Handreiking biedt handvatten voor hybride docentschap

Mensen die werk binnen en buiten het onderwijs combineren kunnen een belangrijke verbindende schakel vormen. Niet alleen voor Fontys, maar ook landelijk. Maandag wordt een nieuwe handreiking gepresenteerd die handvatten en tools geeft om als professional of werkgever met het hybride docentschap te starten.

Ellen Koop-Spoor werkt als projectleider van een samenwerking tussen de lectoraten Industrial Engineering and Entrepreneurship, Dynamische Talentinterventies en Wendbare Onderwijsprofessionals aan het RAAK-Publiek project waarin de hybride tech docent als belangrijke schakel centraal staat. “We hebben de ervaringen van verschillende technici en hun (onderwijs)werkgevers in kaart gebracht en inzichten uit andere pilots en projecten verzameld." 

Dit heeft geleid tot de handreiking ‘hybride professionals’, die aanstaande maandag wordt gepresenteerd tijdens het symposium ‘de hybride tech docent als verbinder tussen onderwijs en bedrijfsleven’. Deze handreiking richt zich zowel op de techniek als op andere sectoren.

Techniekonderwijs en bedrijfsleven
Koop-Spoor voerde met collega’s een aantal jaar geleden een onderzoek uit naar HRM-beleid voor hybride professionals op verschillende scholen. “Daarna hebben we in samenwerking met Brainport onderzocht hoe we het techniekonderwijs beter aan kunnen laten sluiten op het technische bedrijfsleven. Het doel daarbij: minimaal honderd mensen in deze tak binnen twee jaar ook werkzaam te hebben in het onderwijs.”

Om de ervaringen van de technici in kaart te brengen ontwikkelden de docentonderzoeker en haar team een monitor waarin verwachtingen en ervaringen van de technische professionals werden verzameld. “Inmiddels zijn er al 164 technici van 71 bedrijven aan de slag gegaan in 22 verschillende onderwijsinstellingen. Dat zien we als een groot succes. Via interviews met hybride professionals, hun werkgevers en leerlingen en studenten hebben we een goed overzicht gekregen van succesfactoren en beren op de weg."

Concrete tools voor werkgever en -nemer
Om ook inzichten in andere delen van het land te verzamelen, hebben Koop-Spoor en haar team subsidie gekregen om het onderzoek op te schalen, waar de nieuwe handreiking uit voortvloeide. “In deze handreiking hebben we de ervaringen van professionals en werkgevers vertaald in praktische informatie en concrete tools. Met die tools kunnen werkgevers hun visie op het hybride docentschap ontwikkelen en kunnen professionals aan de hand van verschillende casussen ontdekken wat het beste bij hun past qua betrokkenheid, mate van professionalisering en het aantal uur dat zij voor de klas willen staan, bijvoorbeeld.”

Het zijn allerlei handvatten om het werken met hybride docenten gestroomlijnder te maken. "De handreiking is een hulpmiddel om zowel als professional en beide werkgevers toe te werken naar een win-win-win-situatie.” Die winst lijkt al voorzichtig te komen, zo blijkt uit de eerste pilot in de Brainport regio. “Zeker tachtig procent van de hybride tech docenten wil werken binnen en buiten het onderwijs blijven combineren. Dat moeten we vasthouden en uit zien te breiden.”

Uitdagingen vereenvoudigen
Daar ligt volgens de docentonderzoeker een volgende uitdaging. “Als onderwijsinstelling zou ik afspraken maken op hoofdlijnen. Welke rol willen we hybride professionals geven? Is het een terugkerend specialist, zetten we hem of haar in als verbinder? Hoeveel uur moet iemand ingezet worden en welke didactische expertise is nodig? Vervolgens zullen maatwerk en afspraken nodig zijn."

Die voorafgaande uitgangspunten kunnen de stap richting het onderwijs vereenvoudigen. “Het is nogal wat voor een professional om naast de gewone baan ook nog eens les te geven, maar het brengt echt een meerwaarde met zich mee. Professionals kunnen hun ervaringen in het onderwijs gebruiken binnen het bedrijf. Denk aan presenteren, coachen of het begeleiden van stagiaires en collega’s. Dat maakt hybride werken zo waardevol: krachten en ervaringen combineren om zowel in het onderwijs als in het werkveld te groeien.” [Noëlle van den Berg]