Eindhoven,
03
april
2018
|
17:56
Europe/Amsterdam

Actieplan voor aanpak depressiviteit bij studenten

Studentenorganisaties ISO en LSVb presenteren zaterdag 8 april een actieplan waarmee ze depressiviteit onder studenten bespreekbaar willen maken. Het plan, waaraan verschillende welzijnsorganisaties en instellingen van hoger onderwijs meewerkten, bevat ook algemene aanbevelingen ter verbetering van het studentenwelzijn. “Goed om het thema depressie verder uit de taboesfeer te halen”, zegt Fontys-studentendecaan Anouk Jansen.

door Frank van den Nieuwenhuijzen
Steeds meer studenten kampen met stressklachten. Eind vorig jaar bleek uit onderzoek van Hogeschool Windesheim dat 62 procent van hun studenten last heeft van prestatiedruk. Op den duur kan dat leiden tot depressieve gevoelens, angst en burn-outklachten.

Druk op de ketel
Het actieplan is opgesteld door het 'Partnership Studentenwelzijn', waarvan onder meer het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en verschillende welzijnsorganisaties deel uitmaken. Ook zijn de hoger-onderwijsinstellingen Windesheim, InHolland, de Hogeschool van Amsterdam en de UvA betrokken. Het plan bevat vijf aanbevelingen, die moeten helpen om het studentenwelzijn te verbeteren. Bijvoorbeeld het vergroten van het bewustzijn (bij studenten, docenten en studentbegeleiders) en verdere deskundigheidsbevordering van docenten en studentbegeleiders. Volgens de studentenorganisaties is het bovendien noodzakelijk dat studentenwelzijn structureel aandacht krijgt in het instellingsplan van een hogeschool.

Studentendecaan Anouk Jansen van Fontys erkent de ernst van de problematiek: “Studenten moeten steeds meer. De nieuwe propedeusenorm is bijvoorbeeld vrij stevig; het is één van de dingen die behoorlijk druk op de ketel kunnen zetten. Uiteraard heeft dat zijn weerslag op je functioneren.” In reactie op de genoemde aanbevelingen zegt Jansen: “Ook de Hey! Het is oké-campagne van de overheid is al bedoeld om depressie bespreekbaar te maken. Het is alleen maar goed om het taboe weg te halen. In mijn praktijk merk ik dat studenten hun problemen vaak goed benoemen. Dat moet ook wel als je je hulpvraag duidelijk wilt maken. Bovendien lopen ze dan vaak al langer met klachten rond.”

Vroegtijdige signalering en goede doorverwijzing
Jansen begrijpt ook de aanbeveling tot verdere professionalisering van docenten en studentbegeleiders. “Goed als docenten meer tools krijgen om deze problemen te (h)erkennen. Maar depressiviteit is natuurlijk niet de enige functiebeperking waarmee studenten komen. De studiebegeleiding ‒ binnen Fontys in handen van de SLB’ers (Studieloopbaanbegeleiders) ‒ gaat volgens Jansen steeds beter. “Hierin kunnen we als Fontys nog meer investeren. Uiteraard is vroegtijdige signalering en goede doorverwijzing van belang om problemen als studievertraging en -uitval te voorkomen. SLB’ers kunnen bijvoorbeeld verwijzen naar een van onze studentendecanen of -psychologen."

Meer maatwerk
Voor Anouk Jansen staat studentenwelzijn absoluut voorop. "Als het opnemen van 'studentenwelzijn' in het instellingsplan leidt tot meer centrale aandacht voor dit thema, prima. Als ik zelf ook een aanbeveling mag doen pleit ik vooral voor flexibiliteit en maatwerk." Anouk Jansen verwijst naar Hogeschool Windesheim, waar momenteel een proef plaatsvindt met flexibele tentaminering: “Studenten plannen daar hun tentamen op een moment dat hen zelf past. Dat geldt overigens voor alle studenten, niet alleen die met een functiebeperking. Dergelijke initiatieven kunnen helpen om het studentenwelzijn te verbeteren."