Venlo, Eindhoven,
26
mei
2017
|
17:24
Europe/Amsterdam

BON: er zijn te veel Engelstalige opleidingen

Ook bij Fontys groeit het aantal

Beter Onderwijs Nederland (BON) dreigt de staat met een rechtszaak vanwege doorgeschoten ‘verengelsing’ van het onderwijs. Het aantal Engelstalige opleidingen blijft groeien. Ook bij Fontys.

BON wil dat in de plannen van een nieuw kabinet uitdrukkelijk wordt opgenomen dat de overheid ernst maakt met de handhaving van artikel 7.2 van de Wet op het hoger onderwijs. Daarin is bepaald dat het onderwijs en de examens in beginsel worden afgenomen in het Nederlands. Een andere taal is volgens deze wet alleen toegestaan bij wijze van uitzondering: wanneer die andere taal het studieobject is, er sprake is van een gastcollege van een buitenlandse docent of ‘indien de specifieke aard, inrichting of kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt’.

Volgens Nicole Luijten (office for internationalisation, Fontys-dienst Onderwijs en Onderzoek) laat de wetgever daarmee de ruimte aan de onderwijsinstellingen: "Die benutten deze ruimte, mede in het kader van het belang van Internationalisering. Zo ook Fontys. In sommige gevallen zal dat zijn vanwege de internationale studentenpopulatie, in andere gevallen vanwege de aard van het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan International Business and Management Studies (IBMS); dat is bij uitstek een voorbeeld waarbij de 'specifieke aard' van de opleiding het niet meer dan logisch maakt om deze in het Engels aan te bieden."

Steeds belangrijker
Directeur Peter de Leeuwerk van Fontys Internationaal Business School in Venlo geeft aan dat verengelsing bij zijn instituut zeker geen negatieve inhoud heeft. "Integendeel. De meeste opleidingen worden in drie talen gegeven: Nederlands, Duits en Engels. Een ervan, IBMS, wordt niet eens in het Nederlands gegeven. Aangezien we ons steeds meer richten op studenten buiten Nederland en Duitsland, wordt Engels steeds belangrijker."

Luijten van het office for internationalisation geeft aan dat er bij Fontys een groei is in Engelstalige opleidingen en minoren. "We spelen daarmee in op de vraag van Nederlandse studenten, maar het past ook binnen de Internationaliseringsvisie van Fontys. Een van de aandachtspunten van deze visie is onder meer internationalisation@home: met het aanbieden van Engelstalige programma’s nemen buitenlandse studenten deel aan ons onderwijs en komen ook de studenten, die niet in de gelegenheid zijn om naar het buitenland te gaan voor studie of stage, in aanraking met internationale studenten. Ze werken daarmee aan de internationale en interculture competenties die zo belangrijk zijn."

Argumenten vóór Engelstalig onderwijs zijn onder meer dat kennisoverdacht en zakendoen over grenzen heen gaat, het is dan handig een gemeenschappelijke taal te spreken. BON benadrukt dat het grootste deel van de studenten in Nederland blijft werken, Engelstalig onderwijs is overdreven. Bovendien spreken docenten vaak belabberd Engels en studenten begrijpen de stof niet goed, meldde BON deze week in verschillende media.

Geen doel op zich
Internationalisering moet volgens Luijten nooit een doel op zich zijn, maar een middel om onder meer andere culturen beter te leren begrijpen. Ook moet dit het denkkader en probleemoplossend vermogen van studenten vergroten. Volgens directeur De Leeuwerk ligt bij zijn instituut het zwaartepunt op het internationaal leren zakendoen. "Daarvoor moet je de cultuur en taal leren kennen, hebben kunnen oefenen met internationale casuïstiek, kennis hebben van internationale wetten en regels, een minor in het buitenland hebben gedaan en bij een buitenlandse stage hebben gelopen. Dat bieden wij alle studenten, ongeacht het land van origine."

Luijten wijst tenslotte nog op de strategische visie van de Vereniging Hogescholen uit 2015, #hbo2025 Wendbaar & Weerbaar. In het voorwoord staat dat 'de internationalisering steeds dieper zal ingrijpen in ons werk en sociale leven'. "Een goede hogeschool bereidt de studenten voor op zo'n toekomst." [TD]