Liggen rotten in je intro-tent

Ik ging zelf ongeveer 100 jaar geleden op introkamp. Een periode waarin alleen nog maar Blackberrys bestonden, er geen WhatsApp was en - gelukkig voor ons nu - geen goede smartphones om genânte situaties mee te vereeuwigen.

Het was in een periode dat ik aan het puberen was en mijn moeder mijn aartsvijand was. Toen ze me opgaf voor het introkamp, riep ik dat ik niet wilde gaan en dat ik mezelf daar in coma zou drinken. In de hoop dat ze me niet meer zou laten gaan, maar zij wist natuurlijk ook dat ze op introkamp alleen maar bier schenken en dat ik allergisch ben voor de geur van bier (niets goorder dan dat, behalve koffie-adem).
Ik ging met de allergrootste tegenzin naar mijn introkamp in Gilze, waar we vanaf Tilburg naartoe fietsten. Dan heb je eindelijk gratis OV, moet je nog 76 kilometer fietsen op je barrel. Wie bedenkt dat?! Daar lagen we in een gigantische tent, die de eerste dag natuurlijk nog schoon was, maar waar na dag drie behoorlijk wat mensen lagen te rotten. Ik hou naast bier dus ook absoluut niet van kamperen. Ik ben een luxepoes, geen karige kitten. Er was die week een biercampus en een estafette met shotjes Jägermeister. Het bier moffelde ik weg via mijn blouse, met nat ondergoed tot resultaat. De Jägermeister ‘moffelde’ ik weg in de wc, een paar uur later.
Deze introweek was eigenlijk precies wat ik nodig had. Wanneer ik tijdens mijn studie claustrofobisch werd van mijn kamertje, of mijn opleiding wilde opgeven dacht ik altijd: ik heb de introweek met biercampus en een tent vol kadavers overleefd. Deze vier jaar gaan ook wel lukken!

Jacky Eickes studeerde Journalistiek in Tilburg en werkt freelance voor Bron. Deze column staat ook in Bron Magazine, een eenmalige uitgave speciaal voor eerstejaars.