Dringen geblazen bij studentensportverenigingen
Corona gooide flink wat roet in het eten voor studentensportverenigingen, maar sinds het einde van de pandemie stromen de aanmeldingen voor de meeste hard binnen. Waardoor de verenigingen tegen een heel ander probleem aanlopen. “De maximale capaciteit is bereikt.”
Hardlopen, fitnessen, buiten bootcampen of starten met e-sports; het waren een aantal oplossingen voor studenten die tijdens de lockdowns niets meer konden doen bij hun sportvereniging. Maar zodra de eerste coronaversoepelingen voor de deur stonden, meldden studenten zich massaal weer aan.
Dat klinkt als goed nieuws, maar het brengt volgens Femke Storm van de Eindhovense studentensportfederatie ESSF ook heel wat uitdagingen met zich mee. “De groei blijft maar doorzetten.”
Vooral bij eerstejaars is volgens Storm veel enthousiasme. “Dat duurde even. Maar waar verschillende verenigingen eerst kampten met een tekort, is nu juist de maximale capaciteit bereikt. Dat betekent dat vele met een wachtlijst moeten werken.”
Niet alleen maar bier drinken
Naast die wachtlijst moeten verenigingen volgens Storm nu ook ineens serieuze afwegingen maken bij de toelating. “Zo kunnen studenten zich niet meer aanmelden om voornamelijk bier te drinken, maar wordt ook echt gekeken of zij serieus zijn in het deelnemen aan de sport. Een lastige ontwikkeling, want je gunt natuurlijk iedere student een plek.”
Bij het sportcentrum in Eindhoven is in ieder geval geen plek meer. De velden en zalen zijn constant volgeboekt, waardoor het ESSF uit moest wijken naar ander locaties. “Zo krijgen alle studentensportverenigingen toch de kans om te trainen, wat voor de binding tussen de leden erg belangrijk is.”
Moeite met vinden nieuwe leden
Ook in Tilburg moesten veel sportverenigingen wachtlijsten invoeren, licht voorzitter Vincent Moonen van koepelorganisatie FOSST (Federation Of Students Sports Tilburg) toe. “De hockey-, voetbal-, en tennisverenigingen kunnen de aanvragen amper aan. Enkele andere sportdisciplines die over het algemeen minder populair zijn, hebben daarentegen juist moeite met het vinden van leden. Denk daarbij aan rugby en korfbal bijvoorbeeld."
Toch zijn dat volgens Moonen niet de grootste zorgen waar Tilburgse verenigingen mee kampen. Die liggen voornamelijk bij de vorming van een nieuw bestuur. “Veel studenten die zich in de laatste jaren hebben aangemeld bij verenigingen hebben amper ervaring in het studentenleven, wat logisch is na de coronapandemie. We zien nu dat het vormen van nieuwe besturen daarbij een grote uitdaging vormt, omdat deze leden geen enkel idee hebben hoe leuk een bestuursjaar kan zijn en wat het allemaal teweeg brengt.”
Minder ervaring, meer gezelligheid
Daarnaast zijn veel studenten ‘geconfronteerd met zichzelf’, aldus de voorzitter. “Iedereen is stopgezet in het ritme dat ze hadden en ging het wat rustiger aan doen. In plaats van lid worden bij bijvoorbeeld drie verenigingen, doen studenten dat nu nog maar bij één. Dat betekent minder druk, maar ook minder ervaring. Veel studenten bedenken daarbij dat een bestuursjaar volgend jaar ook nog wel kan, terwijl ze nu juist hard nodig zijn.”
Desalniettemin gaat het zowel in Eindhoven als in Tilburg de goede kant op. “Omdat studenten nu meer tijd in één in plaats in meerdere verenigingen steken, groeit de gezelligheid binnen de studentensportverenigingen hard. Ook komen veel sportverenigingen langzamerhand weer terug in hun oude ritme."
"Bijvoorbeeld door het houden van evenementen en het werven van nieuwe leden tijdens de introductieweken van universiteiten en hogescholen. FOSST beschikt over financiële middelen om daarbij te helpen en dat doen we natuurlijk ook graag, zodat alle studentensportverenigingen kunnen blijven bestaan.” [Noëlle van den Berg]