Buitenlandse studenten komen vooral nog op papier
Komen ze of komen ze niet? Dat is de prangende vraag die Fontys-instituten met veel buitenlandse studenten in spanning houdt. De geluiden daarover verschillen nogal. Het aantal aanmeldingen laat zelfs een plusje zien, tegelijk tempert Dienst Studentenvoorzieningen de verwachtingen.
Buitenlandse studenten dragen niet alleen bij aan een internationale leeromgeving. Ze brengen voor bepaalde instituten ook behoorlijk wat geld in het laatje. Voor sommige studies moeten studenten van buiten de EU vanaf september 10.140 euro collegegeld betalen.
Door de coronacrisis is er nog een hoop onduidelijk over dat komende studiejaar. Zijn bijvoorbeeld de gebouwen beschikbaar voor fysiek onderwijs, of wordt het toch weer vooral online? En kan er vrijuit worden gereisd? Het blijft sowieso nog even afwachten. Niet-Europese studenten kunnen zich tot uiterlijk 15 juni aanmelden, de Europese kunnen de hele zomer nog aan- of afhaken.
Uit een enquête van Nuffic, organisatie voor internationalisering in het onderwijs, blijkt deze week ook dat internationals onzeker zijn over hun studie in Nederland. Vooropgesteld: 80 procent van de 941 ondervraagde potentiële studenten van buiten de EU geeft aan nog steeds interesse te hebben in een studie in ons land. Tegelijk denkt een kwart na de zomer niet te komen. 36 procent twijfelt.
Verrast
Vooralsnog is dat niet terug te zien in de cijfers. Het aantal aanmeldingen van buitenlandse studenten voor komend studiejaar laat deze week Fontys-breed een stijging zien van 3 procent, ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. “Daar zijn wij ook door verrast”, aldus Bram Broess, die zich bij de Dienst Marketing & Communicatie richt op de werving van internationale studenten.
“Wat wij horen, is dat zij heel graag willen komen. Ze laten zich niet door onzekerheden en onduidelijkheden uit het veld slaan. Wel willen buitenlandse studenten een goed aanbod; ze zijn er kritisch op of ze straks wel de ervaring krijgen die ze voor ogen hebben.” Broess zegt dat er daarom rekening mee wordt gehouden dat er uiteindelijk minder daadwerkelijk afreizen dan vorig jaar.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit een inschatting van de Dienst Studentenvoorzieningen. Die becijferde dat de kans bestaat dat 50 tot 100 procent van de studenten buiten de EU zal besluiten een streep te zetten door de studie bij Fontys. Binnen de EU is dat 35 tot 70 procent. Alleen voor Duitse studenten wordt een ‘conversie’ verwacht die maximaal slechts 20 procent lager ligt.
Corona-effect
Zeker voor instituten met veel internationals die nu al minder aanmeldingen zien, is dat nogal wat. Zoals Fontys Academy for Creative Industries (ACI) in Tilburg: 10 procent minder, in vergelijking met 2019.
“Voor de twee Engelstalige opleidingen hebben we ook pas vier definitieve inschrijvingen van buitenlanders”, weet manager bedrijfsvoering Paul de Greef.
Dit is volgens hem zeker een ‘corona-effect’. ACI heeft volgens De Greef straks ‘iets minder’ werkgelegenheid te bieden. Hoeveel precies wil hij niet zeggen: “Het is ook maar voor een klein deel te wijten aan de verminderde instroom van studenten. We hebben nu vooral te maken met een grote uitstroom, door de piek in de aanmeldingen van enkele jaren terug.”
Het geeft aan dat een grote fluctuatie, of dat nu naar boven of beneden is, nog jaren door kan werken bij een instituut.
Groot aandeel
Koploper in het aantal aanmeldingen van buitenlandse studenten is Fontys Hogeschool Engineering in Eindhoven: 45 procent meer dan eind mei vorig jaar. Directeur Ella Hueting kon Bron daarop deze week desgevraagd geen reactie geven. Dit studiejaar maken 390 internationals bij Engineering al 20 procent van het totaal aantal studenten uit.
Fontys International Business School in Venlo heeft er van oudsher ook veel: van de ruim 2400 studenten komen er zo’n 2100 uit het buitenland (1800 Duitsers). In het aantal aanmeldingen laat dit instituut momenteel een kleine plus zien: 2 procent.
Niettemin verwacht directeur Bram ten Kate voor komend studiejaar een terugloop van de internationale instroom: “Die is op te vangen, omdat we vorig jaar flink zijn gegroeid. Bij onze twee grootste opleidingen kunnen bovendien ook in februari studenten beginnen. Ik verwacht dat de instroom dan groter zal zijn.”
Tonnen tekort
Volgens de directeur zijn er diverse scenario’s met verminderde aanmeldingen doorgerekend en laten de minst gunstige forse tekorten zien, van enkele tonnen. Hij verwacht dat het management de periode tot december optimaal gaat benutten om ‘stevig bij te sturen voor de begroting van 2021’.
“Financieel moet je het over een langere termijn zien. Ten aanzien van volgend jaar kun je ook accepteren dat het verliesgevend wordt en daar niet op ingrijpen, omdat we daarvan in de jaren erna te veel last hebben. Je kunt namelijk verwachten dat de situatie tegen die tijd is gecorrigeerd.” [Tim Durlinger]