Eindhoven,
06
juli
2018
|
10:32
Europe/Amsterdam

CEO's mijden social media

...terwijl ze het wel belangrijk vinden

Leiders in het bedrijfsleven vinden massaal dat ze moeten meegaan in de ‘digitale transformatie’, maar zelf doen ze amper iets met social media. Fontys-student Bjarn Brunenberg heeft dat ontdekt tijdens onderzoek voor zijn afstudeerscriptie.

Bjarn heeft het double degree programme gevolgd van International Business Administration, waardoor hij onlangs zowel een Fontys- als een diploma van de Bjarn BrunenbergCologne Business School in Keulen in ontvangst mocht nemen. Zijn scriptie ging over de vraag hoe je CEO’s en andere functionarissen in de top van het bedrijfsleven zo ver kunt krijgen dat ze social media (blijven) gebruiken. Bjarns opdrachtgever was een bedrijf in Duitsland dat mensen traint in het gebruik van social media en graag een marketingplan wilde om klanten duurzaam aan zich te binden.

Noodzaak
“Het verbaast mij enorm dat er zo’n discrepantie zit tussen het belang dat CEO’s zeggen te hechten aan de digitale transformatie en het feit dat ze er zelf zo weinig aan doen”, zegt Bjarn. “Van de 92 mensen die ik ondervraagd heb, zegt 71 procent het belangrijk te vinden. Slechts 2 procent van hen is actief op social media. Ze zijn echt wel overtuigd van de noodzaak, hun klanten worden steeds veeleisender op het gebied van service en klantvriendelijkheid. Maar om allerlei redenen doen ze er zelf weinig mee.”

En met welke ‘smoesjes’ komen ze dan? “Ze hebben er geen tijd voor, er is geen budget, ze denken dat het de taak van de afdeling communicatie is. Of ze denken dat ze het goed doen als ze een dag een influencer inhuren en die een bombardement aan berichten via de social media laten verspreiden. Wat ook veel voorkomt: dat ze denken dat het heel technisch is. Maar de digital transformation gaat niet over techniek, maar over mensen.”

Inbreuk privacy
Specifiek voor de Duitse ondernemers, waaronder Bjarn zijn onderzoek deed, is volgens hem de angst om de concurrentie al te wijs te maken. Ook vinden ze het volgens hem niet altijd prettig om als gezicht van het bedrijf naar buiten te treden, omdat ze dit ervaren als een inbreuk op hun privacy.

Is het onderzoek dan wel van toepassing op de Nederlandse situatie? Dat vroeg Bjarn zich ook af, en hij is zijn licht gaan opsteken bij experts op dit gebied. “Die verzekeren mij dat er niet zoveel verschil zit tussen de verschillende landen in Noordwest-Europa.” En er zijn natuurlijk altijd de CEO’s die het goede voorbeeld geven; Bjarn noemt bijvoorbeeld Richard Branson van de Virgin Group.

Overtuigen
Kon Bjarn zijn opdrachtgevers een goed advies geven? Hoe kunnen zij de CEO’s aantrekken en hen behouden als klant? “Bereiken is natuurlijk al een beetje lastig als ze zo weinig gebruik maken van social media. Maar vaak is de laag net onder de top wel wat actiever, je kunt die aanspreken om de mensen boven hen te overtuigen. Verder zul je ze offline, dus gewoon live, moeten opzoeken, bijvoorbeeld bij evenementen.”

En als het contact er eenmaal is, gaat het er vooral om dat de CEO’s de social media op hun eigen manier gebruiken. “Het moet bij henzelf en bij de organisatie passen, er zijn geen kant-en-klare programma’s die je kunt inzetten.” In ieder geval zal het feit dat een CEO actiever wordt op social media, zijn weerslag krijgen op zijn bedrijf. “Zij zijn een rolmodel. Als zij daar ook naar handelen, gaat de digitale transformatie een stuk sneller.”