Academische pabo leidt niet altijd tot waardering op scholen
Veel universitair opgeleide onderwijzers vinden dat scholen te weinig gebruikmaken van hun kwaliteiten en een deel zegt daarom het onderwijs vaarwel. De Academische Pabo van Fontys vindt dat hun opleiding wél goed aansluit bij de vraag.
Expertisecentrum ECBO hield een enquête onder 715 academisch opgeleide leerkrachten in het basisonderwijs. De meesten volgden de zogenoemde universitaire pabo: gewoonlijk een pabo aan een hogeschool in combinatie met een universitaire bacheloropleiding onderwijskunde of pedagogische wetenschappen.
Onvrede
Ruim een kwart van de ondervraagden is niet langer werkzaam in het basisonderwijs. Van hen stapten de meesten op uit onvrede over hun loopbaanmogelijkheden en het gebrek aan uitdaging dat ze ervaarden.
Ook de zittende leerkrachten noemen de carrièremogelijkheden matig (28 procent) of onvoldoende (19 procent). Buiten het lesgeven om is er te weinig tijd om iets met de academische vaardigheden te doen, vindt 66 procent. Maar liefst 40 procent zou naast het docentschap graag een aanvullende rol willen spelen, maar krijgt de kans niet. Volgens de onderzoekers kan dit funest uitpakken voor hun werkplezier en motivatie.
Tel daarbij op dat ze niet hoger worden beloond en dat de meeste schoolleiders “niet of nauwelijks” weten hoe ze de vaardigheden van de academici kunnen inzetten en het beeld is compleet: twee op de drie academische leerkrachten vinden dat hun meerwaarde onvoldoende wordt benut.
Tekst gaat onder foto verder.
Vreselijk zonde
In een reactie zegt Anouke Bakx, Academic Director van de Academische Pabo Tilburg (APT): “Vreselijk zonde als schoolbesturen deze mensen niet tot hun recht laten komen.”
“In het basisonderwijs zorgen academisch opgeleide leraren voor diversiteit in het team en voor vernieuwing. Belangrijk is dat deze stemmen de ruimte én de rol krijgen om dat te kunnen doen.”
Ander profiel bij Fontys
Bakx is echter niet bang dat studenten van de Academische Pabo Tilburg ‒ waarvoor Fontys Hogeschool Kind en Educatie en Tilburg University de handen ineensloegen ‒ tegen een dergelijke teleurstelling aanlopen.
“Wij kozen bewust voor een ander profiel dan de gangbare combinatie van pabo met onderwijskunde of pedagogiek. Studenten volgen hier de masters pabo en cultuurwetenschappen of pabo en (kinder- en jeugd)psychologie.”
De opleiding loopt nu bijna één jaar en volgens Bakx hoeven afstudeerders niet bang te zijn dat hun meerwaarde straks onbenut blijft. “De functie van leerkracht-psycholoog (intern begeleider), waarvoor we onder meer opleiden, is op elke school ingeregeld. Dat betekent dus dat je automatisch je rol kunt pakken.”
Hoewel de opleiding nog pril is, gelooft Bakx in de kansen ervan: “Of en in welke mate deze academische leraren het verschil kunnen maken moet zich verder uitkristalliseren. Maar door ons afwijkende profiel bieden we afstudeerders echt perspectief.” [HOP/Frank van den Nieuwenhuijzen]