Je selfie zijn

Pas zat ik in een restaurant van Fontys. Een stukje verderop was een studente druk met haar telefoon. Ze maakte een selfie en bekeek het resultaat. Dat herhaalde zich een keer of tien. Blijkbaar was ze niet tevreden.

Ze is niet de enige. In een wereld vol sociale media is het cruciaal om er goed uit te zien op je selfie. Gelukkig is er tegenwoordig allerlei geavanceerde fotobewerkingssoftware om de wenkbrauwen op te halen, oneffenheden weg te poetsen en het juiste filtertje aan te brengen. Ironisch genoeg lijken selfies daarmee steeds minder op de persoon zelf.

Maar het, letterlijk, grootste probleem blijft dé neus. Kijk, een mobiele camera heeft een groothoeklens, en als je daarmee een close-up maakt, dan krijg je een vervormd beeld. Dingen die dichterbij zijn lijken véél groter. Dat geeft opties wanneer je als man aan ‘sexting’ doet, maar het is een nadeel als je een selfie maakt. Dan is je neus namelijk het dichtste bij en die kan dan wel tot 30% groter lijken. Dat is zeker geen triviaal probleem. Wie wil nu online een date afspreken met iemand met een buitenproportionele neus?

Meer dan de helft van de plastisch chirurgen geeft dan ook aan regelmatig aanvragen te krijgen voor een nose-job omdat mensen er beter uit willen zien op hun selfies. Echt waar!

Dus voorspel ik voorzichtig dat over een paar jaar het straatbeeld gedomineerd zal worden door mensen met hele kleine neusjes die gelukzalig naar hun schermpje staren.

Maar dat blijft natuurlijk een gokje.

Rens van der Vorst is technofilosoof, hoofd IT Innovatie bij Fontys en auteur van 'Appen is het Nieuwe Roken'.