Beveiliging: “Afwijkend gedrag pikken we er zo uit”
We zien ze regelmatig rondlopen: mannen en vrouwen in een blauwe broek, wit hemd, stropdas en een jasje met security erop. Het zijn beveiligers die toezicht houden op de locaties van Fontys. Maar wat doen ze eigenlijk? Bron loopt een dagje mee.
“Soms lijkt het alsof we maar wat rondlopen”, zegt Dennis Trip, adviseur beveiliging, die verantwoordelijk is voor de beveiliging op alle Fontys-locaties. “Maar achter de schermen doen we heel veel.”
Een dag is voor de beveiligers van Fontys nooit hetzelfde. Ze houden toezicht op de huisregels, signaleren gevaarlijke en onwenselijke situaties, rapporteren, en treden op als bedrijfshulpverleners en EHBO’ers. Het epicentrum is de meldkamer in gebouw R5 op campus Rachelsmolen.
Een aantal maanden eerder klopte Bron al eens onverwachts op het spiegelende raam, links van de ingang. Maar het enige wat de verslaggever te zien kreeg, was een zestal grote beeldschermen met tientallen beelden van Fontyslocaties. Het oog van de camera is onder meer gericht op toegangswegen, fietsenstallingen, parkeergarages, nooduitgangen en openwerkplekken.
Gelegenheidsboefjes
Toch mag vrijwel iedereen die wil weten wat er in de meldkamer gebeurt, binnenkomen. “Sommige mensen denken namelijk dat we ze in de gaten houden”, zegt beveiliger Bjorn Franken. “Maar we zorgen juist voor een veilige omgeving voor iedereen die bij Fontys werkt en studeert.”
En dat zijn er een heleboel. Voor wie de cijfers niet kent: Fontys heeft een populatie van zo’n 45.000 studenten en 5.000 medewerkers, die zijn verdeeld over tientallen instituten en meerdere locaties in onder meer Eindhoven, Tilburg, Den Bosch, Venlo en Sittard.
Minstens 98% van de studenten en medewerkers gedraagt zich fatsoenlijk, weet Trip. “Juist het fatsoen van de mens maakt een gat in onze beveiliging, zoals het openhouden van een afgesloten deur van een fietsenstalling voor anderen. Het zijn vaak gelegenheidsboefjes van buiten die dan hun slag slaan.”
Het toegenomen aantal openwerkplekken heeft geen stijging van het aantal diefstallen veroorzaakt. Gemiddeld worden zo’n 30 tot 35 diefstallen per jaar gemeld, daar zit ook verlies bij. “De sociale veiligheid is groot, mensen letten op elkaar en elkaars spullen.”
235 camerabeelden
In de meldkamer houden dagelijks twee beveiligers ongeveer 235 camerabeelden in de gaten. De overige beveiligers houden toezicht in de gebouwen en op de buitenterreinen. “Vanuit de meldkamer kunnen we veel meer zien, dan onze mensen kunnen belopen”, legt adviseur beveiliging Trip uit. [tekst gaat verder onder de foto]
Er wordt vooral gelet op afwijkend gedrag. Daar zijn de beveiligers op getraind. “Afwijkend gedrag pikken we er zo uit”, aldus Trip. “Denk aan een fietser met petje en capuchon over het hoofd, de hand voor het gezicht terwijl er traag langs een rij geparkeerde fietsen gereden wordt. Die is op zoek naar een fiets om te stelen, meestal een elektrische.”
“Iemand die tussen auto’s door wandelt zonder ergens in te stappen, is ook verdacht”, vervolgt Trip. “Of een bezoeker die schrikt als hij door een receptionist wordt aangesproken. Iemand die bij Fontys een afspraak heeft, is blij dat hij geholpen wordt.”
De centralisten in de meldkamer volgen al deze mensen met de camera en melden verdachte mensen bij een beveiliger die in de buurt is of een receptionist. “Op deze manier kunnen we veel incidenten voorkomen. We werken nauw samen met de politie en hebben goede contacten met wijkagenten. Hierdoor is bijvoorbeeld een scooterdievenbende opgerold.”
