijven, de overheid en gebruikers, want er komen steeds nieuwe dingen bij. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met gezichtsherkenning?”

Maar alleen wetgeving en regelgeving is niet genoeg. “Er is ook handhaving nodig, anders doet het niet zoveel”, zegt Cuijpers. “Voor overtreding van de AVG (wet die persoonsgegevens beschermt) zijn de boetes hoog, dat is een goede reden voor bedrijven om zich eraan te houden.”

Veiligheid gebruiker voorop
Nog belangrijker volgens haar is dat producenten van tevoren nadenken over de mogelijke risico’s van technologie, om ze te voorkomen of te beperken. “Dat is meer fundamenteel. Dat bedrijven de veiligheid van de gebruiker vooropzetten.”

Essentieel voor haar is dat de burger ook juridisch beter wordt beschermd. “Want als het fout gaat, en je persoonlijke gegevens liggen op straat … van wie krijg je dan een schadevergoeding?"
Dat is nu niet goed geregeld, aldus Cuijpers, terwijl de gevolgen voor het slachtoffer immens kunnen zijn.

Samenwerking disciplines
Het vraagt volgens haar om een betere samenwerking tussen disciplines: ict’ers die samen met juristen al in een beginstadium van een product overleggen over de impact ervan. Het is een van de grondslagen van haar lectoraat: de verbinding zoeken en leggen tussen de disciplines.

Daarbij zal de (hbo)jurist ‘digitaler’ moeten worden. Cuijpers ontwikkelde onder meer de minor Recht en Digitale Innovatie. En in het nieuwe onderwijsprogramma van Hbo Rechten is, mede dankzij de lector, digitalisering een belangrijke factor geworden. “Ook omdat juristen zelf van data gebruik moeten leren maken in hun werk.” [Petra Merkx]

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Teatske
29
May
2020
Gefeliciteerd Colette. Wat een mooie en nodige opdracht heb je op je genomen. Vanuit het domein Health (onderwerp technologie en zorg) zie ik zeker kansen voor het leggen van relevante verbindingen op het gebied van ethische en juridische vragen.
Succes! Teatske (FHMG)