Fontys Venlo wil ov toegankelijker maken voor Duitse studenten

Heel veel Duitse studenten bij Fontys in Venlo, maar er zijn er niet veel die met het openbaar vervoer naar school komen. Reden: het kost klauwen vol geld. Fontys werkt aan een oplossing. 

Wie een kijkje neemt op het parkeerterrein van Fontys in Venlo, ziet voor een groot deel Duitse kentekens. En dat is niet zonder reden. Veel in Duitsland woonachtige studenten komen met de auto naar school omdat het openbaar vervoer simpelweg te veel geld kost. Of omdat de reistijd te lang is.

Oneerlijk
Fontys wil daar, als partner binnen een regionaal consortium waar overheden en vervoerders in zitten, iets aan doen. Na een initiatief van vervoerder Arriva heeft de instelling plannen om volgend studiejaar deel te nemen aan een proef om het Duitse semesterticket-systeem ook op Nederlands grondgebied voor in Duitsland wonende studenten te kunnen gebruiken.

Het reizen met het openbaar vervoer wordt voor deze studenten daardoor gemakkelijker én goedkoper. En daarmee een aantrekkelijker alternatief voor de auto. “Als een student in Duitsland woont, heeft die geen recht op een Nederlandse studenten ov-kaart”, legt Wouter Josso uit, directeur van Fontys International Business School.  

Er wordt al jaren over een oplossing gepraat, maar na de zomer van 2023 worden er – hopelijk – eindelijk concrete stappen gezet. De bedoeling is dat in Duitsland woonachtige Fontys-studenten dan ook hier gebruik kunnen maken van het Duitse semesterticket. “Wij willen dat studenten er tot en met Venlo (inclusief Brightlands) mee kunnen reizen”, legt Josso uit.  

De bedoeling is dus om het aanbod van het openbaar vervoer over de grens heen te tillen. Met als doel de boel goedkoper te maken, maar ook de reistijd te verkorten en meer aanbod te creëren. Het streven is dat de pilot zo succesvol wordt, dat op landelijk niveau een beweging wordt gecreëerd om structurele veranderingen te krijgen in zowel het Duitse als Nederlandse openbaarvervoers-systeem.

Gecompliceerd  
Voor student Ceyda zou het een welkome oplossing zijn. Zij komt uit Oostenrijk maar woont in Duitsland omdat ze in Nederland geen kamer kon vinden. “Ik reis nu met de bus en trein. Maar voor mij is het heel gecompliceerd omdat ik niet uit Duitsland of Nederland kom.” 

Ceyda heeft geen recht op het eerder genoemde semesterticket. Op de Nederlandse ov-kaart net zo min. “Dat heeft als gevolg dat ik per maand 160 euro betaal voor het openbaar vervoer in Duitsland en een euro of 80 in Nederland. Al met al 240 euro per maand.” 

Ook Franziska en Emilia, die allebei de studie Industrial Design Engineering volgen en vlakbij de grens wonen, zouden blij zijn met de proef. “We moeten nu zo’n vijftien tot twintig minuten rijden. Met het openbaar vervoer doen we er drie kwartier over. Dat scheelt nogal wat in reistijd, maar toch zouden we het openbaar vervoer gebruiken als het goedkoper wordt.” 

Nu betalen de dames maandelijks zo’n 70 euro voor een volle tank. Die gebruiken ze alleen voor ritjes naar school. “Als het openbaar vervoer straks veertig of vijftig euro gaat kosten, zou het al meteen een stuk voordeliger zijn.” 

Motivatie 
Voor Andreas, student International Business, is de reisduur belangrijker dan de kosten. Hij woont in Krefeld en komt zo’n twee keer per week naar school. “Als ik twee uur zou moeten reizen met het openbaar vervoer, wat nu het geval is, zou ik er geen gebruik van maken. Alleen als de infrastructuur beter wordt is het voor mij iets om over na te denken. Nu doe ik er met de auto namelijk maar dertig minuten over. Ik zou al mijn motivatie verliezen als ik twee uur over een ritje naar school zou doen.” [Karen Luiken]