Ex-kunststudent Yarah: “Op alle vlakken voel ik dat ik groei”

Yarah Winkelaar studeerde af als docent Beeldende Kunst en Vormgeving bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Inmiddels heeft ze twee banen, een als zzp’er en eentje in loondienst.

Wat doe je op een werkdag?
“Omdat ik twee banen heb varieert dat. Om te beginnen ben ik vakdocent Beeldende Vorming in het primair onderwijs. Dat doe ik als zzp’er via mijn bedrijf Yarah’s Beeldplek, zowel op projectbasis als in de vorm van vaste cursussen.

In mijn lessen wil ik de verbeelding van jonge kinderen zo veel mogelijk stimuleren. Er is geen goed of fout, zo lang leerlingen maar experimenteren en ontdekken.

Ik werk met thema’s, bijvoorbeeld ‘Jouw Straat’. Met behulp van materialen als houtskool, wasco en ecoline proberen we samen te verbeelden hoe de woonomgeving van een kind er uitziet. Zo ontstaan fraaie combinaties van fantasie en realiteit als ‘bijenkorf-huizen’ en straten met ‘dikbil-luipaarden die net kleintjes hebben’.”

Daarnaast ben ik in loondienst als coördinator cultuureducatie voor het primair onderwijs, bij het Servicebureau Onderwijs&Cultuur in Dordrecht. Scholen moeten verplicht voldoen aan de kerndoelen voor ‘Kunstzinnige Oriëntatie’.

Ons bureau ontwikkelt daarvoor projecten op maat, waarbij kinderen bijvoorbeeld musea bezoeken of samen met kunstenaars aan de slag gaan. Als coördinator speel ik de rol van organisator en bemiddelaar tussen scholen en culturele organisaties.”

Hoe ging de overgang van studie naar werk?
“Achteraf gezien vlot. Toen ik in juni afstudeerde, twijfelde ik nog of ik mijn bijbaantje bij Hunkemöller wel moest opgeven. Maar na de zomer ging het snel.Ik wist al dat ik vanaf september op zzp-basis een aantal lessen kon gaan geven. Daarnaast kreeg ik een mail van het Servicebureau Onderwijs&Cultuur, waar ik mijn afstudeerstage had gedaan. Ook daar kon ik aan de slag.

Wat ik nog weleens lastig vind, is een balans vinden tussen mijn verschillende rollen. Het liefste wil je je dagen reserveren voor één ding: als ‘kantoor-’ of ‘lesdag’. Maar in de praktijk lukt dat zelden. Er komt altijd wel wat tussendoor, zodat je weer even moet omschakelen.”

Wat heb je in je opleiding gemist?
“Een deel praktijkvoorbereiding: Hoe ga je om met kinderen en concrete klassensituaties? Zulke aspecten ervaar je vooral tijdens stages, en die waren in mijn tijd minimaal. Ik denk nu soms: al die onderwijstheorie in het curriculum hadden we niet uit de boeken moeten leren- die moet je oefenen via casussen of gewoon voor de klas.

Daarnaast is ook de keuze voor een bestaan als zzp’er een issue. Veel studenten in de kunstvakken krijgen hiermee te maken. Nogal wat zaken ‒ zoals het vinden van opdrachtgevers en het fiscale gedeelte ‒ moest ik zelf uitvogelen.

Trouwens, met de kanttekening dat ik nog in het oude curriculum viel. Volgens mij is er inmiddels op didactisch vlak het een en ander veranderd, en misschien ook qua aandacht voor ondernemerschap.”

Wat maakt dit werk voor jou zo interessant?
“Dat ik op alle niveaus bezig ben met cultuureducatie. Zowel met een jonge doelgroep van vier tot twaalf, als op een meer overkoepelend denk- en organisatieniveau. Ik hoor wat scholen willen, en zie hoe de culturele sector daarop inspeelt.

Omdat ik zijdelings contact heb met gemeenten, krijg ik bovendien mee welke ontwikkelingen er op beleidsniveau binnen de cultuureducatie gaande zijn. Heel dynamisch om zo veel kanten van de medaille te zien.”

Tevreden?
“Zeker. Op alle vlakken voel ik dat ik groei. In mijn werk krijg ik volop kansen en verantwoordelijkheden. Ook qua inkomsten ben ik tevreden. Wel merk ik dus dat ik zoek naar balans.

En soms zou ik wat meer lucht willen geven aan mijn eigen beeldend werk. Tijdens de studie was ik veel bezig met monotypen [voorstellingen op plaat die eenmalig worden afgedrukt, red.], waarbij ik werkte met natuurlijke materialen.Stiekem zou ik daarvoor wel een klein plekje willen inruimen tussen al mijn bezigheden. Lastig, want er wacht altijd wel een nieuwe opdracht.” [Frank van den Nieuwenhuijzen]