Antilliaanse studenten wennen moeilijk aan ‘het systeem’

“Antilliaanse studenten komen vaak slecht voorbereid naar Nederland. Terwijl de belangrijkste les juist luidt: weet waar je aan begint.” Na een lastige start is Ronak Mangtani, afkomstig van Sint-Maarten, inmiddels tweedejaars aan Fontys Hogeschool ICT in Eindhoven. Hij is niet afgehaakt, in tegenstelling tot veel andere Antilliaanse studenten.

Deze week werd bekend dat Hogeschool Rotterdam stopt met de actieve werving van Antilliaanse studenten. De uitval in die groep is dermate hoog (75 procent) dat de hbo-instelling bij onderwijsminister Van Engelshoven aandringt op maatregelen.

Jaarlijks telt ‘Rotterdam’ ongeveer 200 Antilliaanse eerstejaars, hoofdzakelijk afkomstig van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Bonaire. Bij Fontys ligt dat aantal een stuk lager, maar deze doelgroep ervaart ook hier problemen. Overzeese studenten lopen aan tegen een andere onderwijscultuur, de onvoldoende beheersing van het Nederlands of ‘gewoon’ heimwee.

Doorbijten
Dit en vorig studiejaar verwelkomde Fontys gemiddeld zo’n 60 studenten die direct de overstap maakten van de Nederlandse Antillen. Ronak Mangtani is één van hen: anderhalf jaar geleden verliet hij thuiseiland Sint-Maarten voor een opleiding aan FHICT. “Het kostte me behoorlijk tijd om te wennen, vooral het eerste semester was doorbijten.” 

Zijn voornaamste struikelblok was de studiedruk in Nederland. “Toen ik sommige tentamens de eerste keer niet haalde, ontdekte ik dat er maar één herkansing mogelijk was. Dat was schrikken.”

Acclimatiseren
Ronak ging keihard aan de slag, en pakte zijn herkansingen. Inmiddels kan hij relativeren: “Echte, grote problemen heb ik niet gehad. Het was vooral een kwestie van acclimatiseren, letterlijk en figuurlijk.”

Hij denkt dat de propedeuse voor de meeste Nederlandse studenten evengoed wennen is. “Je raakt los van je veilige middelbare schoolleven en wordt langzaam volwassen.”

Motivatie en een gedegen voorbereiding, dat zijn volgens Ronak cruciale factoren voor het al dan niet slagen van Antilliaanse studenten in Nederland. “Persoonlijk had ik mijn huiswerk goed gedaan en was ik op en top gemotiveerd om hier te slagen. Dat laatste is precies de reden dat ik in die eerste, moeilijke periode heb doorgezet.”

Oplossing
Ook de bestuurders van Hogeschool Rotterdam zoeken een oplossing van dit probleem op het vlak van de voorbereiding. In hun brief aan de minister pleiten zij voor een verplicht doorstroomprogramma met aandacht voor studievaardigheden, taalvaardigheid en cultuurverschillen. 

Ronak: “Dat helpt zeker om de overgang makkelijker te maken. Inhoudelijk kun je dan ook focussen op de nadelen van een opleiding in Nederland: meer stress dan thuis, een hoger niveau en een ‘hardere’ cultuur in het onderwijs en daarbuiten.”

Relaxed eiland
Inmiddels is Ronak gewend aan ‘het systeem’ en zit hij prima in zijn vel. “Van een zonnig relaxed eiland naar een regenachtig land vol regels - ik heb het wel gedaan!” 

Als ervaringsdeskundige heeft hij nog een boodschap voor mogelijke Antilliaanse eerstejaars: “Sowieso: Als je naar Nederland komt moet je wel ff aan de bak.” 

Werving 
Bij Fontys is er overigens geen sprake van dat wordt gestopt met de werving. Jaarlijks gaan er drie Fontys-medewerkers naar de Antillen voor voorlichting over de ict-opleiding, Hogeschool voor de Kunsten en de Lerarenopleiding Tilburg. [Frank van den Nieuwenhuijzen]