Eindhoven,
11
april
2022
|
09:14
Europe/Amsterdam

Journaalverslaggever Lidwien Gevers: “Ik ben best sensatiebelust”

Fontys-alumnus en NOS-rechtbankverslaggever Lidwien Gevers is op haar 57e geen wezenlijk andere persoon dan op de toenmalige Academie voor Journalistiek in de Tilburgse Groenstraat: “Toneelspelen is niks voor mij.”

Hoewel Gevers de afstudeerrichting Schrijvende Pers volgde, is ze al bijna dertig jaar een vertrouwd Journaal-gezicht. Tegenwoordig verslaat ze onder meer grote rechtszaken, zoals het Marengo-proces en de zaak-Geert Wilders. “Niet dat ik ooit word herkend hoor. Zelfs niet door veel van mijn nieuwe, jonge collega’s.”

Nieuwsjunk
Die ietwat relativerende toon klinkt steeds door bij haar, zo lijkt. Dat is in 1983, wanneer ze begint als eerstejaars aan wat nu Fontys Hogeschool Journalistiek heet, al niet anders: “In mijn klas zaten nogal wat wereldverbeteraars die naar Vrij Nederland, het summum toen, wilden. Zelf voelde ik die hoge ambities niet. Ik koos gewoon een studie die mij leuk leek.”

Het zijn de jaren van ‘No Future’, waarin veel jongeren maar niet te ver vooruit plannen. “Dat gold ook voor mij: Ik ging voor het plezier en leefde met de dag.” Qua opleiding komt Gevers in elk geval niet bedrogen uit: die is daadwerkelijk zo leuk als ze hoopte. De docenten houden haar volop bij de les: “Doordat er op willekeurige momenten nieuwstoetsen worden afgenomen, ben je gedwongen stipt het nieuws te volgen. Dat vormt je: ik werd een nieuwsjunk.”

Groei
En na haar afstuderen valt het met het bijstandsperspectief ook alles mee: “Uiteindelijk ben ik in mijn hele leven maar drie weken werkeloos geweest. Ik begon op de kunstredactie van het Brabants Dagblad, eigenlijk belachelijk voor een grietje van begin twintig. Wat wist ik nou van cultuur?”

Eenmaal aan de slag ontbrandt het vuurtje definitief: “Ik werd fanatieker omdat ik merkte hoe leuk ik dit werk vond. Zo groei je in de rol van journalist, en word je beloond met meer uitdagende klussen.”

Met trots kijkt ze terug op haar eerste grote zaterdagreportage. “Over sekteleider Sipke Vrieswijk in Velddriel. Later werd hij veroordeeld voor seksueel misbruik van minderjarigen. Maar ik sprak vijf uur met hem. Ik deed enorm mijn best om serieus genomen te worden, en het werkte…”

Lidwien Gevers. foto: Ton ToemenDe later in het Pieter Baan Centrum als psychotisch en narcistisch gediagnostiseerde prediker laat zich het hemd van het lijf vragen. “Waarom weet ik ook niet. Maar onderwerpen als sektes, prostitutie en moord heb ik altijd fascinerend gevonden. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar ik ben ontzettend sensatiebelust.”

Doorbijten
In juli 1990 begint ze als redacteur bij het NOS Journaal, waar ze met nul televisie-ervaring uit 70 kandidaten werd gekozen. “Beretrots was ik.”

Evengoed is haar begintijd zwaar. “Ik ben authentiek en speel geen toneel. Maar de cultuur in Hilversum was soms doorbijten. Ik voelde me een Brabantse boerentrien tussen die Randstedelijke journalistieke aristocratie. Mensen als Harmen Roeland en Hennie Stoel durfde ik amper aan te kijken. Die had ik daarvoor al jarenlang op tv gezien. De eerste twee jaar liep ik op mijn tenen. Maar ik moest en zou overleven van mezelf.”

Instituut
Dat is gelukt. En de kleine, stijve journaalredactie van toen is inmiddels wel opengebroken. “Het team is enorm gegroeid, ook omdat de online- en radioredactie erin is geschoven. Mede daardoor is de onderlinge samenhang minder. Wij keken vroeger allemaal samen naar het Achtuurjournaal- nu zit iedereen met oortjes in op een eigen eiland. Als ik op de redactie ben, denk ik weleens: alweer zestig nieuwe, piepjonge collega’s die zelf niet eens naar het Journaal kijken.”

Ondanks het vergrijzende kijkerspubliek, geldt het NOS Journaal volgens Gevers nog altijd als instituut. “Alleen minder… Vroeger begon er geen enkele persconferentie als de NOS nog niet was gearriveerd. Nu sta ik achteraan in de rij tussen allerlei vloggers en bloggers. Tegelijkertijd dalen de kijkcijfers nauwelijks. Als gevolg van de Oekraïne-oorlog kijken er op sommige dagen drie miljoen mensen.”

Factchecken
Ze geeft aan dat er intern continu wordt gereflecteerd op verjonging en vernieuwing, net als op verwijten als zou het journaal niet objectief genoeg zijn. “Een deel van ons werk is praten over ons werk. Dat komt óók omdat we meer dan vroeger onder het vergrootglas liggen. Onder druk van sociale media zijn we nóg meer gaan factchecken. NOS Fake Nieuws!-uitroepen doen me oprecht pijn. Ze moesten eens weten hoeveel recht we proberen te doen aan de waarheid.”

Ergens deelt ze de mening dat het soms kritischer kan - bijvoorbeeld jegens de politiek - maar tegelijk ziet ze dit toch ook als heikel punt. “Ik denk vaak: zal ik het eens zo en zo zeggen? Klinkt veel scherper… Maar toch wil ik dan niet mijn eigen kijk naar voren schuiven. Het journaal is eerst en vooral neutraal. Ik ben niet iemand die hierin zo nodig de grenzen wil opzoeken.”

Ongeduldig
Al die jaren van 2 minuten-reportages maken, hebben haar ongeduldiger gemaakt. “Omdat ik werk onder tijdsdruk heb ik altijd haast. Kan die anekdote niet korter?, denk ik op sommige verjaardagsfeestjes.”

Het lukt haar goed om verdrietige details opzij te zetten, maar de rusteloosheid die veel journalisten eigen is speelt ook Gevers parten. “Zodra ik in een onderwerp duik, kan ik het niet meer loslaten. Soms word ik op mijn vrije dag gebriefd over een naderende klus. Eigenlijk sta ik dan meteen weer aan. Net zo lang tot het verhaal klaar is.”

Niet te eigenwijs
“Wees onbevangen”, is wat ze studenten van nu wil meegeven. “Veel jongeren wekken de indruk dat ze o zo goed weten hoe de wereld in elkaar steekt. Maar te grote stelligheid beperkt je kijk op dingen. Als je jong bent, hoort een beetje eigenwijsheid erbij. Maar juist die eenkennigheid helpt je niet altijd. Vaak kom je er pas achteraf, en via allerlei omwegen, achter hoe iets echt werkt.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.