Opnieuw te weinig geld voor lerarenbeurs
De Tweede Kamer was woedend toen vorig jaar het geld voor de lerarenbeurs opeens op bleek te zijn. Maar alle stampij ten spijt heeft de geschiedenis zich herhaald: dit jaar vissen ruim 1.200 leraren achter het net, ook bij Fontys.
Afgelopen zomer bleek dat 2.400 docenten waren afgewezen voor de lerarenbeurs. Deze subsidie is bedoeld voor docenten die zich verder willen scholen, bijvoorbeeld met een master. Maar dat potje was opeens grotendeels leeg: er was al geld gebruikt voor de aanpak van het lerarentekort. Dit jaar is het opnieuw niet toereikend.
Daar gaan we weer, dacht opleidingsmanager Jeroen Leuverink van Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT). Vorig jaar werd de aanvraag van zo’n beurs bij drie collega’s van hem afgewezen. Nu overkomt dat een docente van FLOT die nog een studie ernaast wil volgen.
“Zij was nog tot middernacht opgebleven om zich direct voor de lerarenbeurs in te kunnen schrijven, maar is toch afgewezen”, weet Leuverink. “We gaan nu kijken of wij het als organisatie zelf kunnen ophoesten, uit ons budget voor professionalisering. Dat is een flinke investering.”
Domino-effect
Voor directeur Anton van den Brink van Fontys Lerarenopleiding Sittard kwam het nieuws niet als een verrassing. “Vorig jaar was al bekend dat dit de komende jaren een domino-effect zou hebben omdat er te weinig budget is. Dan kun je hooguit, voor zover dat kan, ‘blij’ zijn dat dit keer maar de helft geen beurs krijgt.”
Aan de andere kant is er volgens Van den Brink onlangs liefst 8,5 miljard euro in de scholen gestoken in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs. “Ook voor professionalisering. We hebben de hoop dat er hier en daar toch wat directeuren zijn die wat regelen voor degenen die nu misgrijpen op de lerarenbeurs.”
Twintig professionals die dat vorig jaar overkwam, annuleerden toen hun inschrijving voor een studie bij Fontys in 
Sittard. Zij wilden daar een tweede bevoegdheid halen of een masteropleiding doen. Volgens Van den Brink is het nog te vroeg om te zeggen of dat in september opnieuw gebeurt.
Met voorrang behandeld
De Tweede Kamer debatteerde zich in september een slag in de rondte, zonder resultaat. De onderwijsministers Slob en Van Engelshoven konden niets meer voor de gedupeerde leraren betekenen, zeiden ze. De afgewezen aanvragen zouden de volgende keer maar met voorrang moeten worden behandeld.
Van de in totaal 5.895 aanvragen voor een lerarenbeurs zijn er dit jaar 4.676 toegekend, staat in een brief van de ministers. 1.219 docenten, die de beurs voor het eerst aanvroegen, kregen dus slecht nieuws. Van hen kwamen er 263 uit het hoger onderwijs.
Docenten die voor het tweede of derde jaar op rij een aanvraag voor de lerarenbeurs deden, zoals de drie van FLOT, zagen die nu wel gehonoreerd. [Tekst gaat verder onder de foto.]
Bij de aanvraagronde voor schooljaar 2022-2023 zullen afgewezen docenten opnieuw voorrang krijgen. Hierdoor zal er ‘mogelijk geen tot zeer beperkt budget resteren’ voor nieuwe aanvragen, schrijven de ministers.
Alsnog toekennen
De Algemene Onderwijsbond vindt dat het ministerie de beurzen alsnog moet toekennen. “Het is niet uit te leggen dat er met miljarden wordt gestrooid in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs, maar dat er geen relatief beperkt bedrag kan worden vrijgemaakt voor de lerarenbeurs”, zegt bestuurder Jelmer Evers.
De ministers willen met docenten, schoolleiders en de Tweede Kamer in gesprek over de problemen met de lerarenbeurs, schrijven ze. Ook hebben ze een evaluatieonderzoek uitgezet. Die resultaten verwachten ze in het najaar. [Tim Durlinger/Hoger Onderwijs Persbureau]