Verwarde man
Elke ochtend start het ochtendteam om 6.30 uur. Twee beveiligers nemen plaats achter de beeldschermen in de meldkamer en nemen de waarneming over van de externe meldkamer die 's nachts de monitoring doet. De andere beveiligers maken een rondje over hun deel van de campus. Ze letten op vernielingen, vervuiling, open of kapotte ramen, en andere verdachte omstandigheden. Als alles in orde is, openen ze de gebouwen en kan de schoonmaakploeg aan de slag.
Vanochtend loopt Bron mee met Bjorn Franken. Franken werkt al 19 jaar als beveiliger voor Fontys. Jarenlang zat hij als centralist in de meldkamer, nu stuurt hij als teamleider 32 beveiligers aan, Fontysbreed. Elke week bezoekt hij de verschillende locaties. Samen met Dennis Trip bespreekt hij wat hij hoort en ziet, en als het nodig is passen ze hun werkwijze aan, brengen verbeteringen aan of geven adviezen.
Het eerst wat opvalt vanochtend, is het kapotte raam van de toegangsdeur in R5. In het laatste weekend van mei is deze ’s nachts vernield door een verwarde man. “Helaas is Fontys daar de dupe van geworden”, zegt beveiliger Franken. Hij was ter plekke toen de politie arriveerde en de man arresteerde. “Hij had een hoop vernielingen in het gebouw achtergelaten.”
Franken houdt er rekening mee dat er meer van dit soort incidenten zouden kunnen gaan plaatsvinden als dit najaar de hekken om het terrein worden weggehaald. Het Fontysbestuur wil een open campus creëren, net als bij de TU/e. Niet alleen in Eindhoven, maar op elke locatie waar dat mogelijk is.
Het is een mooie gedachte om de stad en de burgers meer te betrekken bij het onderwijs en onderzoek van Fontys, vindt Franken. “Wat het voor de beveiliging betekent, kunnen we niet precies inschatten. De eerste maanden zullen we alles wat er voorvalt in kaart brengen, zodat we daar op in kunnen spelen.”
Verdachte omstandigheden
Er wordt momenteel flink gebouwd door Fontys. Verschillende instituten verhuizen dit najaar naar locatie Rachelsmolen. De beveiliging moet ervoor zorgen dat er geen onveilige situaties ontstaan tijdens de werkzaamheden. Daarvoor is het noodzakelijk om te weten welke externe partijen op een dag werkzaam zijn.
De beveiligers zijn extra alert. Bouwmateriaal kan zomaar worden gebruikt om in te breken, zoals onlangs in R5. “Bij verdachte omstandigheden waarschuwen we de opzichter, die is verantwoordelijk voor het bouwterrein”, aldus Franken.
Tijdens ons rondje worden we gebeld door beveiliger Burim vanuit de meldkamer. Hij meldt dat gebouw S3 van Fontys Kind en Educatie op het TU/e-terrein niet is geopend. De schoonmaker staat voor een dichte deur. Na een telefoontje met de verantwoordelijke beveiliger blijkt dat hij deze taak over het hoofd heeft gezien, voor het eerst in zijn carrière. Franken stuurt een collega voor de klus. Het is dan pas 7 uur.
Buiten de poort valt het oog van de beveiliger op een lekkende auto die geparkeerd staat. “Als dat benzine of olie is, kan dat gevaarlijke situaties opleveren”, zegt hij wijzend op het hek waar een asbak aan hangt. “Niet iedereen maakt zijn peuk netjes uit waar het hoort.”
En dan komen we als vanzelf op het beleid vanuit de overheid voor een rookvrije campus, een van de regels waar streng op wordt gehandhaafd. Er mag alleen nog buiten de poorten van de campus worden gerookt. Wie dat niet doet, wordt vriendelijk aangesproken door een beveiliger.
Geen discussie
“De meeste studenten doen daar niet moeilijk over”, zegt Franken. “Maar niet iedereen vindt het leuk om gecorrigeerd te worden, vooral niet in gezelschap. We proberen niet in discussie te gaan. Emotie mag er zijn, maar dat begrenzen we snel. Als een student twee keer op dezelfde dag wordt betrapt, nemen we zijn Fontyspas in en mag hij uitleg geven aan de directeur van zijn instituut.”
