'Het is goed dat ik in Nederland ben gebleven'
Door het coronavirus kwamen de meeste Nederlandse studenten terug uit het buitenland. Sommige internationale studenten hebben de keuze gemaakt om hier te blijven. Dorin, Thomas, Noé en Victor voelen zich beter bij deze keuze. “Ik wil mijn familie niet aansteken”, zegt Dorin (23) uit Moldavië.
Dorin studeert International Business in Venlo. Hij heeft meerdere redenen om niet terug te keren. “Het medische stelsel in Nederland is veel beter ontwikkeld dan in Moldavië, ik voel me hier wat dat betreft veiliger dan daar.” Ook is hij bang dat hij het virus mee zou kunnen dragen naar zijn ouders. “Aan de andere kant verandert dit alles niet veel, want ik zie mijn ouders toch maar één keer per jaar.”
Het ergste vindt hij dat hij zijn vrienden niet meer kan zien. “Ik ben niet iemand die de hele dag thuis blijft. Het is erg eenzaam om thuis te zitten. Maar ik kan er wel de positieve aspecten uit halen. Omdat ik zoveel thuis ben, kan ik meer studeren en kan ik me sneller aanpassen aan de online omgeving.”
Hij vindt het fijn om juist nu deel uit te maken van de Nederlandse samenleving. "Nederlanders zijn een kalm volk. Ze weten hoe ze zich moeten gedragen tijdens een pandemie. Je ziet niemand stressen, iedereen houdt de gepaste afstand en er is geen panieksfeer als je bijvoorbeeld naar de supermarkt gaat.”
Cultureel verschil
Thomas (20), ook een student International Business, gaat niet naar Taiwan. Om dezelfde reden als Dorin: “Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ik familie aansteek. Het is op dit moment veel veiliger in Taiwan dan in Nederland, dus ik wil dat niet riskeren."
In Nederland zijn ongeveer 2400 mensen per één miljoen inwoners besmet, in Taiwan zijn er dat 18 per miljoen. “Als ik terugga naar Taiwan is er nog een probleem, namelijk school. Als ik online lessen van Fontys heb, dan zou ik in Taiwan rond middernacht achter mijn computer moeten zitten. Daar zit ik niet op te wachten.”
“Ik begrijp waarom mensen hier niet met maskers lopen. Het is waarschijnlijk een groot cultureel verschil. Ik wil de overheid niet de schuld geven, maar het is wel verstandig om de mensen aan te raden om kapjes te dragen. In Taiwan draagt iedereen ze. Mijn ouders hebben me mondkapjes opgestuurd van thuis om hier te dragen.”
Beter dan thuis
Noé (22), een Franse student van Circus and Performance Art, vindt de regels in Nederland fijner. “Het leven is hier niet opgehouden. In Frankrijk moet je een officieel document invullen over hoelang je naar buiten wilt en waar je heen wilt gaan. Je mag bijvoorbeeld niet bij iemand op bezoek. Alleen het noodzakelijke zoals naar de supermarkt gaan is toegestaan."
"Doe je dit niet, dan word je meegenomen door de politie en volgt er een hoge boete. Hij snapt wel dat Frankrijk deze beslissingen nam."
“Nederland is maar een klein landje, dat is beter te controleren dan ons land. Als hier regels worden opgesteld, worden die daadwerkelijk nageleefd. Dat werkt niet bij zo’n groot land, dus daarom wordt er op deze manier opgetreden.”
“Het is fijn om in een Nederland te wonen. Ik had het thuis ook niet volgehouden denk ik. Nu kan ik wel nog buiten trainen voor het circus, en ik heb mijn huisgenoten. We kunnen nog samen dingen ondernemen, en dat is beter dan thuis zitten bij mijn ouders.”
Een soort vrijheid
Victor (22) uit Zwitserland zit op dezelfde opleiding als Noé. Ook hij is blij dat hij in Nederland is gebleven. “Het is superchill om nog een soort vrijheid te hebben, vooral in dit lekkere weer. Ik zit hier in een heel fijn huis met goede vrienden. In Zwitserland is op supermarkten en apotheken na alles dicht. Hier kan ik nog naar bijna alle winkels toe.”
Hij is niet naar huis gegaan omdat hij niet wist wat er tijdens corona zou gebeuren en voor hoelang de maatregelen zullen duren. “Als ik naar huis ga, zou ik bijna negen uur in de trein moeten zitten.Toen ik mijn besluit nam, achtte ik de kans groot dat ik hier besmet kon worden. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ik het virus vervolgens naar huis breng.”
Wel is het ook voor Victor lastiger om aan zijn trainingsuren te komen. “Doordat de scholen dicht zijn, krijg ik nul in plaats van zes uur training per dag. Niemand gaat je zeggen dat je niet genoeg hebt getraind. Maar je moet wel, zoveel mogelijk, al is het moeilijker ook al omdat de trainingsapparaten op school staan. Dit wordt mijn werk later.” [Kasper Wienk]