Een nevenfunctie of bijbaan is áltijd een goed idee
Zijn nevenactiviteiten naast je studie goed voor je latere loopbaan? Denk aan een bestuurdersrol, vrijwilligerswerk of extra stages. Fontyslector Marian Thunnissen vindt van wel. “Maar ook een bijbaan is een manier om te werken aan je carrière.”
Op universiteiten is het heel gewoon: studenten die tijdens hun studie al gericht werken aan hun loopbaan. Marian Thunnissen, lector Dynamische Talentinterventies bij Fontys Hogeschool HRM en Psychologie, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat ook heel veel hbo-studenten werken naast hun studie, betaald en onbetaald.
Ze wijst op een onderzoek van Eurostat. Daaruit blijkt dat bijna 70 procent van de Nederlandse studenten een betaalde bijbaan hebben. “We scoren als Nederland het hoogst van heel Europa.” Als zoveel studenten werken naast hun studie, dan zitten daar ook absoluut hbo-studenten bij, denkt Thunnissen.
Wat betreft onbetaald werk in de zin van vrijwilligerswerk en een bestuurdersrol: “Ook dat doen hbo’ers. Ik weet alleen niet in welke mate. Maar er is geen reden om te veronderstellen dat het anders zou zijn dan in het wo.”
Waardevolle informatie
Wel denkt de lector dat geld verdienen steeds belangrijker is geworden. “Studeren, uitgaan, wonen, het is allemaal duurder geworden. Als je niet wilt of kunt lenen, moet je wel werken om alles te kunnen betalen.”
Maar ook een bijbaan is een manier om te werken aan je loopbaan, stelt ze. “Je leert bijvoorbeeld wat je wel en niet leuk vindt, bij welke soort organisaties jij past, hoe je moet omgaan met collega’s en hoe het is om leiding te geven. Ook dat is waardevolle informatie die een bijdrage kan leveren aan je ontwikkeling. En je bouwt een netwerk op.”
Eerste loopbaanstap
Volgens Thunnissen zijn werkgevers er nog te weinig op gericht om te zien wat een student heeft geleerd van een bijbaan. “Een bijbaan is eigenlijk de eerste loopbaanstap en de plek om ervaring op te doen in het werkzame leven. Het zou sowieso wenselijk zijn als werkgevers oog hebben voor de persoonlijke kwaliteiten van iemand in plaats van alleen te kijken naar het diploma en het cv.”
De lector adviseert studenten om veel meer na te denken over wat zij leren van hun betaalde en onbetaalde werkzaamheden en dat meer naar buiten te brengen in hun cv en in hun sollicitaties.
Praktijkervaring
Toch maakt de lector ook een kanttekening. “We moeten oppassen dat we niet te veel verwachten van jonge professionals. Veel studenten ervaren al prestatiedruk in het onderwijs. De lat wordt steeds hoger gelegd en dat komt het welzijn van jongeren niet ten goede.”
“Bovendien doen hbo’ers met hun studie al veel praktijkervaring op”, zegt ze. “We hebben de neiging om te denken dat leren in het onderwijs plaatsvindt en werken op de arbeidsmarkt.”
Daarom stelt Thunnissen voor om deze twee aspecten meer met elkaar te verbinden. Bijvoorbeeld tijdens de studieloopbaanbegeleiding van studenten. “Samen kun je kijken naar andere activiteiten dan het onderwijs waar je van kunt leren en waardoor je jezelf kunt ontwikkelen.”
“Door studenten zich daar meer bewust van te maken, kunnen ze daar ook wat mee in hun positionering op de arbeidsmarkt”, besluit Thunnissen. [Marieke Verbiesen]