Adviseur beveiliging Dennis Trip vertelde eerder dat er gemiddeld vaker conflicten zijn met medewerkers dan met studenten. “Studenten binden sneller in, medewerkers vinden vaker dat er voor hen een uitzondering gemaakt kan worden. ‘Ik werk hier’, zeggen ze dan.”
Studenten ICT Ryan, Ramon, Geert en Bart tonen begrip voor deze aanpak. Zelf roken ze ook, maar de peuken gaan netjes in de asbak. Franken maakt een praatje met ze. In welk jaar zitten ze? En hoe verloopt de studie? De studenten kunnen de aandacht wel waarderen en voor Franken maken dit soort sociale interacties zijn werk leuk. “We doen het voor hun.” [tekst gaat verder onder de foto]
Onderweg terug naar de meldkamer ziet Franken verkeerd geparkeerde scooters. Daar plakt hij straks een waarschuwingsbriefje op. Bij twee keer volgt een boete. “De volgende keer parkeren ze misschien wel voor een noodingang. Dat soort situaties willen we met deze maatregelen voorkomen.”
Het lijkt een rustige dag te worden. Tot 12 uur gebeurt er niets noemenswaardigs. Maar wanneer Franken aan zijn middagronde over de campus begint, gaat zijn portofoon. Er is op het alarm gedrukt in een invalidetoilet. We spoeden ons naar gebouw R4. Je moet een flinke conditie hebben als beveiliger. Het blijkt loos alarm. Een toiletbezoeker zag de alarmknop aan voor de lichtschakelaar.
De weg afsnijden
Onderweg door de gangen van gebouwen R4 en R3 schieten de ogen van de beveiliger alle kanten op. Niets ontgaat hem. Hij wijst op de brandende bordjes voor de nooduitgang. “Als een lampje kapot is, kan het gebeuren dat een student of medewerker bij een incident in het donker de weg naar buiten niet kan vinden. Dat moeten we voorkomen.”
De portofoon gaat weer. Nu omdat het alarm van een nooddeur is afgegaan. Weer zetten we de pas erin. De betreffende deur staat inderdaad open, maar degene die hem heeft geopend is niet meer te zien. Deze deuren worden volgens Franken vaak gebruikt om sneller buiten te komen. Ondanks de waarschuwingstekst die in koeienletters op het raam is geplakt.
Niet veel later is er weer een incident: een brandende asbak. Dat gebeurt wel drie keer op een dag, weet Franken. Ook dat zien ze in de meldkamer. Een beveiliger is snel ter plekke om het brandje met een glas water te blussen.
In de meldkamer eten centralisten Robert en Burim een broodje, terwijl ze de camerabeelden nauwlettend in de gaten blijven houden. Om de twee uur maken ze een inspectierondje over het terrein en komen dan weer fris binnen. Acht uur aaneen naar de beelden staren, houd niemand vol, weten ze.
Heftige beelden
Heel soms worden de centralisten geconfronteerd met heftige beelden, zoals toen een docent een hartaanval kreeg. “Dat komt bij elke beveiliger hard binnen”, zegt Franken. “Maar we blijven professioneel en proberen het dan los te laten. Dat hoort ook bij ons werk.”
Het gebeurt weleens dat een beveiliger last houdt van een incident. Hij kan dan terecht bij teamleider Franken. “Ze kunnen met mij overal over praten. Eventueel schakelen we een vertrouwenspersoon of slachtofferhulp in.”
Het zijn gelukkig niet alleen incidenten, ongevallen of verdachte personen die in de meldkamer op beeld voorbijkomen. Soms kunnen de beveiligers een glimlach niet onderdrukken. Bijvoorbeeld toen een medewerker dansend met een kop koffie onderweg was door de gang.
Deze afwisseling maakt het werken voor Fontys leuk, zeggen de beveiligers. Ook noemen ze de onderlinge gemoedelijkheid en de sociale gemeenschap. Daarnaast is het werk uitdagend. Vaak zien ze dingen aankomen en weten ze erger te voorkomen.
Beveiliger Bjorn Franken vergelijkt zijn werk ook wel met een puzzel. “Die ligt helemaal uit elkaar en door camerabeelden terug te kijken, vind ik geregeld aanknopingspunten waardoor we een inbraak, aanrijding of diefstal kunnen oplossen. Dan ben ik trots op wat we doen.” [Marieke Verbiesen]